Dit wordt waarschijnlijk – na 20 jaar – de laatste zomer voor de bewoners van het ADM-terrein. De Raad van State beslist binnenkort over de vrijhaven in het Westelijk Havengebied. Waar moeten de bewoners straks naar toe? En wie zijn die bewoners precies?
Tekst en beeld: Trudy Admiraal
Vanaf de Hornweg 6 rijd je onder een hoge poort met kunstbloemen op een weggetje vol kuilen en gaten. Aan weerszijden groeit hoog gras en onkruid. Al snel staan links en rechts haveloze caravans, de ramen dichtgeplakt. Door de spleten van schuttingen met hangsloten kijken honden de bezoekers na. Dan doemt een tweede poort op, met aan weerzijden bomen en struikgewas; hierachter wonen de kunstenaars. De caravanbewoners die aan de rand van het terrein wonen zijn hier niet welkom.
Het verhaal van de ADM begint in 1877 als de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij een scheepswerf start in Noord. In 1960 wordt een tweede vestiging geopend in het Westelijk Havengebied. Dit terrein van 42 hectare ligt aan de Hornweg. Hier wordt een kantoorpand gebouwd, een loods en een pier in het water. In 1978 moet de ADM fuseren met de NDSM. Zeven jaar later wordt de ADM/NDSM failliet verklaard.
Het ADM-terrein in Noord kreeg in 1985 een woonbestemming. De werf aan de Hornweg werd in ‘87 gekraakt, in ‘92 ontruimd en vijf jaar later aan vastgoedspeculant Bertus Lüske verkocht. In datzelfde jaar 1997 werd het terrein opnieuw gekraakt.
Broedplaats
De krakers van de Amsterdamse Doe-het-zelf Maatschappij creëerden een broedplaats in het vroegere kantoorpand. Deze woon-werkgemeenschap is nog steeds zelfvoorzienend. De bewoners worden ook wel de ‘binnenhekkers’ genoemd.
Hun levensstijl trok stadsnomaden aan, die buiten het hek bivakkeren. Deze ‘buitenhekkers’ zijn erg op zichzelf. Er is nauwelijks contact met de binnenhekkers. Nadat eigenaar Lüske in 2003 werd geliquideerd, probeerden zijn erven het ADM-terrein te verkopen. De gemeente houdt vast aan het kettingbeding dat erop rust: het moet eerst aan de gemeente Amsterdam worden aangeboden. De jarenlange onderhandelingen zijn nooit afgerond en hebben geleid tot diverse gerechtelijke procedures. De erven van Lüske zeggen het terrein nu te willen verhuren aan scheepssloperij Koole Maritiem. Er is al een omgevingsvergunning afgegeven.
Noodsituatie
De ontruiming van het terrein is een kwestie van maanden, schat advocaat Bram Mous in. Hij vertegenwoordigt de groep buitenhekkers. De binnenhekkers redden zich beter, zij zijn met de gemeente in gesprek over een vervangende locatie. Mous: “De buitenhekkers zijn een ander verhaal. Hier is sprake van een noodsituatie. Door verslavingsproblematiek en armoede hebben zij geen energie en geen overzicht.”
Als advocaat probeert hij onder meer tijd te rekken. “De eigenaar heeft geen concrete plannen laten zien. Dan gaat het belang van de bewoners voor. Huisrecht en mensenrechten wegen soms zwaarder dan eigendomsrecht. Maar deze situatie is eindig gezien de huidige regelgeving. De bewoners gaan het verliezen.”
Van de naar schatting dertig tot veertig buitenhekkers heeft Mous met een stuk of zes, zeven bewoners contact. Hij wordt daarin geholpen door Patric Hartwig die in opdracht van de gemeente Amsterdam de buitenhekkers begeleidt. Hartwig: “Ik heb hier zelf een paar jaar gewoond, in 2001 en 2002. Het was toen heel anders. De buitenhekkers hielpen elkaar. Nu zijn er veel mensen die geen enkel contact met de maatschappij hebben. Verslaafde Polen, Bulgaren, Roemenen, er zit een enkele Amsterdammer tussen en wat mensen uit Litouwen. Als ze mazzel hebben, krijgen ze straks een treinticket terug naar hun eigen land. Na de zomer is alles echt weg.”
Hij is er niet rouwig om. “Ik probeer mensen te helpen die dat willen. Bijvoorbeeld door ze in te schrijven bij de gemeente Amsterdam. Dat zijn er maar een stuk of drie, vier.”
Eerste bewoner
Eén van die mensen is Pavel (58) die al sinds 1998 op het ADM-terrein woont. Hij heeft zijn stacaravan aan de rand van het kampement netjes opgeruimd. Alles is oud en bij elkaar gescharreld. Er staat een houtkacheltje, op het dak ligt een zonnepaneel. Trots laat hij foto’s zien van de beginjaren, toen hij met zijn toenmalige vriendin de vrijheid zocht. “Wij waren de eerste buitenhekkers, er was nog niets hier, de koeien stonden tot aan het hek.”
Op vijfjarige leeftijd ontvluchtte Pavel zijn ouderlijk huis in het toenmalige Tsjechoslowakije. Hij vertelt: “Ik heb jarenlang in Oostenrijk gewoond. Daar ben ik opgeleid tot elektricien. In de jaren 90 kwam ik toevallig in Amsterdam terecht. Ik heb een tijdje in de Jordaan gewoond. Toen kocht mijn vriendin een caravan en vonden we de vrijheid bij de ADM. Mijn vriendin heeft inmiddels een woning in de stad maar ik voel me hier gelukkig. Er komen vaak vrienden op bezoek. Ik heb de laatste jaren geen contact met de andere buitenhekkers. Die mensen zijn niet goed voor mij.”
Hij doelt op criminelen een eindje verderop in het caravankamp. Vorige maand was er nog in alle vroegte een politie-inval. Daarbij werden zeven Roemenen aangehouden op verdenking van georganiseerde diefstal, witwassen en heling, aldus de Telegraaf op 18 april.
Ingeschreven
Hoewel Pavel al de helft van zijn leven in Amsterdam woont, staat hij pas een paar maanden officieel ingeschreven. “Daar heeft Patric Hartwig voor gezorgd. Ik krijg nu ook zorgtoeslag en ben verzekerd. Ik heb wel wat gezondheidsproblemen, mijn voet is drie jaar geleden geamputeerd in het VU ziekenhuis. Ik leef van de verkoop van de daklozenkrant, maar een veldregisseur van de gemeente gaat proberen of ik een uitkering kan krijgen. Het liefst zou ik hier in mijn caravan bij de ADM willen blijven wonen. Ik ben een nomade, ik kan niet tussen vier betonnen muren leven. Als de ADM wordt ontruimd, weet ik niet wat er met mij gaat gebeuren. Maar ik maak me nog geen zorgen. Ik ben een optimistisch mens.”
Gemeente
De gemeente Amsterdam is in gesprek met de binnenhekkers over hun toekomst na ontruiming van de ADM. Ook alle buitenhekkers zijn in kaart gebracht met hulp van Hartwig, vertelt Sebastiaan Meijer, woordvoerder van waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen. Als de gemeente tot ontruiming over moet gaan, zal een groot aantal van hen er zelf voor kiezen om te vertrekken naar elders, voorspelt hij. “Ze willen geen contact met de overheid, dat zit in hun aard. Wij gaan hier maatwerk bieden en bekijken het dus van geval tot geval. Niet alle bewoners hebben dezelfde rechten. Illegale vreemdelingen moeten een ander traject in. Criminelen worden opgepakt zoals laatst al gebeurde met een Roemeense bende. Kwetsbare mensen die dat willen, krijgen zorg. Het is zoeken naar een balans tussen eigen verantwoordelijkheid van de bewoners en de zorgplicht van de gemeente.”