Beeld Sandra Hoogeboom

Laten we eerst vaststellen wat Martin Bottenberg (1957) vooral niet is: een voormalig acteur, dakdekker en schaapherder die een gevangenisstraf voor fraude en valsheid in geschrifte uitzit. Gewoon op vrije voeten op het terras grijnst hij jongensachtig: “Toen mijn eerste boek uitkwam, vroeg de uitgeverij mij om een biografietje te schrijven voor op de achterkant. Ik dacht toen: is dat nou echt nodig? Dus heb ik maar wat uit mijn duim gezogen. Het is allemaal flauwekul: het enige wat klopt, is de titel van mijn eerste boek.”

In plaats van het bovenstaande cv studeerde Martin Bottenberg Engelse taal- en letterkunde en werkt hij keurig als IT-specialist bij de Nederlandse Spoorwegen. “Nog tweeënhalf jaar, dan ga ik met pensioen.” In de tijd die overblijft, is hij schrijver en tekenaar. Na zijn debuutbundel De garderobejuffrouw (2007) bleef het lang stil en pas vorig jaar verscheen zijn tweede boek, Het mooiste doelpunt. “Daarover heb ik dertien jaar gedaan, maar dat is de doorlooptijd, zoals dat in de IT heet. Het heeft minder te maken met de netto-uren die ik eraan heb besteed.”

Zowel De garderobejuffrouw als Het mooiste doelpunt zijn kloeke bundelingen verhalen die op schaarse ‘regie-aanwijzingen’ na volledig uit dialogen bestaan en meestal een absurdistische en satirische inslag hebben. “Dialogen zijn ontdaan van overbodige franje, maar zitten vol dynamiek, die in verhalen in de derde persoon enkelvoud vaak ontbreekt. En absurdisme is een vorm van humor die me interesseert, maar ik weet niet of je dat stijl kunt noemen. Ik houd van Monty Python, maar ook van Van Kooten en De Bie zijn een inspiratiebron voor mij geweest. Ik ben eens begonnen aan een verhaal waarmee ik ben opgehouden toen ik erachter kwam dat ik een dialoog van de Vieze Man aan het schrijven was. Als je begint met schrijven, ben je een epigoon, die zijn favoriete schrijvers imiteert, maar de Vieze Man dunnetjes overdoen, is niet iets wat je moet willen!”

In het titelverhaal, waarmee de bundel afsluit, redetwisten de filosofen Socrates en Gorgias en veldheer Alcibiades in de vijfde eeuw voor Christus na de wedstrijd Sparta-Ajax niet over wijsbegeerte, maar over wat het mooiste doelpunt is. Dat levert Cruijffiaanse wijsheden op als ‘als het doelpunt eenmaal is toegekend, telt hij.’ “Alle personages in dat verhaal zijn historisch en er komen ook halfgoden in voor, Achilles en Odysseus. Ik heb nooit gymnasium gedaan, maar heb tijdens mijn studie een inhaalslag gemaakt en die Penguin Classics met in het Engels vertaalde Griekse en Romeinse klassieken gelezen.”

Een van de meest geslaagde verhalen uit Het mooiste doelpunt is De ijsvogel. Een jong stel ziet tijdens een vakantie in een park een ijsvogel. Het wordt een dierbare herinnering, die echter langzaam verandert en vervaagt. “Dat is ook een van mijn favorieten. Er zit een diepere laag in: het gaat eigenlijk over het menselijk geheugen en ouder worden. Het is best tragisch hè?”

Veel van Bottenbergs verzamelde dialogen hebben een wat macabere inslag en vaak lopen ze niet al te goed af. “Ik heb nagedacht waarom dat zo is. Ik ben ervan overtuigd dat ieder mens diep in zijn hart een hork wil zijn, een egoïst en crimineel. Ik ook. Dat zit diep in ons hart, maar om met Willem Elsschot te spreken staan er ‘wetten in de weg en praktische bezwaren’ die dat tegenhouden.”

Ondanks zijn ietwat trage productie werkt Bottenberg volgens een vast ritueel en zeer gedisciplineerd. “Tegenwoordig schrijf ik voor ik ga werken, ’s ochtends van zes tot half zeven. Maar daarvoor bedenk ik in bed een half uur lang na over wát ik zal gaan schrijven. En over mijn volgende boek ga ik korter doen. Het is al bijna af in klad. Nee, de titel vertel ik niet: dat brengt ongeluk, maar het zijn weer dialogen. Mijn vierde boek is een bundeling van monologen – toespraken die mensen in hun hoofd afsteken – en mijn vijfde speelt zich ook in hoofden af: menselijke gedachtestromen, die alle kanten op gaan.”

Bottenberg waardeert het als zijn verhalen wat teweegbrengen. “In mijn eerste boek stonden drie verhalen over een haar in de soep. Lezers vonden dat smerig en moesten eraan terugdenken als ze naar een restaurant gingen. Dat vond ik leuk om te horen: misschien ben ik inderdaad een beetje een wreed mens!”

UIT: DE INBREKER

Goedenavond.

Goedenavond.

Wat kan ik voor u doen?

Ik kom hier even inbreken.

Aha, ik dacht al: wanneer komt er weer eens een inbreker langs? Het lijkt alweer eeuwen geleden.

Ja, het operakwartier is een uitgestrekte buurt, en ik sta er in m’n eentje voor, sinds dat stomme ongeluk van…

Piet van Drongelen, die zijn nek heeft gebroken toen hij van dat dak afviel. Ja, wat een gedoe was dat hè?

een prutser die zijn evenwicht niet kon bewaren. Maar dat betekent wel dat ik weken van 80 uur moet maken, om alles op tijd af te krijgen.

En u werkt niet op afspraak?

Nee. Dat heb ik jarenlang gedaan, maar toen kwam ik tot de conclusie dat mensen er toch de voorkeur aan gaven als ik onverwachts langs kwam. Waar ik me wel iets bij voor kan stellen, want het komt de geloofwaardigheid wel ten goede.

advertentie Regenboog Groep

Inderdaad. Maar wacht eens even. Ken ik u niet? Ja, zie je wel. Biersteker van de Figarolaan! Nummer 18, is het niet?

Dat klopt.

Ik heb vorig jaar december nog bridge met u gespeeld, bij de Dennekampjes.

En u is?

Van Donselaar, Leo van Donselaar. Zeg maar Leo.

Martin Bottenberg – Het mooiste doelpunt

Eigen beheer (via Boekscout )- €12,-
(te bestellen via martinbottenberg.com)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in