De meeste burgers zijn zich niet bewust van hun bestaan: dataverwerkingsbureaus die in opdracht van de overheid gegevens van burgers koppelen. Toch spelen ze een grote rol in de jacht op fraude. Het Inlichtingenbureau is de bekendste partij.
Stel: je hebt een bijstandsuitkering en schaft een bestelbusje aan. Grote kans dat binnen afzienbare tijd de sociale recherche op de stoep staat. Of je wordt opgeroepen voor een gesprek met een ambtenaar van de sociale dienst. Want voor deze aanschaf heb je toch wat geld nodig, en de aanschaf van een bestelbus heeft natuurlijk een reden. Werkzaamheden naast de uitkering bijvoorbeeld.
Hoe weet de gemeente van deze aanschaf? Grote kans dat hier een dataverwerkingsbureau een rol heeft gespeeld. Deze organisaties koppelen data van bijstandsgerechtigden aan elkaar. Uit deze koppelingen kunnen signalen van fraude naar voren komen. Deze signalen worden doorgespeeld aan de gemeente. Die bepaalt vervolgens of er moet worden gehandeld.
Samenloop – Een belangrijke dataverwerker is het Inlichtingenbureau, een semi-overheidsorganisatie. Weinig mensen kennen deze instantie, die toch al sinds 2001 actief is. De organisatie omschrijft zichzelf als ‘dienstverlenende organisatie die gegevens over burgers voor gemeenten ontsluit en verrijkt.’
Het Inlichtingenbureau vraagt gegevens op van uitkeringsgerechten bij officiële instanties als het UWV, DUO of de Belastingdienst. Ook de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) is zo’n instantie. Zo komt het Inlichtingenbureau dus te weten dat jij een bestelbusje hebt.
De gegevens worden vervolgens aan elkaar gekoppeld. Als uit deze koppeling een situatie naar voren komt die mogelijk invloed heeft op de hoogte en het recht op bijstand, dan is er een zogenoemde ‘samenloop’. De constatering van je bestelbusje is zo’n samenloop. Er gaat automatisch een signaal naar de gemeente uit, waarin de samenloop wordt vermeld.
Dit signaal is geen bewijs van fraude, het is alleen een aanwijzing voor gemeenten om nader onderzoek te verrichten. Het is niet de functie van het bureau om te oordelen op basis van gegevens, dat is aan de gemeente.
Het Inlichtingenbureau mag dan een grote partij zijn, het is zeker niet de enige aan de overheid gelieerde instantie die informatie verzamelt en koppelt. Zo zijn er ook nog het Bureau Keteninformatie Werk en Inkomen (BKWI) en de stichting Rinis (Routeringsinstituut (inter)nationale informatiestromen). In de jacht op fraude maken gemeentes van verschillende bronnen gebruik.
Verantwoordelijkheid – Maar wie controleert het Inlichtingenbureau? Onder wiens verantwoordelijkheid valt deze organisatie? Bij de oprichting in 2001 was duidelijk: de minister is verantwoordelijk voor het handelen van het Inlichtingenbureau. Maar in 2008 werd deze verantwoordelijkheid afgeschoven op de gemeenten. Die gaven het bureau veel zelfstandigheid, het hoefde zich alleen aan basale privacyregels te houden. Dat gaf het bureau een schimmige status. Vanaf 1 juli dit jaar moet de verantwoordelijkheid weer in Den Haag liggen.
Ondanks deze voorgenomen wijziging blijft de schimmige status van het Inlichtingenbureau een belangrijk punt van kritiek door belangenorganisaties. “Je kunt ze niet controleren, het is volstrekt onduidelijk of en wanneer ze misbruik maken van hun positie”, zegt Henk Kroon, woordvoerder van de Bijstandsbond. “Autoriteiten kunnen makkelijk misbruik maken van deze ondoorzichtigheid. Dat is het probleem dat wij hebben met het Inlichtingenbureau zoals het nu te werk gaat.”
Kunstmatige intelligentie in de fraudejacht – In de jacht op fraude gebruikt de overheid steeds vaker algoritmen, een vorm van kunstmatige intelligentie. De methode is omstreden. Vorig jaar werd een algoritmesysteem door de rechter verboden, maar nu maakt een nog ingrijpendere wet zijn opwachting.
In februari 2020 bepaalde de rechter dat het fraude-opsporingssysteem Systeem Risico Indicatie (SyRI) in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens. Het systeem zou onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar zijn. De zaak was aangespannen door een brede coalitie bestaande uit het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM), Platform Bescherming Burgerrechten, Privacy First en Stichting KDVP. Ook columnist Maxim Februari en schrijver Tommy Wieringa voegden zich hierbij.
SyRI is een voorbeeld van de toepassing van Kunstmatige Intelligentie – ook bekend onder de Engelse naam Artificial Intelligence (AI) – in de jacht op fraude. Aan de hand van algoritmes worden automatisch profielen van burgers gevormd. Uit deze profielen komen potentiële fraudeurs naar voren. Let wel: dit hoeven geen echte fraudeurs te zijn.
Hoe gaat dit precies in zijn werk? Wat zijn die algoritmes die worden ingezet? Je zou een algoritme kunnen omschrijven als een geprogrammeerd stappenplan om een doel te bereiken. Algoritmes kun je voor nuttige dingen gebruiken. Van een Google zoekopdracht tot navigatiesystemen of het zoeken naar je Tinderdate: het is allemaal gebaseerd op algoritmes.
Algoritmes worden dus ook gebruikt voor het ontmaskeren van fraudeurs. In jip-en-janneketaal gaat het als volgt. De programmeur voert een aantal risicofactoren in (bijvoorbeeld: ‘meerdere mensen ingeschreven op hetzelfde adres’ of ‘hogere waterrekening’). Die risicofactoren krijgen een score. Komt het programma bij een burger een risicofactor tegen, dan volgt het de geprogrammeerde stappen (bijvoorbeeld: kom je meerdere bewoners op een adres tegen, kijk dan naar de waterrekening). Zo vormt zich volledig automatisch een profiel van een mogelijk frauderende burger met een risicoscore.
Ook de gemeente Amsterdam past deze toepassing van AI toe in onderzoek naar fraude. Het gaat voorlopig nog niet om uitkeringsfraude. Wel is er in 2020 een pilot geweest van onderzoek naar woonfraude met algoritmes.
SyRI is dus in de strijd met de wetgeving verklaard. Maar een wet die veel ingrijpender systemen mogelijk maakt, dreigt er alsnog aan te komen: de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden (WGS). “Bij SyRI brachten overheidsinstanties hun gegevens samen bij het Inlichtingenbureau. Dat stelde op basis daarvan een risicoprofiel op”, vertelt Tijmen Wisman, universitair docent privacyrecht aan de VU en verbonden aan het Platform Bescherming Burgerrechten. “Onderlinge uitwisseling kon slechts bij hoge uitzondering. De WGS maakt het echter mogelijk dat alle partijen onderling informatie over burgers kunnen uitwisselen. Daarmee is de privacy op geen enkele manier meer gewaarborgd.“
De algoritmes geven een beeld aan de hand van de score op voorgeprogrammeerde risicofactoren. Dit beeld maakt je nog niet meteen tot daadwerkelijke fraudeur. Hier ging het mis in de geruchtmakende Kinderopvangtoeslagaffaire. Door algoritmen aangetroffen aanwijzingen werden meteen als fraudebewijs gezien, met duizenden gedupeerden als gevolg.
“Je raakt verstrikt in een net”, zegt Tijmen Wisman. “Door het gebruik van algoritmen komen er geen mensen meer aan te pas. Je komt in een fuik terecht, je voelt continu de aanwezigheid van de overheid. Algoritmen ‘denken’ en handelen als een robot. In stappen, zonder emotie, zonder de mogelijkheid tot nuanceren. We creëren hiermee een soort Big Brothersituatie.”
Volgens Wisman is de jacht op fraudeurs met deze middelen volledig doorgeslagen. “De hoeveelheid uitkeringsfraude is slechts 0,001% van de totale hoeveelheid fraude. De middelen die worden ingezet om dit allemaal te bestrijden, wegen niet op tegen wat het oplevert.”
Op de site algoritmeregister.amsterdam.nl kun je zien op welke manier de gemeente Amsterdam gebruiktmaakt van algoritmes.
Uitstekend artikel om met lezers te delen. Ik was er zeker niet bewust van. Ik dacht al die tijd dat er een afdeling binnen de politie bestaat die zich bezig houdt met verwerking van data. Nooit eraan gedacht dat er onafhankelijke bureaus bestaan. Tegenwoordig is de technologie zo ver dat je makkelijk online gegevens kunt verwerken. Goed initiatief om deze informatie te delen.