Door Touria Meliani
Amsterdam bruist niet alleen overdag, maar ook ’s nachts. Clubavonden, nachtmusea, festivals; niet iedereen zal er fan van zijn maar het geeft onze stad dynamiek, reuring en verhalen. Althans, dat was zo voordat het coronavirus een wereldwijde pandemie veroorzaakte. Sindsdien zit de nacht, bestaande uit DJ’s, kunstenaars, feestorganisatoren, nachtclubs en podia, op slot.
En dat is een enorm gemis. Want de nacht in Amsterdam is meer dan een tijdslot. Voor veel mensen, van alle leeftijden, is het een belangrijk onderdeel van hun leven. De nacht is een zorgvuldig opgebouwde infrastructuur van makers, artiesten, performers en kunstenaars, licht-technici, agentschappen, bookers, stage-bouwers, programmeurs en grafisch ontwerpers. Waar elke Nederlander van kan genieten, waar veilige plekken worden ingericht voor jongeren, waar liefdes worden gevonden, uitlaatkleppen worden ontdekt, samenwerkingen worden aangegaan en nieuwe kunstvormen uitgevonden. In de nacht vind je voorlopers en (sub)culturen die overdag nog geen plek hebben. Al meer dan acht maanden zijn de deuren dicht, maar de sector lijkt nauwelijks op de radar te liggen als het gaat om steunpakketten en financiële tegemoetkoming vanuit het Rijk. Begin september stond het Amsterdamse nachtleven op het Museumplein om aandacht te vragen voor hun sector. De boodschap: ons werk, passie, netwerk en uitlaatklep staan op het spel. Het vooruitzicht voor deze mensen is nog steeds somber. De deuren blijven voor onbepaalde tijd dicht en kunnen zeer waarschijnlijk pas open zodra er een vaccin is.
Een groot aantal ZZP’ers werkt voor de nachtclubs: DJ’s, makers en kunstenaars, maar ook technici en mensen die werken aan de programmering. Veel makers zijn in hun bestaanszekerheid geraakt en zij kunnen maar deels of niet gebruik maken van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Hun inkomsten zijn geslonken. De talentontwikkeling is tot stilstand gekomen, velen overwegen om zich te laten scholen. Hiermee gaat veel creatief kapitaal en talent verloren. Het nachtleven is in hoge mate afhankelijk van inmiddels verdampte publieksinkomsten. Het zijn grotendeels niet-gesubsidieerde instellingen, waardoor ze niet in aanmerking komen voor de steunpakketten voor de culturele sector. Dat gebrek aan perspectief is een probleem voor onze stad. De nacht is niet alleen belangrijk voor het culturele leven in de stad, maar ook voor de werkgelegenheid en voor de dynamiek die Amsterdam zo mooi, spannend en aantrekkelijk maakt. De gemeente ondersteunt de nachtcultuur waar ze kan. Ook de gesubsidieerde instellingen in het Kunstenplan zijn van belang voor de nachtcultuur van de stad, zoals Melkweg, Paradiso, ADE en SEXYLAND. Zij komen ook in aanmerking voor de aanvullende steunmaatregel voor de culturele sector vanuit de gemeente. Daarnaast ondersteunen we de Amsterdamse broedplaatsen, die belangrijk zijn voor ontwikkeling van de nachtcultuur zoals bijvoorbeeld Radion, Cinetol en OT301. De gemeente Amsterdam is bezig met een visie op de nachtcultuur, waarin we ook rekening zullen houden met de gevolgen van corona.
Maar zonder hulp vanuit het Rijk komen we er niet. Als de verwachting is dat de clubs pas open kunnen als er een vaccin is, dan moet er een steunpakket op maat voor de nacht komen. We moeten de sector snel perspectief bieden, anders vrees ik een onherstelbaar verlies van de nachtcultuur. Ik roep iedereen, met name de beleidsmakers in Den Haag, op om zich ook hard te maken voor de nacht. Voor de kunstenaars, de organisatoren, de creatieven, de genieters, iedereen die een uitlaatklep zoekt en degene die thuis van muziek genieten: Amsterdam heeft de nachtcultuur hard nodig.
