AMSTERDAM – Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken, GroenLinks) is mordicus tegen een verplichte tegenprestatie voor mensen in de bijstand. In de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs van 17 oktober stak hij er zijn walging over niet onder stoelen of banken. Hij vindt de tegenprestatie een ongewenste strafmaatregel: “Er stijgt een onwelriekende lucht uit op, alsof mensen het prettig vinden dat ze bijstandsafhankelijk zijn. De meesten willen niets liever dan een baan die ze plezierig vinden en waarmee ze in hun eigen inkomen kunnen voorzien.”
De discussie begon met een opmerking van Kevin Kreuger (Forum voor Democratie). Hij wil wel een verplichte tegenprestatie en vond daarin steun bij VVD-raadslid Claire Martens. Volgens haar toont onderzoek aan dat vrijwilligerswerk mentale en fysieke problemen vermindert. De PvdA ziet de tegenprestatie net zo min zitten als Groot Wassink. Volgens Carolien de Heer toont onderzoek aan dat de tegenprestatie geen invloed heeft op uitstroom uit de bijstand. Erik Flentge (SP) vindt bovendien dat de verplichte tegenprestatie mensen dwingt om onder het minimumloon te werken. FvD’er Kreuger vindt dat geen probleem: “De bijstand is een redelijke vergoeding voor een halve dag tegenprestatie.”
Schulden opkopen
De raadscommissie behandelde ook het thema schuldhulp. GroenLinks en SP willen een proef met het opkopen van problematische schulden. Dat scheelt schuldenaren veel stress. GL-raadslid Dorrit de Jong wil bij jongeren beginnen omdat het aantal jongeren met schulden stijgt. Claire
Martens (VVD) vroeg aandacht voor zzp-ers die ondanks hard werken soms niet rondkomen. Ze wil de Vroeg Eropaf-regeling (voor mensen met huurachterstand) uitbreiden naar huurders van particuliere woningen. Erik Flentge reageerde met onbegrip: hoe verhoudt Martens pleidooi zich tot het VVD-standpunt dat er best miljoenen kan worden bezuinigd op armoedebestrijding? PvdA’er De Heer wijst naar werkgevers, die moeten gewoon fatsoenlijk betalen.