Tekst Jos Verdonk | Beeld Sandra Hoogeboom
Zelfs boekpresentaties zijn door de pandemie niet meer wat ze zijn geweest. “Zo’n online-presentatie vind ik niks. Toen mijn boek De dwaler twee maanden geleden uitkwam, ben ik op de fiets langs een paar mensen gegaan. Daar heb ik toen enthousiast mijn boek en een flesje wijn naar toe gegooid. Dat was alles.”
Aan het woord is Roos van Rijswijk (1985), die in 2016 debuteerde met de roman Onheilig, waarmee ze direct de Anton Wachterprijs won. De dwaler is na wat kleiner werk haar tweede ‘avondvullende’ boek en telt 21 verhalen die soms sprookjesachtig en dan weer vervreemdend en poëtisch zijn, en een enkele keer neigen naar science fiction. “Mensen die mijn boek lezen zijn verdeeld in ‘team rare verhalen’, dat het bijna als poëzie leest of ‘team concreet’, dat meer van de wat toegankelijker verhalen houdt. Als je het positief bekijkt, kun je zeggen: voor elk wat wils!”
Een verhalenbundel vergt vaak iets meer van de lezer dan een roman. “Voor NRC Handelsblad recenseer ik vertaalde literatuur en ik vind niets zo vervelend om een verhalenbundel in een keer achter elkaar te moeten lezen. Een kort verhaal staat tussen poëzie en een roman in en moet je eigenlijk langzaam lezen om het op je in te laten werken. Het best is om af en toe één enkel verhaal te lezen, tussen twee bezigheden door of voor je gaat slapen.”
Voorbeeld van een sf-achtig verhaal is Sluit je ogen. “Dat gaat over een buitenaardse levensvorm die de aarde gaat koloniseren, met als bijkomend gevolg dat de mensheid wordt uitgeroeid. De entiteit – want niet mannelijk of vrouwelijk – die het verhaal vertelt, vindt dat niet zo erg omdat die op de eigen planeet bladgroen eet dat al intelligenter is dan de mensheid. Dan is de keuze snel gemaakt.”
Volgens Roos van Rijswijk kun je in een kort verhaal meer maken dan in een roman, omdat zowel de schrijver als de lezer er niet zo lang aan vast zit. “In De dag dat Alfred besloot te gaan liggen heeft de hoofdpersoon een onbeduidend leven: het enige wat interessant aan hem is dat hij inderdaad op een gegeven moment gaat liggen. Dan ga ik niet een hele roman over Alfred schrijven. Gekke dingen zijn meer geschikt voor korte verhalen.”
Roos van Rijswijk studeerde Nederlands aan de Vrije Universiteit. “Ik was al wat ouder en had daarvoor een paar jaar gewerkt. Ik dacht toen: het is nu of nooit. Ik wilde taalkundige worden, maar uiteindelijk ben ik afgestudeerd als literatuurwetenschapper.”
Tijdens haar studie schreef ze columns voor het universiteitsblad Ad Valvas en toneel voor een theatergezelschap. “Ik ben korte verhalen gaan schrijven, maar had niet het idee dat gewone mensen schrijver konden worden. Toen een verhaal van mij gepubliceerd was in een literair tijdschrift werd ik benaderd door uitgeverijen met de vraag of ik soms een boek had liggen. Dat was niet zo, natuurlijk. Het was een luxepositie.”
Van Rijswijk leeft van wat zij zelf een schrijversbudget noemt. “Wie rijk wil worden, moet geen verhalenbundel schrijven en ik kan niet van mijn boeken leven, maar wel van de literatuur. Ik schrijf artikelen voor NRC en andere opdrachtgevers, geef les op de Schrijversvakschool en presenteer en interview voor literaire organisaties en festivals. Dat laatste is afgelopen jaar behoorlijk stil komen te vallen.”
Van Rijswijk geeft zelf schrijfles, maar weet dat zulke cursussen vaak best prijzig zijn. “Als je wilt leren schrijven, is het allerbelangrijkste om veel te lezen. Veel jonge schrijvers doen dat niet: dat vind ik net zoiets als muziek willen maken zonder ooit muziek te hebben gehoord. Lees als je historische romans wilt schrijven andere auteurs van historische romans. Als je geen geld hebt voor een cursus, kun je een schrijfclubje beginnen en zo van elkaar leren. Het fijne van schrijven is dat je niet zoveel nodig hebt: alleen pen en papier.”
UIT: DE VLAG, DE REIZIGER
Je hebt twee partijen nodig. verdeel je maar in de goeien en de slechten. Of de roden en de blauwen of de zwarten en de witten of de moslims en de christenen en de atheïsten en de – zoek het ook maar uit eigenlijk.
Nee, Elmer, ik ga niet voor je kiezen bij welke groep je hoort. Dat moet je zelf doen en anders bel je je moeder maar, die heeft je tenslotte niet voor niets zo’n belachelijk duur mobieltje gegeven, in mijn tijd maakten we gewoon van tevoren een afspraak en merkten we het wel als kinderen niet thuiskwamen met het donker, dan gingen we de slootjes doorzoeken en alle enge kerels af. Ging bijna nooit mis en je leerde tenminste een beetje van je afbijten. Jezus christus, ik zou wel een peuk lusten. Vroeger mocht je als docent ook gewoon roken voor de klas.
Ja, Kelly, jouw moeder is ziek geworden van het roken maar dat komt omdat ze laagopgeleid is en verder ook heel ongezond leefde. Niet zo pruilen, kies een kant. Ik neem wel een appel. Zou je ook eens moeten proberen. Vroeger waren kinderen ook niet dik. Anders zeg je even tegen Elmer dat hij z’n bekakte harses houdt.
Roos van Rijswijk – De dwaler – Querido €18,99