AMSTERDAM – Met meer dan 3.000 medewerkers is Pantar het grootste sociaal leer- en werkbedrijf van Amsterdam. Directeur Lex de Boer: “Ik vind het een geweldig bedrijf. We maken elke dag mensen weer gelukkig met werk.”
Voor veel Amsterdammers is Pantar nog gewoon een ‘sociale werkvoorziening’ met een vast bestand aan WsW-medewerkers (Wet Sociale Werkvoorziening), maar dat beeld klopt niet meer. Sinds de Participatiewet van 2015 is er veel veranderd, zegt directeur Lex de Boer. “Door deze wet komen er geen nieuwe WsW-medewerkers meer bij, waardoor deze groep in omvang snel aan het dalen is.” Maar er komen ook nieuwe medewerkers. “De gemeente stuurt sinds 2016 via de dienst WPI steeds meer medewerkers met een loonwaardecontract naar Pantar. Dat zijn mensen die door persoonlijke omstandigheden niet in staat zijn voor de volle honderd procent actief te zijn op de arbeidsmarkt.” Een tweede groep nieuwe werknemers zijn mensen uit de Wajong-regeling. En een derde nieuwe groep zijn de mannen en vrouwen van de Werkbrigade. “Eind 2019 zitten we dan op ongeveer 2400 WSW-ers en ruim 600 mensen die nieuw zijn ingestroomd.”
Loonwaardecontract
Bij personen die niet voor de volle honderd procent kunnen werken, door wat voor omstandigheden dan ook, stelt de gemeente vast wat iemand dan wél kan. De Boer noemt als voorbeeld iemand die nog voor 60 procent kan worden ingezet. “Pantar gaat dan werk zoeken voor die 60 procent, en ontvangt voor die andere 40 procent een bijdrage van de gemeente.” Die 40 procent vormt dan in het loonwaardecontract met de gemeente een deel van de inkomstenbron van Pantar. De rest van de kosten van een medewerker moet Pantar zien te verdienen met opdrachten. Alles op basis van het minimumloon. Pantar moet ervoor zorgen dat medewerkers zoveel mogelijk uitstromen naar de arbeidsmarkt, maar heel concreet zijn die afspraken niet. Maar dat gaat veranderen, zegt De Boer. “We willen voor 2020 afspraken maken met de gemeente over een aantal concrete kengetallen, waaronder de in- en uitstroom.”
Begeleiding
Pantar biedt niet alleen werk, maar zorgt ook voor een goede begeleiding op het werk en zorgt waar nodig ook voor aanvullende opleidingen. Voor deze taken beschikt Pantar over 250 eigen medewerkers. Pantar is actief in vijf bedrijfstakken. ‘Groen’ is er een van: vooral onderhoud van de openbare ruimte en groenvoorzieningen. ‘Transport en logistiek’ is ook groot. “In die sector is wel veel werk, maar niet alle medewerkers zijn in staat een auto te besturen”, zegt De Boer. In ‘facilitaire dienstverlening’ is Pantar ook actief: bijvoorbeeld bij het AMC werken 100 medewerkers die bijvoorbeeld het interne transport van bedden verzorgen. De Boer vindt dat AMC op een slimme manier omgaat met het scheppen van banen voor onze mensen. “AMC heeft vijf procent van de loonsom beschikbaar voor dit soort werk.” In de sector ‘industrie’ heeft Pantar veel inpakwerk en milieutaken. De sector ‘ambacht en techniek’ zorgt in Noord onder meer voor het opknappen van oude fietsen. Pantar heeft drie grote locaties (Diemen, Noord en West) en werkt via detachering op een groot aantal andere locaties. De Boer benadrukt dat Pantar veel klussen kan uitvoeren. “Maar vaak is wel éérst overleg nodig over een opdracht. Een klus kan voor één medewerker te ingewikkeld zijn. Dan knippen we het werk in twee of meer stukjes, zodat we wel doen wat is afgesproken, maar met meerdere personen.” De Boer noemt dat opknippen van taken jobcarving.
Directeur
Lex de Boer (1959) is sinds december 2018 directeur van Pantar. Daarvoor had hij een hele reeks functies in de volkshuisvesting, waaronder directeur van een grote woningbouwcorporatie. Hij was ook actief als organisatieadviseur en interim manager. Hij is opgetogen over Pantar. “Ik vind het een geweldig bedrijf. We maken elke dag mensen weer gelukkig met werk.” Maar het is wel een flinke klus. Immers, in 2018 was er nog een verlies van 7 miljoen euro, en voor 2019 hoopt hij op nog maar 3.5 miljoen euro. Zijn ideaal is geen verlies meer in 2024. “Dan hoeft de gemeente niet meer bij te springen.”