Tekst Marcel Schor | Beeld Erik Veld
“Jongeren met een migratieachtergrond zijn te bescheiden over hun kwaliteiten”, zegt Murat bij een praatsessie vorige maand over een banenplan voor jongeren uit Amsterdam Nieuw-West in Buurtwerkplaats Noorderhof aan de Sloterplas.
Voor veel hbo- en wo-opgeleide jongeren met een migratieachtergrond blijkt het niet makkelijk een baan op niveau te vinden. Discriminatie, het ontbreken van het juiste netwerk en sollicitatievaardigheden spelen hierbij een rol. Het aanpakken van kansongelijkheid is een speerpunt van het college van burgemeester en wethouders.
Onder leiding van stadsdeelmedewerkers proberen circa dertig jongeren en werkgevers in Buurtwerkplaats Noorderhof tot oplossingen te komen zodat die hoogopgeleide jongeren een betere kans maken op een goede baan.
Stadsdeelvoorzitter Emre Ünver opent de sessie en zegt “bang te zijn dat die jongeren extra kwetsbaar zijn in het coronatijdperk.” De urgentie is dus hoog om met ideeën te komen. En die zijn er: van positieve discriminatie tot het blinddoeken van werkgevers bij sollicitaties zodat uiterlijke kenmerken onzichtbaar worden of leerwerkplekken aanbieden om werkgevers over de streep te trekken. Een idee dat telkens terugkomt, is het belang van goede begeleiding.
‘Bij de juiste begeleiding
bloeien jongeren op‘
Rabia Hafdi, stagemakelaar bij de gemeente spreekt veel jongeren die verkeerde beroepskeuzes maken en afhaken. “Dat komt omdat er vanuit school geen goede coaching is. Voer gesprekken, luister goed, geef vertrouwen en stimuleer, dat geldt net zo goed voor vmbo’ers als voor vwo’ers. Leer ze sociale vaardigheden en laat ze oefenen in solliciteren en netwerken. De corona-crisis heeft veel stress en onzekerheid bij de jongeren veroozaakt. Docenten onderhouden te weinig contact en er is onduidelijkheid over opdrachten. Die contactmomenten zijn hard nodig zodat ze niet onzeker worden en vertrouwen in hun studie houden. Geef ze de juiste begeleiding en ze gaan bloeien.”
Joris Zevenbergen, projectleider van het banenplan in Nieuw-West, is het ermee eens: “Behoefte aan coaching horen we veel. Grote kans dat dit in het banenplan terechtkomt.”
Studenten Hanane en Sanae zien een mentor wel zitten. Hanane: “Mentoren op de hogeschool zijn er vooral om je te helpen bij vakinhoudelijke problemen. Je hebt als student behoefte aan een vertrouwenspersoon die je kan helpen keuzes maken.” Sanae: “Een goede mentor is iemand die naar je luistert en kritisch naar je kijkt en met wie je tot goede keuzes kunt komen.”
Bob houdt zich beroepsmatig bezig met diversiteit op de werkvloer: “De gemeente zou het voortouw moeten nemen bij het faciliteren van coachingsgesprekken op scholen. Alleen al in Nieuw-West zijn circa 40.000 jongeren. De gemeente zou op zoek moeten naar mentoren en kwaliteitseisen moeten opstellen.” Hanane ziet dat zitten. “Een matchingprogramma waarbij de juiste mentor aan een jongere wordt gekoppeld, zou een mooi begin zijn.”
Joris: “Die gesprekken met jongeren en werkgevers heeft geleid tot nieuwe inzichten, bijvoorbeeld dat er voor deze jongeren niets is georganiseerd. De heersende gedachte is dat ze zich wel redden. Ze vinden werk, maar onder hun niveau en vaak met korte contracten. We willen met een banenplan komen dat recht doet aan hun kennis, vaardigheden en talent. Door de corona-crisis wordt dit alleen maar urgenter. Bij economische hoogtij is er minder discriminatie op de arbeidsmarkt, maar als het tegenzit, wordt deze groep hard geraakt.”
Hanane (20), studente, derdejaars Fiscaal Recht en Economie aan de HvA
“Ik loop stage bij de Belastingdienst. Maar voor ik er kwam, ben ik diverse keren afgewezen. Als ik vroeg waarom, kreeg ik geen goede redenen. Het kon niet aan mijn cijfers liggen want die zijn goed. Ik vroeg of het iets te maken heeft met mijn hoofddoek. Het werd stil, ik wist genoeg. Het voelt rot dat het me niet is gelukt bij een van de vier grote fiscalistenkantoren binnen te komen. Bij de Belastingdienst zijn selectiedagen waar vraagstukken werden voorgelegd. Er werd naar mijn kennis gevraagd en ik kreeg goede feedback. Ik voelde me op mijn gemak. Ik hoop dat na mijn afstuderen, mijn keuze voor een werkgever niet is beperkt tot de Belastingdienst. Die fiscalistenkantoren zouden beter moeten kijken naar kwaliteit.”