Tobi Lakmaker (1994) publiceerde onder de voornaam Sofie een roman met de ironisch bedoelde titel De geschiedenis van mijn seksualiteit, maar veranderde met instemming van de uitgeverij in de vijfde druk de voornaam Sofie in Tobi. In deze voortijdig afgeblazen ‘slettenzomer’ kwam dit debuut onder andere met stip de Boeken Top Tien Fictie van Scheltema in. Inmiddels is het vertaald in het Engels, Duits, Italiaans, Noors, Zweeds, Bulgaars en Servisch. “Sta ik nog in de Top Tien dan? In het begin hield ik dat wel bij, maar dat vond ik een beetje ijdel en dan ga je het misschien weer vervelend vinden als je er ineens uitvalt. En met de vertalingen gaat het goed inderdaad.
In Italië komt mijn boek uit bij de uitgeverij van Silvio Berlusconi, Mondadori, en dat vind ik best grappig, want ik had eerder interesse van wat radicale vrouwen uit Bologna verwacht of zo. Mijn Duitse uitgever had wat moeite met de titel, die in het Duits nog zwaarwichtiger klinkt dan in het Nederlands. Ze kwamen met verschrikkelijke engelstalige alternatieven als No more dicks en No dicks tonight, maar nu wordt het gelukkig toch gewoon Die Geschichte meiner sexualität. Dat piemelstickertje op de voorkant is bedacht om het allemaal iets luchtiger te maken.”
je hebt wat stabiliteit in je leven nodig voor je goed kunt schrijven
Het debuut van Lakmaker is is het geestig vertelde en schaamteloze relaas van de jonge vrouw Sofie, die opgroeit in een intellectueel milieu in Oud-Zuid en bezig is met haar identiteit, seksuele voorkeur en zelfbeeld. Ze beweegt zich aanvankelijk argeloos in het wereldje van schrijvers, kunstenaars en al dan niet bekende acteurs. Culturele kopstukken worden bij naam of toenaam genoemd en niemand wordt gespaard. Terwijl Sofie de liefde en vooral zichzelf ontdekt, worstelt ze nog met iets anders: het verdriet om haar moeder, die lijdt aan kanker.
De kiem van het boek ligt in een kort verhaal van Lakmaker dat werd opgenomen in de eerste editie van Sampler (2018), waarin Das Mag jaarlijks bijdragen van jong schrijftalent bundelt. “Op basis daarvan kreeg ik een boekcontract. Daar had ik meerdere ideeën voor. Ik wilde over voetbal schrijven, want dat doe ik al vanaf mijn vijfde. Ik speel het liefst mid-mid en heb het idee om profvoetballer te worden pas losgelaten op mijn zeventiende, toen ik me serieus op het schrijven stortte. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen mijn Sampler-verhaal uit te werken tot een volwaardige roman.”
Dat ging niet zonder slag of stoot. “Er zit een jaar tussen het schrijven van de proloog en de rest van het boek en ik heb veel tijd nodig gehad om er op een structurele manier iets degelijks op papier te krijgen. Het was ook nog eens in de tijd dat mijn moeder overleed. Pas toen ik het ging opdelen in hoofdstukken met sprekende titels, zoals ‘Denk je dat dit La vie d’Adèle is, of zo?’ kon ik het ineens een stuk beter voor me zien. Een tip waar ik zelf iets aan heb gehad, is niet heel romantisch en nog minder schrijftechnisch, maar iets waar ik heilig in geloof: je hebt wat stabiliteit in je leven nodig voor je goed kunt schrijven, dus blijven sporten en vrienden ontmoeten. Je moet je eigen welzijn altijd boven het schrijven plaatsen.”
de filmrechten zijn inmiddels verkocht
“Waarom mensen mijn boek moeten lezen? Nou, ik ben slecht in pitchen. Bowi, de publiciteitsmedewerker van de uitgeverij heeft geprobeerd mij daarin te trainen, maar dat is niet helemaal gelukt. Het is in ieder geval een boek dat grappig is om te lezen. Ik kan me voorstellen dat het nog leuker en interessanter is voor lezers die toevallig zelf met bepaalde gender-dingen zitten, maar daarvoor heb ik het niet geschreven. Ik heb nooit gedacht dat ik nu even de bijbel voor de lbgt+-gemeenschap zou schrijven of zo. Het boek was voor mij vooral een manier om het over een bepaald soort van eenzaamheid te hebben.”
Het gaat zo goed dat Tobi vanaf deze maand niet meer bij de pizzeria hoeft te werken en bijna kan leven van opdrachten voor tijdschriften en – weer sporadische – voorleesavonden. Bovendien zijn de filmrechten inmiddels verkocht aan Carice van Houten en Halina Reijn. “Wie mij straks moet spelen? Zover is het nog niet. Ik ben nog niet begonnen aan een nieuwe roman. Ik denk dat dat volgende boek iets minder persoonlijk en minder hyperrealistisch zal worden en wat meer fictioneel. En ja, misschien gaat het wel over voetbal.”
Ten slotte wil Tobi nog iets rechtzetten. “De Walter uit het hoofdstuk ‘Walter de Recruitment Consultant’ mailde me dat hij mijn boek had gelezen en reageerde sportief. Hij zei alleen dat hij niet op de VVD gestemd had, zoals ik beweerde, maar Partij voor de Dieren, dus bij deze!”
UIT: DE GESCHIEDENIS VAN MIJN SEKSUALITEIT
Van mijn achttiende tot mijn tweeëntwintigste heb ik geprobeerd allerlei Sigmund Freuds tot me te nemen, en eigenlijk heb ik daar maar één helder te omschrijven gevoel aan overgehouden: dat ik Sigmund Freud niet was. Preciezer geformuleerd: dat ik geen man was, maar een vrouw. Grote moeite had ik – met het zijn van een vrouw. Ze wilden dat ik mijn haar lang liet groeien. Natuurlijk heeft niemand dat ooit hardop zo gezegd, maar als de mensen je iets door je strot willen duwen gebruiken ze over het algemeen hun mond niet. Ze laten het je weten.
Inmiddels heb ik heel kort haar en zit ik in een praatgroep voor transgenders. Wil je daar meer over weten? Bel me maar. Ik ben ook helemaal geen transgender, ik ben gewoon iemand die heel graag vrouwen penetreert en het beu is omwille daarvan de hele tijd apparaten aan te schaffen. Die dingen kosten bakken vol geld en de helft van de tijd weet je niet waar je mee bezig bent, omdat dat peperdure toestel scheef is gaan zitten. Weet je waar ik klaar mee ben? Dingen die scheef zitten.
Tobi [Sofie] Lakmaker – De geschiedenis van mijn seksualiteit, Das Mag – €22,50