De corona-crisis, die veel mensen hun baan kost, heeft de discussie over een basisinkomen nieuw leven ingeblazen.
170 Nederlandse wetenschappers, vooral sociologen en milieuwetenschappers, publiceerden begin april een manifest. Zij willen de corona-crisis aangrijpen om Nederland groener uit de crisis te laten komen. De wetenschappers pleiten voor minder verspillende consumptie, voor lokale voedselvoorziening en voor minder reizen. Maar ze tonen zich ook pleitbezorgers van een eerlijke herverdeling. Daarbij denken ze aan ‘een forse progressieve belasting op inkomen, winst en vermogen’ en een ‘universeel basisinkomen.’
De Nederlandse Vereniging Basisinkomen heeft er de laatste tijd tientallen nieuwe leden bij gekregen. De vereniging bepleit een basisinkomen waarbij de volgende bedragen horen: 1.200 euro in de maand voor een alleenstaande, 1.800 euro voor een samenwonend stel en 300 euro voor elk kind. En oh ja, wie huurtoeslag krijgt, houdt die. “Mensen krijgen gemiddeld 270 euro aan huurtoeslag en dat is een hoop geld als je verder niets hebt”, zegt Alexander de Roo, voorzitter van Vereniging Basisinkomen.
Corona-crisis
De corona-crisis heeft de roep om een basisinkomen versterkt. “Door de corona-crisis hebben honderdduizenden mensen ineens geen inkomen meer. Zij kunnen niet terugvallen op het huidige systeem van sociale zekerheid, want dat is ontworpen voor mensen met een vaste baan. De helft van de werkenden heeft geen vaste baan, omdat ze bijvoorbeeld flexwerker of zzp’er zijn.”
Een basisinkomen biedt allereerst bestaanszekerheid. “Vroeger had je vijf jaar ww en kon je rustig naar een andere baan uitkijken. Nu ligt er bij de Tweede Kamer een advies om daar één jaar van te maken.” Daarnaast biedt een basisinkomen je vrijheid, legt De Roo uit. “Ga ik veel of weinig werken, ga ik een dag minder werken om mijn zieke moeder te verzorgen. Mensen die een bullshitbaan hebben zullen sneller geneigd zijn om wat anders te gaan doen.”
Er zijn landen, zoals Finland, die al hebben geëxperimenteerd met een soort van basisinkomen. “2.000 langdurig werklozen in Finland kregen een uitkering, zeg maar een basisinkomen. Ze mochten flink wat bijverdienen. Wat bleek? Bijstandsmoeders gingen 10 procent méér werken vergeleken met de uitkeringsgerechtigden die niet aan de proef meededen. Het loonde immers weer om te gaan werken.”
John de Mol
De Roo was één van de oprichters van GroenLinks en is nog steeds actief in die partij. “Jesse Klaver wil geen basisinkomen voor de John de Mols van deze wereld, dus heb ik op een partijbijeenkomst van GroenLinks een motie ingediend om het basisinkomen niet te geven aan 20 procent van de Nederlanders met een topinkomen. Die motie kreeg een positief advies van het partijbestuur. Dus de kans dat die motie 13 juni er door komt, is vrij groot.”
De topinkomens gèèn basisinkomen geven, maakt het basisinkomen bovendien een stuk betaalbaarder, namelijk 100 miljard op jaarbasis. “Dat bedrag kun je besparen door uitkeringen, toelagen en heffingskortingen te schrappen. Daarvoor hoef je dus niet de belastingen nog eens te verhogen. In totaal verdienen we in Nederland ruim 800 miljard per jaar. Het gaat om een groot bedrag dat moet worden verschoven, maar over het geheel genomen valt het wel mee.”
Armoedeval
Inmiddels hebben de kiezers van GroenLinks, PvdA, D66, SP, Partij voor de Dieren, Forum voor Democratie en ChristenUnie zich voor een basisinkomen uitgesproken, maar die partijen vormen samen nog geen meerderheid. De Roo: “CDA en PvdA hebben nog de meeste moeite om het huidige sociale stelsel los te laten, omdat ze daar zelf nog aan hebben meegewerkt.” De Vereniging Basisinkomen voert de PvdA overigens als voorstander van het basisinkomen op, omdat “PvdA-kiezers voor een basisinkomen zijn, maar de partijtop niet”, aldus De Roo.
“PvdA en CDA voelen meer voor gesubsidieerde basisbanen, dat je bijvoorbeeld koffie rond mag brengen in een bejaardentehuis. Dat is leuk voor hooguit 200.000 mensen, maar dat is géén oplossing voor de armoedeval die 6 à 7 miljoen mensen ondervinden.” Dat moet hij even uitleggen. “Allerlei heffingskortingen (belasting-AvS) en inkomensondersteunende toeslagen, waar we er in Nederland vijftig van kennen, zoals de zorgtoeslag, zijn afhankelijk van je inkomen. Voor 60 procent van de bevolking geldt dat als je 3 procent opslag krijgt, je 2 procent meteen weer kunt inleveren en 1 procent smelt weg door de inflatie. Mensen aan de onderkant gaan er dus al jaren netto niet op vooruit. Elsevier Weekblad, niet ècht een links blad, heeft aangetoond dat de laagstbetaalden er de afgelopen tien jaar onder Rutte niet op vooruit zijn gegaan. En de gepensioneerden zijn er in die periode zelfs 3 à 4 procent op achteruit gegaan, terwijl er aan de bovenkant een feestje is geweest.”
Gunstig
Het klimaat voor het invoeren van een basisinkomen lijkt ook gunstig, omdat de Tweede Kamer inmiddels ook af lijkt te willen van het ingewikkelde toeslagen-stelsel. “Iedereen heeft die huilende mensen gezien van wie de kinderopvangtoeslag werd afgepakt. Maar je kunt natuurlijk niet de toeslagen afschaffen zonder dat te compenseren, bijvoorbeeld met een basisinkomen.”
Mensen met een laag inkomen zullen er met een basisinkomen zeker op vooruit gaan, maar groepen die méér verdienen zullen er mogelijk een paar procent op achteruit gaan, tenzij de hele operatie kostenneutraal kan worden uitgevoerd. Vooral die laatste groep zal niet staan te juichen voor een basisinkomen, maar De Roo ziet dat anders. “Als je bovenmodaal verdient en 2 à 3 procent moet inleveren, is dat niet ècht een probleem. Maar belangrijker: die mensen zien ook dat hun kinderen minder toekomst hebben dan ze zelf hebben gehad. Bovendien krijg je er bestaanszekerheid voor terug en de vrijheid om andere dingen met je leven te doen.”
Onderzoeksbureau I&O deed onlangs in opdracht van de Vereniging Basisinkomen een peiling onder duizend Nederlanders. Daaruit bleek dat 36 procent voor een basisinkomen is, 32 procent is tegen en 32 procent weet het nog niet. Voorlopig blijft er voor de Vereniging Basisinkomen nog genoeg werk aan de winkel.