“Nog steeds te veel mensen zijn niet aan het werk”, zegt Carolien de Heer verontwaardigd. Zij is sinds 2014 lid van de Gemeenteraad Amsterdam met als aandachtsgebied Werk en Inkomen, het terrein van wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks). “Hoe kan het toch dat er nog steeds zoveel mensen niet aan het werk te krijgen zijn?”, vraagt De Heer zich af.
Vooral in een tijd van hoogconjunctuur zou het aantal mensen in de bijstand toch flink moeten dalen, meent ze. Maar helaas is dat niet het geval. Vergeleken met de rest van Nederland scoort Amsterdam zelfs minder goed. In cijfers: landelijk daalde het aantal mensen in de bijstand in de periode van september 2017 tot en met augustus 2018 met 4,15 procent, in Amsterdam is de daling 1,58 procent.
Carolien de Heer wil dat die trend wordt omgebogen. “De begeleiding van mensen in de bijstand moet anders worden georganiseerd”, zegt De Heer. “We moeten veel meer de wijken in. Want pas dan ben je in staat om echt maatwerk te leveren.” Ze noemt als voorbeeld vrouwen met kinderen, die de Nederlandse taal nog niet voldoende machtig zijn. “Voor deze vrouwen zoek je samenwerking met lokale partners, dat is niet te organiseren vanuit het stadhuis.” Om aan te geven hoe ver de centralisatie was doorgeschoten noemt ze de begeleiding van statushouders. “Deze mensen moesten allemaal naar het stadhuis komen.”
Caseload
De Heer wordt in haar kritiek gesteund door het rapport Doorlichting Toeleiding Naar Werk, dat onlangs aan de gemeenteraad is toegestuurd. Naast een meer wijkgerichte aanpak wordt in het rapport gepleit voor meer maatwerk en een kleinere caseload: dat is jargon voor het aantal bijstandsgerechtigden per ambtenaar van de Sociale Dienst (WPI). “Zo’n kleinere caseload leidt tot meer tijd voor de begeleiding naar werk van mensen in de bijstand”, licht De Heer toe. Deze nieuwe manier van werken is nog maar recent ingevoerd binnen de gemeente en staat volgens De Heer nog in de kinderschoenen. Ook bepleit ze een grotere rol voor stadsdeelbestuurders. “Die kunnen met hun lokale netwerk goed helpen om mensen een nieuwe toekomst te geven.”
Mensen kansen geven
Hoewel er ‘niets mis is met een uitkering’, wil De Heer toch dat mensen in de bijstand ‘een kans moeten krijgen om aan het werk te gaan’. “Werk zorgt ervoor dat mensen kunnen meedoen en meestal meer te besteden hebben. Het hebben van werk helpt ook tegen eenzaamheid en het tegengaan van psychische klachten”, aldus De Heer. “We heten niet voor niets Partij van de Arbeid.”
De Heer is kritisch op de gemeente Amsterdam in de rol van werkgever. Zij noemt als voorbeeld de Werkbrigade. “Een mooi project, dat mensen de kans geeft om door te groeien naar een reguliere baan.” Maar wat blijkt: zelfs na twee jaar werkzaam te zijn geweest in de groenvoorziening krijgen deze mensen slechts een tijdelijk contract via een uitzendbureau. “Dat is toch van de gekke”, aldus De Heer. “Waarom stellen we die mensen na twee jaar niet gewoon als ambtenaar aan?”
CNV Vakcentrale
Carolien de Heer (1976, UvA Politicologie) is werkzaam als manager Communicatie en Beleid van vakcentrale CNV. Daarvoor was ze onder meer actief als politiek assistent van Jet Bussemaker, toen deze staatssecretaris was voor het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ook is De Heer duo-raadslid geweest in stadsdeel West. Sinds 2014 is ze lid van de Amsterdamse Gemeenteraad. Ze vindt de combinatie van werk bij het CNV (24 uur per week), raadslid (20 uur per week) en moeder zijn van een dochter ‘heel intensief’.
Eerdere portretten in deze reeks:
Claire Martens (VVD)
