Nicolien Mizee (1965) is schrijver, moestuinder, amateurvogelaar en voormalig schildersmodel. Ze schreef in een grijs verleden columns voor MUG en kreeg vorig jaar de Henriette Roland Holst-prijs toegekend. Om haar leven en werk enigszins te kunnen begrijpen, moeten we helemaal teruggaan naar haar allereerste boek, Voor God en de Sociale Dienst.
In deze autobiografische ‘roman in faxen’ leren we een onzekere vrouw kennen, die worstelt met haar dagelijkse bestaan, haar familie en vriendinnen, haar kuise verering voor haar docent scenarioschrijven en – inderdaad – de Sociale Dienst.
“Ik ben vanaf mijn veertiende depressief geweest en was op school een drop-out. Uiteindelijk heb ik mijn diploma via het volwassenonderwijs gehaald, maar ik heb niet gestudeerd. Als ik een baantje ergens had – koffiemeisje, bibliotheekmedewerker, dat soort dingen – raakte ik in paniek. Ik kreeg het vreselijk benauwd als ik ergens niet weg kon. In die tijd was er überhaupt weinig werk en ik kwam in de bijstand terecht. Ik was al eind twintig toen een medewerker daarvan tegen me zei: ‘Jij wilt gewoon niet werken hè? En als dat zo is, zit je hier verkeerd: dan moet je worden afgekeurd.’ Ze heette nog mevrouw Slagveld ook: zoiets vergeet je nooit!”
En ze werd afgekeurd. Na een “enorme procedure” kwam Nicolien in de Wajong terecht, een proces dat we uitgebreid kunnen volgen in Voor God en de Sociale Dienst. Daarna gebeurde er een klein wonder. “Die enorme opluchting van niet meer te hoeven solliciteren gaf me rust en ontspanning en toen kon ik het ineens wel! Sindsdien ben ik dus heel hard gaan werken. Bij sommige mensen werkt dat gewoon zo.”
Het afscheid van de bijstand was het startschot van een schrijverschap. Sindsdien schreef ze maar liefst veertien boeken, waaronder vier romans, twee verhalenbundels en vier kloeke brievenboeken: de inmiddels beroemde faxen aan haar voormalige docent Ger. De laatste daarvan, Hoog en laag springen, verscheen dit jaar en gaat over het schrijven van haar debuut, dat parallel loopt met het langzaam uitdoven van haar relatie met partner Louise.
De vrouw die als de telefoon ging bang was dat het Arbeidsbureau belde, ging ook nog eens lesgeven aan de Volksuniversiteit en de Schrijversvakschool. “Daar leerde ik Rob kennen, mijn man! Hij was een stuk ouder. Van een half lesbische ex-uitkeringstrekker werd ik ineens mevrouw Van Dam, die in een keurig huis in Haarlem-Zuid woonde. Maar ik verdiende nog steeds weinig geld. Ik heb gelijk tegen Rob gezegd dat ik financieel weinig inbreng en daar nooit ruzie over wil.”
Twee jaar geleden verscheen Moord op de moestuin, een heuse thriller. “Dat heeft onverwacht gigantisch verkocht. Ik heb er een flink bedrag mee verdiend. Ik had ineens óók geld en dat was verrukkelijk en doet wat met je relatie. Rob is niet alleen mijn man, maar als zeer kritisch lezer ook mijn redacteur. Als ik een boek heb geschreven, haalt hij daar nog duizend spelfouten uit. Als kunstliefhebber wilde hij een bepaald schilderij hebben. Ik zei: ‘Dat krijg je van me.’”
Een maand geleden verscheen Nicolien Mizee’s Vogelboek. “Rob is behalve een kunstliefhebber ook vogelaar. Als je getrouwd bent met een vogelaar wordt samen wandelen moeilijk, want vogelaars staan steeds stil. Om beter te leren kijken, ben ik vogels gaan natekenen, gewoon uit een gidsje en daar schreef ik dan tekstjes bij. En ik kan helemaal niet tekenen. Toen ik dat schriftje tijdens de lockdown in onze tuin aan mijn redacteur liet zien, zei ze gelijk: ‘Dit wil ik uitgeven, precies dit!’”
Op dit moment wisselt Nicolien Mizee het werken op de volkstuin af met het redigeren van haar vijfde faxenboek. “Ik schrijf nog steeds aan Ger, maar sinds ik iemand heb om tegen aan te praten, stuur ik niet meer dagelijks van die enorme lappen tekst. Hij schrijft nog steeds zelden terug en sinds Gers fax het heeft begeven, gaat het via de mail.”
UIT: Hoog en laag springen
Haarlem, dinsdag 16 november 1999
Lieve Ger,
Ik wou dat ik je veel te vertellen had, over van alles wat niets met mijn boek te maken heeft, maar dat is jammer genoeg niet het geval.
Het boek gaat over jou. Ik hoop dat je niet kwaad bent. Voor de publiciteit lijkt het me het beste als je een proces tegen me aanspant.
Je komt er bijna niet in voor, maar toch gaat het over jou. Net als God in de Bijbel. Ik heb het aan de leden van de leesclub nagevraagd, maar die zien er niets beledigends in. Hoogstwaarschijnlijk kan het je allemaal niets schelen.
Nu ga ik mijn fiets binnenzetten. Het regent. De berging is aan de andere kant van de straat. Ik ben soep aan het trekken.
Nicolien Mizee – Hoog en laag springen (Faxen aan Ger 4) – Uitgeverij Van Oorschot – €25,-
[…] een bijstandsuitkering tot succesvol schrijverschap is een interessante reis. Meer daarover leest u hier. Toen Nicolien Mizee (1965) naar de Schrijversvakschool ’t Colofon ging en les kreeg van Ger […]