Bijna de helft van de mensen die onder de Participatiewet vallen (bijstandsgerechtigden en mensen met een arbeidsbeperking), voelt zich niet goed behandeld door de gemeente. Dat blijkt uit een enquête van de FNV onder duizend personen.
Circa 40 procent voelt zich gekleineerd en een kwart voelt zich bedreigd, aldus de FNV. Gemeenten krijgen gemiddeld als cijfer een 4,7 van de geïnterviewden.
De tegenprestatie voor bijstanders heeft flinke negatieve effecten, aldus de FNV. 52% procent heeft ervaring met onbetaald werken, bijna een vijfde (17,5 procent) deed dit onder de noemer tegenprestatie.
De Participatiewet is in 2015 ingevoerd en vervangt de Wet Werk en Bijstand (wwb), Wet Sociale Werkvoorziening (wsw) en de Wajong voor jonggehandicapten. Er werd 1,7 miljard bezuinigd. Sociale werkplaatsen gingen op slot voor nieuwe mensen. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor mensen die honderd procent zijn afgekeurd.
Argwaancultuur
Er kwamen strengere eisen zoals een tegenprestatie, sancties en de kostendelersnorm. Die werken averechts voor mensen in de bijstand, meent de FNV. ‘Zij voelen zich opgejaagd en bij voorbaat verdacht door de argwaancultuur die gemeenten tentoonspreiden. Er moet een mentaliteitsverandering komen bij de gemeente. Geef mensen die bijstand ontvangen recht op ondersteuning’, aldus FNV-vice-voorzitter Kitty Jong in het FNV-bericht.
Driekwart wil graag werken, maar 30 procent geeft aan ‘de moed te hebben opgegeven’. Er is geen plan van aanpak voor 60 procent, blijkt uit de enquête.