AMSTERDAM – De aanpak om 40.000 bijstanders aan het werk te krijgen krijgt lof van gemeenteraad. Maar er zijn vragen over de manier waarop. De VVD wil een beetje dwang en GroenLinks benadrukt vooral vrijwilligheid. “Geen repressie”, belooft wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks).
De commissie WIO (Werk, Inkomen, Onderwijs) van de Amsterdamse gemeenteraad besprak woensdag 5 juni onder meer het Jaarverslag 2018 van de gemeente. Dat verslag kreeg nauwelijks aandacht van de partijen, terwijl er vorig jaar bijna een miljard euro (997 miljoen) is uitgegeven aan alle voorzieningen voor mensen met een minimum inkomen. Wel veel aandacht was er voor de Voorjaarsnota 2019 en in het bijzonder het plan van wethouder Groot Wassink om alle 40.000 mensen in de bijstand op te roepen, met als doel deze aan het werk te helpen: kosten 20 miljoen euro.
Doel van Groot Wassinks plan is om op termijn het aantal mensen in de bijstand te laten dalen naar 30.000. Deze aanpak viel niet alleen in goede aarde bij Groot Wassinks eigen partij GroenLinks maar ook bij de VVD: “Complimenten voor de wethouder”. Maar de VVD wil wel graag iets meer dwang in de aanpak, met sancties voor hen die niet meewerken. GroenLinks ziet daar niets in. “Het moet op basis van vrijwilligheid.” Ook de PvdA ziet niets in een aanpak ‘met een stok achter de deur’.
Geen tegenprestatie
Wethouder Groot Wassink was erg duidelijk over de aanpak: “We gaan met iedereen het gesprek aan over hoe de gemeente hen kan helpen bij het zoeken naar werk.” De wethouder benadrukte dat vrijwilligheid uitgangspunt is. “Geen repressie of tegenprestatie.” De wethouder geeft in de aanpak voorrang aan bijstandsgerechtigden die nog maar kort – tot zes maanden – in de bijstand zitten. Als tweede groep noemde hij de mensen die al langer dan vier jaar in de bijstand zitten, naar schatting zo’n 25.000 personen.
Dat Groot Wassink niet van plan is veel dwang uit te oefenen, of van iedere bijstandsgerechtigde een tegenprestatie te eisen, zei hij eerder al tegen MUG Magazine.