Gastcolumn
door Emine Uğur
Je bent een alleenstaande moeder van twee mooie dochters. Je hebt een huurwoning waar je twee derde van je loon voor moet inleveren. Het is veel te duur, maar je kon na je scheiding niet nog langer met je kinderen in het logeerkamertje van je ouders verblijven. De kinderen weten niet hoeveel moeite het je kost om elke maand alles te kunnen blijven betalen.
Wanneer je ze voor de derde dag op een rij een boterham met pindakaas voorschotelt voor het avondeten, zeg je dat het komt doordat je te moe bent van het werken om nog te koken, zodat ze niet weten dat mama geen geld meer had voor boodschappen deze week. Want wat heeft het voor zin dat zij de plaatsvervangende schaamte voelen als je hen vertelt hoe je een deel van de boodschappen moest laten liggen bij de kassa, omdat je saldo ontoereikend was. Hoe boos je was op jezelf omdat je deze keer vergeten was je saldo te checken voordat je naar de kassa liep, want zo vanzelfsprekend is het al jaren niet meer dat je blindelings op je banksaldo kunt vertrouwen.
Op je werk ga je nooit mee met teamuitjes, want de drankjes achteraf kosten jou je hele weekbudget voor boodschappen en tijdens je pauzes trek je je regelmatig terug in een kamertje om in excelsheet je maandbudget opnieuw te berekenen, omdat de kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen is afgewezen vanwege je auto, want kan het de ambtenaar schelen dat jij je autootje nodig hebt om naar je werk te kunnen? Wat kan het hem of haar schelen dat je vier uur op een dag zou moeten reizen als je met het OV zou gaan en je kinderen daardoor langer op de BSO moeten zitten en je geen geld hebt om dat te betalen? Je rekent je nieuwe budget uit en blijft een tijd lang naar je scherm staren, omdat het enige waarop je nog kunt bezuinigen de boodschappen zijn en je gilt inwendig als je ziet wat daar nu nog van overblijft.
Op papier ben je niet arm en daardoor onzichtbaar voor hulpverlening, want je hebt geen betalingsproblemen. Niemand die zich bekommert om wat je moet doen, maar vooral wat je moet laten, om niet in de “slechte” statistieken terecht te komen.
Je ouders en zus weten wel dat je het financieel krap hebt, maar ze weten niet hoe je een kei bent geworden in hoofdrekenen, want alles tot op de cent uitrekenen is een cruciaal onderdeel van je bestaan geworden. Als je dochter een nieuwe jas moet krijgen, zeggen ze dat “je gelukkig nog de kinderbijslag hebt”, niet wetende dat de kinderbijslag van de komende drie kwartalen al een andere bestemming heeft, want de koelkast staat op het punt het te begeven.
Je leeft in het hier en nu, met de continue angst voor, en de niet loslatende zorgen over morgen.
Emine Uğur werkt in de sociale dienstverlening en schrijft columns.