De Amsterdamse wethouder van Wonen en Bouwen Laurens Ivens is teleurgesteld dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft laten weten de huren niet te willen bevriezen. Ze vindt het geen goed idee om algemene maatregelen te nemen voor alle huurders. De corporaties hebben volgens haar anders te weinig geld om hun taken te kunnen blijven uitvoeren (zoals het bouwen van nieuwe woningen en verduurzamen van woningen). Wel heeft de minister een beroep gedaan op verhuurders om coulant om te gaan met huurverhogingen en om huurders die in financiële problemen komen, oplossingen te bieden.
SP-Wethouder Ivens: “De reactie van de minister om de huren niet te bevriezen, is teleurstellend. Het is veel te veel om in deze tijden een huurverhoging van 5 à 6 procent door te voeren. Zonder huurverhoging ontstaat er volgens de minister een financieel gat bij de corporaties. Maar het gat dat Den Haag slaat in de begroting van de corporaties met de verhuurdersheffing is veel groter. Als die wordt afgeschaft kunnen de huurstijgingen gematigd worden én kan er veel meer nieuwbouw bij. Nu krijgen huurders de rekening gepresenteerd in deze moeilijke tijden.”
Oppositie-partijen GroenLinks, SP en PvdA in de Tweede Kamer hadden opgeroepen de huren te bevriezen om de gevolgen van de corona-crisis voor mensen te beperken. De spoedwet van het kabinet om huurders te beschermen, is volgens deze partijen onvoldoende. De huurverhoging in de sociale woningbouw bedraagt per 1 juli maximaal 6,6 procent.
In een door de tweede Kamer aangenomen spoedwet is geregeld dat aflopende tijdelijke huurcontracten nu eenmalig met drie maanden kunnen worden verlengd, zodat mensen niet tijdens de corona-crisis hun huis kwijtraken. Ivens: “Ook de verlenging van de tijdelijke huurcontracten met drie maanden is een doekje voor het bloeden. Waarom geen verlenging tot het nieuwe jaar? Nu blijven ze opgejaagd, terwijl ze met een verlenging van 6 maanden meer rust hadden gekregen.”
