Dankzij de btw-verhoging worden ook groenten en kruiden almaar duurder. Gelukkig zijn er alternatieven zoals wildplukken of tuinieren in je eigen stad of straat. Dat is makkelijker dan je zou denken en van alle tijden. Sterker, het zit in onze genen want wildplukken is ouder dan groente verbouwen. De vroegste mensen waren jagers en verzamelaars, en dat verzamelen moeten we hier opnieuw leren. Wat voor eetbare planten vind je in het wild? Hoe en waar kun je ze plukken?
Wilde planten
We hebben een afspraak gemaakt met Roos Kuipers en Hester de Goede om een wildplukwandeling in Amsterdam te maken. Roos is een paar jaar geleden gestopt als jurist en legt sindsdien eetbare tuinen aan, Hester is kok en receptschrijver.
We zijn nog geen minuut onderweg of Hester blijft staan: “Kijk, hier tegen het hek staat wikke. Dat smaakt naar erwtjes.” “En hier staat cichorei”, zegt Roos. “Dat is wilde witlof. Als je het zaait en er een potje overheen zet, krijg je kleine witlofstruikjes. Vroeger werd cichorei ook gebruikt als vervanger voor koffie.”
Wildplukken is avontuurlijk maar wel aan regels gebonden. Om te beginnen: vermijd hondenuitlaatplekken en pluk sowieso boven kniehoogte voor de hygiëne. “Gebruik al je zintuigen”, doceert Hester. “Soms kun je ruiken dat iets niet goed is.” Roos vult aan: “Het is belangrijk om ervaring op te doen, liefst met een gids maar op z’n minst met een handleiding. Zomaar gaan plukken is gevaarlijk, sommige planten zijn giftig.”
Voor het voortbestaan van de planten trek je ze bovendien nooit helemaal uit de grond. Hester plukt een paar bloemetjes van de chichorei: “De stelregel is dat je niet meer plukt dan 20 procent. Als er bijvoorbeeld maar twee bloemen zijn, dan is er gewoon niet genoeg om te oogsten.”
We lopen Anna’s tuin en ruigte in, een gemeenschappelijke tuin naast het spoor. ‘Ruigte’ is hier toepasselijker dan tuin: op het eerste gezicht is het een wirwar van stengels, bladeren en bloemen. Vol geestdrift storten Roos en Hester zich op de brandnetels. Roos: “Wilde planten hebben alle tijd om voedingsstoffen uit de bodem te halen en zijn daarom veel krachtiger. Het schijnt zo te zijn dat mensen drie maanden kunnen overleven op alleen brandnetels en water.”
In de rest van de tuin laten ze zien welke gedeeltes van de planten eetbaar zijn en waarvoor je ze kunt gebruiken. Aan het eind van de wandeling drinken we een beker hete bouillon met brandnetel, kleefkruid en duizendblad. Een geweldig opkikkertje voor onderweg.
Zalmkleurige pepers
Niet alle groenten en kruiden kunnen langs de weg worden geplukt. Eet je graag pittig, gebruik je veel verse kruiden en houd je van bijzondere groenten? Dan kom je een heel eind op je eigen dakterras, balkon, een geveltuintje of zelfs met wat potten in het raamkozijn.
Ben Kooi kweekt pepers op zijn dak en voor het raam. Aan de telefoon heeft hij al verteld dat hij op dit moment veertien pepersoorten heeft. “Jammer, ik heb er net heel veel geoogst voor mijn zoon. Vorige week hingen ze nog vol.”
De meubels en muren in zijn huis zijn kleurrijk beschilderd, maar planten zorgen voor het meeste groen. “Ik ben op mijn twaalfde begonnen in de vensterbank bij mijn ouders door komkommers te zaaien. Ik dacht, dan ga ik een hele grote komkommer kweken. Dat lukte: 98 centimeter, zó dik! Die was niet te vreten, komkommer wordt heel bitter als hij zo ver doorgroeit.” Hij lacht. “Dat heeft me niet tegengehouden. Het jaar daarop ben ik begonnen met tomaten. Ik heb sinaasappelboompjes gekweekt, avocadoplanten, als het maar pitten had.”
We gaan de trap op en door het raam naar buiten. Op het dak heeft Ben een stuk of tien plantenpotten staan, vooral pepers. “Pepers hebben veel licht en zon nodig. Ze kunnen er niet goed tegen als het ‘s nachts onder de vijftien graden wordt. Dan krijgen ze een groeistop. Ik ben wel fanatiek, ik sjouw de hele dekselse bende van buiten naar binnen. Dan kom ik de volgende morgen boven en zeg: ‘Goeiemorgen dames, jullie mogen weer buitenspelen.’
Ben laat een paarse peper zien en een donkergroene, bijna zwarte. “Ik heb er ook een die fluorescerend roze pepers krijgt,” zegt hij. Dan wijst hij naar een oranje peper: “En die zou zalmkleurig moeten worden met het rijpen.” Eet Ben ze ook zelf? “Zeker, het is natuurlijk wel sport om verschillende dingen te koken die passen bij de pepers. Wat ik nu heel graag maak, is een rijstschotel met gefruite uitjes, madame jeannette en kokosroom.”
Tomaten en basilicum
Het dakterras van Leo Erkens en Marie-Louise Schippers lijkt wel een wilde tuin, zo vol staat het. Hij tuiniert, zij eet het allemaal op, zegt ze. “We zijn niet van de techniek,” zegt Leo, “meer van de improvisatie. Je kunt gewoon zaadjes uit een peper rukken, bijvoorbeeld, en proberen die in te zaaien. Officieel moet het allemaal broeden tussen papiertjes op de verwarming, maar we hebben ze gewoon in de grond gegooid.”
Soms werkt dat. “We hebben van vrienden veel plantjes gekregen. Vaak gaat het best vanzelf. De grootste hoeveelheid werk zit in het opkweken van de tomaten. Je moet ze goed voeden, dieven [weghalen van de knoppen tussen de stengel en het blad, red.], uit elkaar houden en bewegen zodat ze zichzelf bevruchten.”
We lopen een stukje door. “Hier staan de tomaten, en de basilicum uiteraard. Die combinatie is niet te versmaden.” Leo vertelt dat ze dit jaar vooral Oost-Europese tomaten hebben en een Belgische. “Jaren geleden gingen we naar een tomatenfestival in Frankrijk. Op een binnenplaats stonden lange tafels met honderden tomaten, allemaal verschillend. Een oude man sneed een stukje voor je af om te proeven. Daarna deed hij het zaadje voor je in een papiertje en schreef de naam erop.” Zo zijn ze begonnen ieder jaar nieuwe soorten uit te proberen. “Als je ergens iets lekkers eet, kun je er gewoon wat zaadjes van bewaren om het thuis te kweken. Ik zou verder vooral kruiden nemen, in combinatie met kleine boompjes, struiken. Een blauwe bessenstruik kun je gewoon bij de bouwmarkt krijgen voor zeven euro. Het is een klein plantje, twee jaar later heb je een enorme hoeveelheid blauwe bessen. En die zijn hartstikke duur in de winkel.”
Er staan ongeveer honderd plantenpotten op het dak. “We eten er elke dag van,” zegt Marie-Louise, “in de winter vooral ook de kruiden. De eetbare bloemen doen het goed in de salade.” Leo geeft me een boeket mee vol kruiden en eetbare bloemen, zoals goudsbloem en oostindische kers.
Recept voor hartige wildpluktaart
Met de oogst van de dag bak ik een quiche. Voor de bodem gebruik je een basisdeeg. Voor de vulling neem je brandnetel, zevenblad en de blaadjes van kleefkruid, samen ongeveer 300 gram, twee eieren, room en 100 gram geraspte kaas. Een halfuurtje in de oven op 180 graden. Laat de taart afkoelen en versier hem met de eetbare bloemen.
wildplukwandelingen.nl
wildplukwijzer.nl
LET OP: wildplukken is niet toegestaan maar wordt gedoogd