Tekst Arnoud van Soest | Beeld Gabriël Kousbroek
Wethouder Touria Meliani (Personeel en Organisatie, GroenLinks) wil nog dit jaar 300 voltijd banen (fte) die nu nog door externen – vooral uitzendkrachten – worden vervuld in vaste banen omzetten. Uitzendkrachten die twee jaar voor de gemeente werken, kunnen bij goed functioneren en voldoende werk een vaste baan krijgen. Dat kan nu pas na 3,5 tot vijf jaar. Ook kunnen uitzendkrachten straks al na zes maanden op interne vacatures solliciteren. Nu kan dat pas na een jaar.
Uitzendkrachten bij de gemeente protesteren al jaren omdat ze slechtere arbeidsvoorwaarden hebben en minder baanzekerheid dan hun collega’s met vaste contacten die hetzelfde werk doen. Vaste krachten hebben ook recht op loopbaanbegeleiding en een kerstpakket.
Sommige afdelingen werken alleen met vaste krachten, maar het klantcontactcentrum heeft een verhouding van 50 procent vaste krachten en 50 procent uitzendkrachten. Volgens de gemeente is dat nodig omdat op deze afdeling sprake is van pieken en dalen. In de gemeenteraad wordt daar verschillend over gedacht.
Goed werkgeverschap
Claire Martens, VVD-duoraadslid: “Bij het klantcontactcentrum zouden managers zich niet aan hun belofte hebben gehouden om mensen in vaste dienst te nemen. Het hoort bij goed werkgeverschap dat je die belofte nakomt.”
Maar de VVD vindt niet dat de gemeente méér mensen in vaste dienst moet nemen. “Je moet per afdeling bekijken welk werk structureel is en welk tijdelijk. Als je damwanden moet herstellen, heb je maar voor een korte periode specialisten nodig. Die kun je het beste inhuren.” Martens vindt flexwerk niet perse verkeerd. “Mensen moeten zelf kunnen uitmaken of ze flex willen werken, dat hoeft de politiek niet voor ze te bepalen.”
Overigens werken bij de gemeente niet alleen uitzendkrachten, maar ook zzp’ers en specialisten met een kortlopend contract. Als je die bij elkaar optelt, kom je op een zogeheten flexibele schil van 19,1 procent van alle werknemers, op een totaal van 15.000. Het College wil die flexschil terugbrengen tot 15 procent.
In september 2017 nam de gemeenteraad een motie aan van PvdA, SP en GroenLinks waarin het College werd gevraagd de hele flexschil uiterlijk in 2022 terug te brengen naar 10 procent. Het College lijkt dat percentage vooralsnog aan te houden voor uitzendkrachten en niet voor alle externen.
Flexverslaving
PvdA-raadslid Carolien de Heer is in ieder geval blij dat dit College van GroenLinks, D66, PvdA en SP het flexwerk aan banden wil leggen. “Er is wel eens gesproken van een flexverslaving, want een flexschil van 19,1 procent is véél te veel. Flex moet je inzetten bij piek en ziek, of als je tijdelijk een specialist nodig hebt.”
Dat het klantcontactcentrum met zoveel uitzendkrachten werkt, heeft ze nooit goed begrepen. “Er wordt gezegd dat pieken en dalen moeilijk zijn in te plannen, maar vast personeel kun je ook flexibel inzetten.”
Er is ook nog de menselijke kant. “Mensen die lang op een flexcontract zitten, leven in onzekerheid. Ze weten niet of ze de volgende maand nog een baan hebben en kunnen geen toekomst opbouwen. Bovendien hebben ze minder rechten; geen kerstpakket of eindejaarsuitkering.”
Flex werken treft vaak mensen met een lage opleiding, voegt De Heer eraan toe. “Bij de reiniging en het groen werken veel mensen met een flexcontract, terwijl beleidsmedewerkers, vaak met een hogere opleiding, een grotere kans maken op een vast contract. Dat is niet eerlijk.”
Een ding is zeker: het plan om minder uitzendkrachten in te zetten gaat geld kosten, want een uitzendkracht is per jaar € 6.600,- goedkoper dan een vaste kracht in dezelfde loonschaal. Anderzijds vragen externe deskundigen soms enorme tarieven. De kosten worden nu uitgerekend. Dit voorjaar beslist de gemeenteraad.