AMSTERDAM – Als beide ouders van een gezin in de bijstand gaan werken op minimumloon-niveau loont dit wel degelijk. Dat antwoordt het Amsterdamse college op vragen van VVD-raadslid Martens.
Zij liet eerder met twee voorbeelden zien dat werken nauwelijks loont voor een gezin in de bijstand. Maar uit het antwoord van het college blijkt het tegendeel. “Een gezin gaat er maandelijks 695 euro op vooruit wanneer beide ouders werk vinden op minimumloon-niveau.”
Voor de VVD-fractie geldt dat ‘werken moet lonen’, zo staat in de vragen die door de VVD zijn gesteld. “Werken moet lonen. Dat is altijd een belangrijk uitgangspunt geweest van de VVD en dat zal zo blijven. Werk draait niet alleen om een inkomen, werken is veel meer.” De Amsterdamse fractie van de VVD heeft voor twee fictieve gezinnen berekeningen uitgevoerd. Het eerste gezin bestaat uit twee ouders die een bijstandsuitkering ontvangen, met een zoon van drie jaar oud. Als beide ouders gaan werken, ontstaat volgens de VVD ‘een beeld waarin hardwerkende Amsterdamse ouders met een minimuminkomen maandelijks slechts 25 euro meer overhouden dan de inkomsten die bijstandsgezinnen vergaren op basis van uitkeringen en toeslagen, en besparen op kwijtscheldingen’.
Onjuist
Maar kloppen de cijfers van de VVD wel? Volgens het college is de berekening van de VVD ‘op verschillende punten onjuist en onvolledig’. Het voorbeeldgezin gaat er maandelijks 695 euro op vooruit wanneer beide ouders werk vinden op minimumloon-niveau, aldus het college. “In de berekening wordt rekening gehouden met het wegvallen van toeslagen vanwege het hogere inkomen. Hierbij wordt verder rekening gehouden met de 350 euro lagere huurlasten (…), aangezien het bestaande huurcontract niet vervalt bij het vinden van een baan. Dit is een flinke stimulans om aan het werk te gaan.”
Minimavoorzieningen
Ook heeft de VVD gevraagd een deel van de bestaande minimavoorzieningen alleen toegankelijk te maken voor werkenden. Daarover is het college duidelijk. “Negatief, het college vindt het geen goed idee om het recht op armoederegelingen te beperken tot mensen die werken.”
