Veel Amsterdamse huisbazen hebben geen belangstelling voor achterstallig onderhoud. Dat bleek tijdens een avondvullend programma van journalisten van De Balie. “Achter de Amsterdamse gevels vonden we schimmel, lekkages en houtrot en onwenselijke clausules in de huurcontracten.” Wat doet de gemeente?
De redactie van De Balie Live Journalism heeft vanaf augustus onderzoek gedaan naar achterstallig onderhoud van huurwoningen in Amsterdam. Duizend huurders vulden een enquête in na een oproep op AT5. Vooral huurders van slecht onderhouden huurwoningen. De journalisten legden tal van huisbezoeken af en voerden gesprekken met experts, huurder-koepels en verhuurders. De conclusie van het onderzoek is niet mals, zegt Zara Toksoz, een van de journalisten. Het totaal negeren door huisbazen van redelijke verzoeken om wat te doen aan achterstallig en zeer noodzakelijk onderhoud van woningen, heeft haar nog het meest geschokt. “Huisbazen reageren niet of pas na veel aandringen. Maar in de meeste gevallen leidt dat niet tot een actie.” Huurders leggen zich na jaren klagen vaak neer bij de situatie, soms uit angst voor hun huisbaas.
Cashen
Niet reageren, intimideren, uitstellen en bang maken: dat is wat huurders ondervinden van huisbazen als ze klagen over achterstallig onderhoud. De redactie van De Balie heeft een tiental portretten gemaakt van Amsterdamse huurders die representatief zijn voor de vele klachten. Met allemaal dezelfde kenmerken: last van schimmel, lekkages aan het plafond, geen waterdichte kozijnen en huisbazen die niet of nauwelijks reageren op klachten. Niet alleen particuliere verhuurders zijn slechte huisbazen, aldus Zara Toksoz. Ook over woningcorporaties zijn er tal van klachten. Maar bij particuliere huisbazen speelt er vaak wat anders: de huisbaas wil cashen. “Door niet te reageren en de boel de boel te laten, hopen sommige huisbazen dat de huurder vertrekt, zodat de woning kan worden verkocht. Soms bieden huisbazen tot wel 200.000 euro als vertrekpremie aan de huurder om de woning leeg te kunnen verkopen.”
Meldpunt
Onder de naam ‘Het Schimmelparadijs’ was er dinsdag 17 december een avondvullend programma in De Balie. In een theatervoorstelling was te zien hoe het staat met het achterstallig onderhoud van veel Amsterdamse woningen. Aanwezig was ook wethouder Laurens Ivens (SP), verantwoordelijk voor het woningbeleid in Amsterdam. Ivens is al vijf jaar wethouder wonen. Maar uit de vele antwoorden van de wethouder op de even zovele vragen uit de zaal bleek dat de gemeente niet al te veel macht heeft om iets te doen aan het achterstallig onderhoud. Zeker niet bij particuliere verhuurders, maar ook nauwelijks bij de corporaties. Hij heeft twee adviezen voor huurders: ga naar de huurcommissie en ga naar het Meldpunt Woningonderhoud. Via de huurcommissie kan een lagere huur worden bedongen bij het uitblijven van onderhoud. “Dan tref je de verhuurder in zijn portemonnee.”
Een tweede mogelijkheid is een klacht indienen bij het Meldpunt Woningonderhoud. Met dit meldpunt heeft Amsterdam volgens Ivens “toch een rol opgeëist om slecht onderhouden woningen te verbeteren”. Volgens de website van het meldpunt kwamen er tussen februari 2018 enjuli 2019 ruim 200 meldingen van achterstallig onderhoud binnen. Verreweg de meeste klachten gingen over lekkage of schimmelvorming. “In ruim eenderde van deze zaken heeft bemiddeling door het stadsdeel inmiddels tot een verbeterde woning geleid.”
Feiten
Amsterdam telt dit jaar 432.000 woningen, waarvan 43 procent in bezit van corporaties, 27 procent van particulieren huurders en 31 procent zijn koopwoningen. Maar de verhoudingen zijn sinds 2002 flink gewijzigd: tussen 2002 en 2019 is de corporatievoorraad in de stad met zo’n 35.000 woningen geslonken, tot 180.000 woningen. In dezelfde periode zijn er meer dan 70.000 koopwoningen bijgekomen en groeide de particuliere huursector met ruim 20.000 woningen. In Amsterdam wonen op dit moment ongeveer 880.000 personen, evenveel als in topjaar 1959. Maar het aantal woningen is sinds 1959 gestegen met 200.000. Dus hetzelfde aantal inwoners met 200.000 woningen méér. En nog zijn er veel te weinig woningen.