Zeker twee leerlingen in elke groep op alle basisscholen in Nederland groeien op in armoede. Leerlingen die in armoede leven, presteren minder op school met leren, geeft ruim de helft van de leerkrachten aan. Dat blijkt uit een onderzoek van DUO Onderwijsonderzoek & Advies.
Bijna tweederde van de leerkrachten heeft een of meer leerlingen in de groep van wie zij vermoeden dat er thuis sprake is van armoede. Oude kleren of altijd dezelfde schoenen, daaraan herkennen leraren het vaakst armoede (78 procent). Maar ook valt armoe op als er na vakanties aan kinderen wordt gevraagd wat ze hebben gedaan (70 procent). Maar zes procent van de leerkrachten herkent armoede aan pestgedrag.
Leerprestaties
55 Procent van de juffen en meesters zegt dat armoede de leerprestaties negatief beïnvloedt. En zeven procent geeft aan dat dit veel invloed heeft op de leerprestaties. Leerlingen die in armoede opgroeien, hebben daarvan ook last bij hun sociaal-emotionele ontwikkeling, zegt 76 procent van de leerkrachten. De PvdA heeft inmiddels Kamervragen gesteld naar aanleiding van dit onderzoek. De partij vindt dat alle basisscholen speciale maatregelen moeten nemen om de gevolgen van armoede bij leerlingen tegen te gaan. Eenderde van de scholen doet dat nu nog niet.