Het aandeel werkende armen neemt toe, concludeert het SCP in zijn rapport Als werk weinig opbrengt, werkende armen in vijf Europese landen en twintig Nederlandse gemeenten.
Het aantal mensen dat ondanks betaald werk in armoede leeft, neemt sinds 1990 toe. De laatste jaren zijn achterblijvende lonen een belangrijke oorzaak. Dat meldt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Het meeste risico om ondanks betaald werk toch te weinig inkomen te hebben lopen zzp’ers, alleenstaanden en mensen met een migratie-achtergrond. Oorzaken zijn, naast achterblijvende lonen, vooral te weinig gewerkte uren of een laag uurinkomen. Nederland telt verhoudingsgewijs meer werkende armen dan Denemarken en België, maar een stuk minder dan Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Minder dan duizend euro per maand
Het SCP noemt een werkende arm op grond van het ‘niet-veel-maar-toereikend-criterium’: de minimale kosten van wonen, voeding, kleding en verzekeringen, en een klein bedrag voor ontspanning en sociale activiteiten. In 2014 was de norm voor een alleenstaande €1.063,- per maand. Werkende armen zijn mensen die als kostwinner betaald werk hebben; scholieren en studenten met een bijbaan tellen niet mee.
In 2014 waren er ongeveer 320.000 werkende armen (4,6% van alle werkenden). Daarvan werkten er 175.000 in loondienst, en 145.000 als zelfstandige. Sinds 1990 neemt het aandeel werkende armen gestaag toe. In de jaren negentig steeg weliswaar het gemiddelde inkomen maar dat kwam vooral door het groeiend aandeel tweeverdieners. Werkenden aan de onderkant van de inkomensverdeling – waaronder veel alleenstaanden en eenverdieners – profiteerden toen veel minder van de welvaartstoename.
Het SCP concludeert ook, op basis van gesprekken met beleidsambtenaren, dat Nederlandse gemeenten te weinig aandacht aan werkende armen besteden. Gemeenten weten vaak niet hoe ze deze groep moeten bereiken. Met name arme werkenden zonder bijstandsverleden zijn niet in beeld; zij zitten immers niet in de ‘kaartenbak’ van de gemeente. Ook is weinig zicht op de effectiviteit van gemeentelijk armoedebeleid voor werkende armen: dit wordt niet systematisch bijgehouden.