‘De koning van Oost’ is hij weleens genoemd. Dat bevalt hem niks, want hij is overtuigd republikein. Maar het geeft wel aan dat Firoez Azarhoosh maatschappelijk zeer actief is in Amsterdam Oost, ook op het gebied van armoedebestrijding. Zijn filosofie: mensen in hun waarde laten en ze helpen hun talenten te ontplooien.
De 56-jarige Firoez kwam op zijn 19de in botsing met het regime in zijn geboorteland Iran, waarna hij als politiek vluchteling naar Amsterdam kwam. “Al van jongs af aan ben ik activistisch. Misschien omdat ik uit een onderwijzersfamilie kom, die liggen wel vaker dwars”, vertelt hij in de Waaier, een voormalige basisschool in de Indische Buurt. Daar zit Educatief Centrum Oost, een van de initiatieven waarbij hij is betrokken. “We geven hier gratis opleidingen op MBO-1 en 2-niveau, taalcursussen en vormingsactiviteiten waarmee we mensen in hun kracht zetten. We leiden ook vertrouwenspersonen op, meestal ervaringsdeskundigen, die mensen met problemen helpen in deze buurt.” De opleidingen zijn succesvol, zegt hij. “We hebben jaarlijks 50 mensen op, vooral volwassenen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van de 16 of 17 afgestudeerden vindt 70 procent een baan.”
Buurtkroeg
De moord op Theo van Gogh in 2004 was voor hem een omslagpunt. Hij zegde zijn goedbetaalde baan als informaticus op en wijdde zich fulltime aan ‘het sociale domein’. “Ik zag hoe de samenleving polariseerde en dacht: dat mogen we niet toelaten. Ik heb toen een community van vooraanstaande mensen om me heen verzameld. Wij vonden dat je in het midden moet gaan zitten als de samenleving uit elkaar drijft. Tegelijk kwam ik erachter dat je pas echt iets bereikt als je een grassroots-aanpak hanteert. Dus geen elitaire discussies maar naar de mensen toe, in de buurtkroeg of de basisschool. Vragen wat voor problemen ze hebben en samen naar oplossingen zoeken.”
Dat leidde in 2011 tot de oprichting van activiteitencentrum De Meevaart in de Balistraat, “het eerste buurthuis in Amsterdam voor en door bewoners. We hebben het met een kleine basissubsidie ontwikkeld als een sociale onderneming, met onder meer zalenverhuur en een restaurant.”
Zo was hij ook initiatiefnemer van digitaal netwerk Indische Buurtbalie en is hij betrokken bij onder meer Samen Vooruit (Weg met armoede), de Kracht van Mokum en Collectief Kapitaal.
Toen hij in 1990 in de Indische buurt kwam wonen, had die een slechte naam. En al slaat de gentrificatie nu toe, er spelen nog steeds veel sociale problemen. “Van alle huishoudens in Oost leeft 25 procent onder de armoedegrens. Van die groep wordt 40 tot 50 procent niet of nauwelijks bereikt. Alleen al in de Indische Buurt gaat het om minstens 700 tot 1.000 huishoudens.” In coronatijd zag hij ze in lange rijen staan voor eten. “We hebben met crowdfunding rond de 20.000 gratis maaltijden voor ze kunnen verzorgen. Toen dachten we: wie zijn deze mensen? We zijn met ze in gesprek gegaan. Dan ontdek je dat iedereen anders is. Zoals in Anna Karenina door Tolstoy verwoord: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is op zijn eigen manier ongelukkig.’” Je hebt etnische groepen die elkaar steunen, maar ook eenlingen met psychische en andere problemen.”
Een gemeenschappelijk kenmerk is schaamte. “Begrijpelijk in dit neoliberale feestland, waar je wordt beschouwd als een loser als je arm bent. ‘Iedereen heeft toch gelijke kansen?’ Er is veel afgunst, verdriet en boosheid. En de tegenstellingen nemen alleen maar toe. Naast de Porsche’s bij de Harbour Club en de peperdure nieuwbouwwijk Cruquius woont een gezin met vijf mensen in een tweekamerwoning in de Architectenbuurt.”
“Het hele systeem zit verkeerd in elkaar”, constateert hij. “Neem de schuldhulpverlening. Je geeft mensen een beetje zakgeld en de rest van hun uitkering gaat naar de bewindvoerder en de schuldeisers. Bijverdienen of studeren mag niet. Als je iemand op die manier drie tot vijf jaar onder druk zet, neemt hij geen enkel initiatief meer. Het systeem werkt alleen in het belang van de schuldeiser, niet in het belang van de cliënt.”
Dat geldt trouwens ook als je een uitkering hebt, vindt hij. “Als wij hier iemand een dag laten studeren en drie dagen stage willen laten lopen, moeten we smeken bij de Sociale Dienst of dat mag. Zo gaat er veel talent verloren. Je moet iemand het gevoel geven dat hij van waarde is. Stimuleren met educatie en het recht geven bij te verdienen. Een uitkering is een recht, geen gunst van een rijke samenleving aan de armen.”
Gelukkig ziet hij nu dat de overheid bijdraait. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2017 werd in samenspraak met de gemeente Samen Vooruit Indische Buurt opgezet, een lokaal programma om de armoede vanuit de buurt te bestrijden. Firoez is initiatiefnemer en projectleider. “We hebben eerst 25 mensen geïnterviewd die in zo’n situatie zitten. Daarna hebben we geanalyseerd wat we kunnen doen om hun problemen op te lossen. We onderscheidden drie groepen. Een: de chronisch zieken, minder validen en ouderen. Die moet je sowieso ondersteunen als fatsoenlijke samenleving. Dan is er de groep die door omstandigheden grote schulden heeft opgebouwd en vaak met meerdere problemen worstelt. Die zijn hun geloof in de instituties helemaal kwijt. Dat vertrouwen proberen we met veel vrijwilligers te herstellen. We verwijten die mensen niets, maar spreken ze empathisch en op hun menselijke waardigheid aan. En dan is er nog een groep die goed voor zichzelf zou kunnen zorgen, maar op de een of andere manier de aansluiting heeft gemist. Die willen we de kans geven zich te ontwikkelen.”
Armoede-industrie
Hij heeft een geweldige hekel aan wat hij de ‘armoede-industrie’ noemt. “Als iemand in de schulden zit, ontstaat er een hele industrie omheen. Hulpverleners, managers die ze aansturen, fiscalisten en juristen die advies geven aan de bewindvoerder, deurwaarders. Er zijn bewindvoerders die zoveel cliënten hebben dat ze in een chic huis in Wassenaar kunnen wonen. Ik geef toe: ik hoor zelf ook bij die industrie. Maar het wordt steeds gekker. Ik heb al drie appjes aangeboden gekregen voor mensen met schulden. Dat abonnement kost dan 10 euro per maand!”
In maart is hij een van de sprekers tijdens een symposium over overheidsparticipatie in Pakhuis de Zwijger. Weer een hele avond gepraat door intellectuelen, al vindt hij het goed dat het gebeurt. Soms treden er ook ervaringsdeskundigen op tijdens dit soort bijeenkomsten. “Die kunnen wij leveren, maar wel tegen betaling. Niet dat er directeuren van instellingen zitten met een salaris van anderhalve ton, terwijl er iemand voor niks staat te vertellen dat hij net zo’n bedrag aan schulden heeft.” Het onderwerp armoede raakt hem, dat is duidelijk. “Ja, ik word hier emotioneel en boos van”, zegt hij. “Dat is mijn drijfveer. Je wilt toch in een beschaafde wereld leven, en niet dat je buurvrouw die avond niets te eten heeft?”
Firoez Azarhoosh is projectleider van Samen Vooruit Indische Buurt
[…] Intiatiefnemer en projectleider van Samen Vooruit, Firoez Azarhoosh werd geïnterviewd door Fabian Takx van Mug Magazine. […]