Amsterdamse koren improviseren er op los. Ze oefenden deze zomer op nieuwe plekken waar ze op veilige afstand zongen. Maar sinds het najaar is zingen in koren weer verboden. Koorleden over creatieve oplossingen en het gemis. “Echt een deel van je leven dat ineens wegvalt.”
Wie deze zomer door de stad fietste, kon op de wonderlijkste plekken koren tegenkomen. Een Shantykoor oefende achter Artis en het Amsterdams Smartlappenkoor stond iedere donderdagavond onder de luifel van het Stedelijk Museum te zingen. “Dat beviel uitstekend”, vertelt Roel Schoonveld (70) die al meer dan twintig jaar in het koor zingt. “We stonden droog en uit de wind en er was gelijk wat publiek.”
In Amsterdam wordt veel gezongen. Bijna honderd Amsterdamse koren staan er op de site van zangdocente Linor Oren en dat zijn ze nog niet eens allemaal. In heel Nederland zingen 1,7 miljoen mensen in een koor. Maar sinds half oktober is zingen in koren weer verboden, ook buiten. Het Amsterdams Smartlappenkoor was toen al een week gestopt. “We hoorden verhalen over een koor dat besmet was geraakt en toen durfden we het niet meer aan. Onze gemiddelde leeftijd is een jaar of 65.” Er is nog wel contact, vertelt Schoonveld. “We zijn een hecht koor waar veel vriendschappen zijn ontstaan. Dus spreken we elkaar op onze wekelijkse oefenavond nu via Whatsapp. Dan sturen we elkaar berichtjes en filmpjes. Die filmpjes worden soms intensief voorbereid met kostuums en alles. Anderen sturen mooie smartlappenfilmpjes van internet door. Zo wordt het toch nog gezellig en kan het nog best laat worden. Ik zag dat ze gisteren tot half twee bezig waren. Maar toen was ik al naar bed.”
Verdrietig
Henny Bresser (78) zingt al sinds maart niet meer. “Toen de corona-ellende begon, zijn we abrupt gestopt. We hebben een paar keer gedacht zullen we weer… maar we zingen met enkel ouderen en we durven het gewoon niet.” Bresser zingt al twintig jaar in het koor van kunstenaarssociëteit De Kring en in het Wellingtonkoor. “Samen zingen is heerlijk, het maakt je gelukkig. En er is het borreltje na afloop. Echt een deel van je leven dat ineens wegvalt. Dat is verdrietig hoor.” Bresser heeft het ook zonder koor nog druk genoeg, maar ze krijgt regelmatig telefoontjes van koorleden voor wie dat minder geldt. “Die zijn zo verdrietig. Die zien bijna niemand meer.” Toen in de zomer de regels werden versoepeld, zijn ze niet weer gaan zingen. “Dat zingen op anderhalve meter werkt niet voor ons. We moeten elkaar goed kunnen horen en dat lukt ons niet op anderhalve meter.”
Zelfs voor Sander Westerveld (28) van Boeuf Majeur viel dat op afstand zingen aanvankelijk niet mee. “Wij konden in de zomer zingen in de NDSM-loods op drie meter afstand. Nou dat is wel werken hoor, zeker met die akoestiek. Het voelde een beetje of je in je eentje stond.”
Westerveld (28) zingt pas een jaar of vier, maar dat maakt het gemis er niet minder om. “Ik hou erg van koormuziek. De stem is zo’n persoonlijk instrument, zoveel meer dan alleen de noten die eruit komen. In een stem klinkt door hoe iemand zich voelt.” Dat is niet te vervangen door online-oplossingen vindt hij. Hij begon een half jaar geleden een eigen zanggroep, ook in de hoop met een kleine groep gemakkelijker oefenruimte te vinden. Maar ook dat gaat nu niet meer. “Op dit moment zing ik heel weinig. Ik luister naar koormuziek maar zelfs dat wordt minder. Ik hum wel vaak liedjes op de fiets.”
Balkan
Nina Brenjo (46) heeft deze zomer iedere week in de tuin van de roeivereniging van de Sloterplas staan zingen. Maar sinds half oktober staat ze elke repetitieavond alleen in haar slaapkamer voor haar laptop. “Het voelt vreemd om voor je scherm te zingen omdat je de andere koorleden niet kunt horen. Dat zou een chaos worden met al die verschillende internetsnelheden. Je hoort alleen de dirigent en jezelf. Als je dan niet de hoofdmelodie zingt, ben je helemaal op jezelf aangewezen. Je hebt geen steun aan de stemmen van de anderen. Wonderlijk genoeg lukt het soms zelfs om nieuwe liederen te leren.” Nina Brenjo zingt al twaalf jaar in Slavuj, een koor voor liederen uit de Balkan en landen rond de Zwarte Zee. Prettig vindt ze dat oefenen via Zoom niet. ”Ik mis de verbondenheid met mijn koorleden. We zijn best gehecht aan elkaar. Een aantal mensen zie ik individueel, maar als groep kan dat niet. En dat missen we allemaal heel erg. Het koor is een tweede familie voor ons allemaal, zeker voor mij als buitenlander.” En ze vindt de maatregelen rondom zingen ook onduidelijk. “Waarom mag in de kerk wel worden gezongen en is onze religie, die koren heet, minder belangrijk?”
Volgens het Koornetwerk Nederland vallen steeds meer koren uit elkaar nu ze al zo lang niet samen kunnen zingen. Henny Bresser kent koorleden die hebben opgezegd. “Maar zodra we weer mogen zingen, komen die wel weer terug.” Ook Roel Schoonveld is daar niet zo bang voor. “Het Smartlappenkoor blijft gewoon bestaan.”
Op zoek naar een koor in Amsterdam voor als het weer mag?
https://singwell.eu/koren-in-amsterdam/?lang=nl