Karl Marx heeft onze cultuur wezenlijk beïnvloed, schreef Arnon Grunberg begin mei in de Volkskrant in een van zijn laatste Voetnoten. Ik denk dat dat een goede observatie was van Grunberg. Maar Grunberg heeft ook kritiek op Marx. Hij schrijft dat de 19e eeuwse denker niet had voorzien dat mensen zich tegenwoordig liever met hun etniciteit dan met hun sociale klasse identificeren.
Zo op het eerste oog zou je zeggen dat hij ook met die opmerking de spijker op zijn kop slaat. Politieke partijen, die de hedendaagse problematiek herleiden tot een simpel ‘dat komt door die buitenlanders en weg ermee’ hebben de wind mee. Partijen, die nadrukkelijk oplossingen zoeken in een herverdeling van de ongelijk verdeelde rijkdom hebben het nakijken en staan op zwaar verlies.
Maar kun je aan de hand van simpele rekensommetjes bij verkiezingen zeggen dat de sociale klasse heeft afgedaan? Zouden mensen uit de armere volksbuurten zich hoe dan ook verbonden voelen met de rijke elites uit Wassenaar of Bennekom? Simpelweg omdat ook daar ‘autochtone’ Nederlanders zouden wonen? Wat denkt u?
Misschien is die afkeer van de rijke elite toch vele malen groter dan de uiteindelijke afkeer van de buitenlanders in hun volkswijk, die zeker aanwezig is bij sommige witte bewoners. Wat dat betreft zullen de toekomstige gebeurtenissen in Amsterdam-Noord een mooi inkijkje geven.
Want Noord, ooit een plek waar hoofdzakelijk havenarbeiders en hun nazaten woonden, is een buurt in ontwikkeling. Dat wil zeggen, de rijkere Nederlander heeft zijn oog op dit stukje ooit zo volkse Amsterdam laten vallen, omdat hij hier nog aan een relatief goedkope woning kan komen.
En de oorspronkelijke inwoners van Noord zien dat allemaal met lede ogen aan. Zij vragen zich af of hun kinderen nog in hun geliefde buurt een woninkje kunnen bemachtigen. Of dat toch degenen met poen de overhand krijgen?
Jacques Peeters is spreekuurmedewerker van de Bijstandsbond