In het voorjaar van 2020 steeg de bijstand in ons land met 3,3 procent naar 431.000. Het aantal Tozo-uitkeringen daarentegen sprong spectaculair naar 400.000.
We zitten midden in een economische crisis, maar de aantallen in de bijstand in Nederland stegen in 2020 nauwelijks. Dat blijkt uit een overzicht van Divosa, de vereniging van ‘gemeentelijke directeuren en leidinggevenden met een eindverantwoordelijke rol in het sociaal domein’. ‘De stijging begon in maart en zette door tot juli. Daarna daalde het bijstandsbestand licht om vanaf december weer te stijgen. In december was het aantal mensen in de bijstand 3,3 procent hoger dan voor de coronacrisis.’ De aantallen in de bijstand zijn ongelijk verdeeld. Gemiddeld telt Nederland 29 bijstandsuitkeringen per 1000 inwoners, maar in Amsterdam (en in nog acht andere grote steden) ligt dat aantal fors hoger: meer dan vijftig per duizend inwoners.
Meer vrouwen
Opvallend is ook het verschil tussen mannen en vrouwen. Van de 431.000 uitkeringen gaan er 245.000 naar een vrouw, dus flink meer dan de helft. Ook het aandeel van Nederlanders met een niet-westerse achtergrond is fors met ongeveer de helft van het aantal uitkeringen (223.000). Het aantal uitkeringen in Amsterdam is iets minder dan 41.000, dus bijna tien procent van het aantal in Nederland.
Tozo-uitkeringen
Nieuw in 2020 was de zogenoemde Tozo-uitkering, vooral bedoeld voor zzp-ers die zonder werk kwamen te zitten tijdens de corona-crisis. In het eerste kwartaal van de lockdown (maart, april en mei) ging het om maar liefst 400.000 personen. Vanaf juni daalde dat aantal fors naar ongeveer 100.000, schrijft Divosa. ‘Van mei op juni daalt het aantal Tozo-uitkeringen sterk door de invoering van de partnerinkomenstoets en de versoepeling van de coronamaatregelen.’ De meeste Tozo-uitkeringen voor levensonderhoud gingen naar 45-plussers, vooral mannen en mensen met een Nederlandse achtergrond. In Amsterdam ging het aanvankelijk om 40.000 Tozo-uitkeringen, vanaf de zomer 2020 daalde het aantal uitkeringen naar 20.000.
