Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor Rechtsbijstand, vindt dat de griffierechten drastisch omlaag moeten. Steeds meer mensen zouden afzien van een gang naar de rechter omdat zij het niet kunnen betalen. Inderdaad kunnen de griffiekosten voor iemand die van mening is dat hij een vordering heeft van €501,- in verhouding zeer hoog zijn. De griffiekosten zijn dan namelijk €226,-. Daarbij moet wel worden vermeld dat als er sprake is van een ‘onvermogende’ de griffiekosten €79,- bedragen. Wat de eigen griffiekosten betreft kunnen onvermogenden dus makkelijker procederen.
Daar staat tegenover dat als iemand met een minimuminkomen zijn zaak verliest en veroordeeld wordt in de proceskosten, dat een grote financiële aderlating zal zijn. De griffierechten spelen zeker een rol maar de mogelijke veroordeling in de proceskosten zal dus ook zwaar wegen bij het beslissen of een zaak aanhangig wordt gemaakt of verweer wordt gevoerd. De invloed van verlaging van de griffiekosten zal daarom beperkt zijn.
Het is wel zo dat bij het beslissen of verweer zal worden gevoerd ook rekening moet worden gehouden met het veroordeeld kunnen worden in de griffiekosten van de eisende partij. En dan is de hoogte daarvan natuurlijk wel weer relevant.
Een andere verklaring voor een vermindering van het aantal rechtszaken is naar mijn mening gelegen in de bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand. Dat er bezuinigd werd op de gefinancierde rechtsbijstand, valt te begrijpen in het licht van alle grote bezuinigingen die moesten worden gedaan. Minder duidelijk is het waarom er daarna nog diverse keren extra is bezuinigd op de gefinancierde rechtsbijstand. En waarom ondanks het advies van de commissie Van der Meer, die adviseert om het budget voor gefinancierde rechtsbijstand te verhogen, toch direct door de minister wordt aangegeven dat dit niet mogelijk is.
Wat er heeft ingehakt: afschaffing van de anticumulatieregeling – dat was de verlaging van de eigen bijdrage bij gefinancierde rechtsbijstand bij meerdere zaken; verhoging van de eigen bijdragen én verhoging van de grens voor het financieel belang naar €500,- (meer dan een verdubbeling). Zeker deze verhoging heeft er voor gezorgd dat er minder zaken zijn die voor de rechter verschijnen. Iemand komt immers bij een belang van ‘slechts‘ €300,- niet in aanmerking voor gefinancierde rechtsbijstand en kan zich dus geen advocaat veroorloven. Dit terwijl voor iemand die bijvoorbeeld bij zijn ouders inwoont €300,- bijna de helft van zijn maand-inkomen is.
Voor mensen met een minimum inkomen maakt een vordering van een paar honderd euro een enorm verschil in hun financiële huishouding, en voor dat belang zouden zij in onze rechtstaat moeten kunnen opkomen.
Hebben wij nog wel een goede rechtstaat in vergelijking met andere landen? Naar mijn mening absoluut. Maar we hadden in Nederland een zéér goed rechtstelsel met een goede toegang daartoe. Een rechtstelsel om trots op te zijn en dat ook de minima beschermde.
De belangen van deze minima zijn naar mijn mening de laatste jaren ernstig aangetast en er lijkt sprake van onwil om deze weer beter te gaan beschermen. En dat lijkt geen kwestie van geld alleen, gezien de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting die de schatkist 1,4 miljard per jaar kost. De vraag die dan boven komt, is of het een rol speelt dat ook vaak tegen gemeenten en de staat wordt geprocedeerd. Ik ben dan ook van mening dat de rechtspraak voor minima in groot gevaar is, maar helaas is de oplossing niet slechts gelegen in een aanpassing van het griffierecht. Ook de gefinancierde rechtsbijstand en de minima die er een beroep op willen doen dienen recht te worden gedaan.
Jeroen Walker is advocaat bij Walker & Wittensleger