Tekst Jos Verdonk | Beeld George Maas/Fotonova
Jesse Jop Jörg (38) is oprichter van We The City, een bedrijf dat er alles aan doet om Amsterdam te verfraaien en vooral te verbinden. “Ons doel is de stad te tonen als gedeeld canvas dat we samen kunnen inkleuren.”
Dat doet We The City met talloze projecten, zoals het Bankjescollectief, waarin Amsterdammers worden uitgedaagd bankjes te plaatsen en zo gedeelde huiskamers in straten te creëren. Een ander project is Roef, de vernederlandsing van het Engelse woord roof: dak dus. Roef speelt zich af op de vele Amsterdamse daken en leidde vorig jaar tot een dakcamping en een festival: het hoogste van Amsterdam. Maar festivals zitten er in covid-tijden even niet in.
Het Fijn Ding van Jesse Jop Jörg zijn eigenlijk twee Fijne Dingen: de lichtarmaturen boven de ingangen van metrostation Bullewijk. “Ik vind kunst altijd een beetje een moeilijke term, maar je zou dit kunstwerken kunnen noemen. Ik vind ze op vele lagen mooi, alleen al hoe ze tot stand zijn gekomen. De woorden belichamen de gevoelens die in de buurt spelen. Ik vind ook het contrast mooi. De onderdoorgang is van stedelijk stoer beton, maar de letters zijn juist in een sierlijk en charmant krullerig handschrift geschreven.”
Enorme kwaliteit van woordkunst
in Zuidoost
De lichtarmaturen kwamen tot stand door de samenwerking van ontwerper Frederike Top en stadsdichter Gershwin Bonevacia. “Frederike Top heeft een project dat Straatzinnen heet. Daarvoor heeft ze letters ontworpen die op een mooie manier aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Die letters waren oorspronkelijk bedoeld voor straten, maar passen ook in deze onderdoorgang.”
De letters boven de ingangen vormen telkens een zinnetje: aan de ene kant staat ‘We staan voor elkaar’ en aan de andere ‘Ik sta voor jou’. “Deze woorden zijn gekozen door Gershwin Bonevacia, die aan buurtbewoners vroeg welke gevoelens in woorden moesten worden gevangen. Mensen konden iets op kaartjes schrijven in een cafeetje in de buurt of mailen. Van daaruit is Gershwin aan de slag gegaan.”
Een ander interessant aspect van het lichtkunstwerk is dat het geen permanent karakter heeft of hoeft te hebben. “De sierletters klikken als het ware aan elkaar en zijn zo opgehangen dat ze makkelijk zijn te vervangen. Als de tekst niet meer relevant is, kunnen we voor een andere boodschap kiezen.”
Dat juist voor een talig kunstwerk is gekozen, is volgens Jõrg geen toeval. In Zuidoost is een enorme kwaliteit aan woordkunst. Taal in al zijn veelvormigheid: denk aan de hiphoppers, storytellers, spoken word-dichters en een singer-songwriter als Gerson Main, die ook uit Zuidoost komt. Er worden in de Bijlmer veel talen gesproken en er zijn veel culturele achtergronden, die hun eigen verhalen met zich mee brengen.”
Jesse Jop Jõrg blijft het canvas van zijn stad inkleuren met opmerkelijke initiatieven, ook letterlijk, zoals met de Hekkenthon. “Dat is een 350 meter lang kunstwerk. Op de bouwhekken rond de bouwput van Amstel III in Zuidoost is canvas gespannen met een kunstwerk erop. Dat wordt 4 juli onthuld. In samenwerking met de Surinaamse zangvogelvereniging Ringmasters, die zangwedstrijden voor tropische vogels organiseert, werken we aan het project Three Little Birds. Die titel verwijst naar het lied van Bob Marley dat Ajaxfans zingen tijdens de rust van wedstrijden. Op drie locaties rond de Amsterdam Arena en de Amsterdamse Poort laten we met sensoren en boxen vogelgeluiden op mensen los. Als je langs loopt, hoor je de geluiden van de twatwa’s en picolets en dat zorgt voor rust en intimiteit. Zo gaan we dat verhaal vertellen!”