Arre Zuurmond is Ombudsman voor de metropool Amsterdam. Daarnaast is hij voorzitter van het Ouderpanel Kinderopvangtoeslag. Hij vormt voor hen een brug in de toeslagenaffaire. ‘Wat er is gebeurd, vind ik on-Nederlands.’
De afgelopen periode heeft hem emotioneel geraakt, vertelt hij. “Vooral gezien het aantal schrijnende verhalen, ik heb inmiddels met honderd ouders contact, door heel Nederland spreek ik hen. Het is ontregelend om te zien wat hen is overkomen, ik vind het emotioneel zwaar. Het is niet te begrijpen dat de overheid het zolang heeft volgehouden dit verkeerd te doen, niet een paar jaar, nee tien, vijftien jaar. Dat vind ik nog het meest verontrustend.”
Hij biedt de ouders een luisterend oor. “Ik kijk wat ze nodig hebben, en probeer te regelen dat ze hulp krijgen en dat die ook wordt geboden. We gaan daarvoor naar de Belastingdienst, maar vragen ook gemeenten hulp te bieden. Bijvoorbeeld schuldhulp, maar ik heb ook voor iemand een briefadres geregeld, en soms moet er een noodvoorziening komen voor mensen die in een crisissituatie zitten. Drie gedupeerden dreigden in december uit hun huis te worden gezet, dat is uiteindelijk voorkomen.”
Hebben de ouders nu al duidelijkheid over de financiële compensatie?
“De Belastingdienst heeft gezegd: iedereen die is gedupeerd, krijgt minimaal 30.000 euro. Dat heeft er toe geleid dat zeker 5.000 extra mensen zich hebben gemeld. Dat is gunstig, want velen dachten: ik ga me niet melden want dat heeft toch geen zin. Omdat het kabinet nu een garantie heeft gegeven, durven mensen zich te melden, dus dat is positief. Aanvankelijk was het de bedoeling dat je dat geld ook zou gebruiken om je schulden af te lossen. Als eerste was de Belastingdienst bereid schulden bij de dienst weg te strepen, het kabinet heeft nu besloten overheid-breed schulden te schrappen, op een paar uitzonderingen na. Dat is goed, maar als je nog andere schulden hebt, is alles wat aan geld binnenkomt opeisbaar voor die schuldeisers. Wij raden mensen met schulden aan toch heel even te wachten met het vragen van die compensatie. Wacht tot de Belastingdienst een goede regeling heeft getroffen zodat je zoveel mogelijk van die 30.0000 zelf kunt houden. Dat is nu niet zo, want nu kunnen andere partijen het geld claimen als je schulden hebt.”
In Amsterdam zijn 1671 gedupeerden, maar slechts 700 zijn bekend bij de Belastingdienst. Met een grote groep is geen contact.
“Het is verdrietig dat niet iedereen zich meldt, veel mensen hebben het vertrouwen echt verloren in de overheid. Toch roep ik hen op zich te melden, en als ze dat niet durven, kunnen ze ook mij benaderen, dan help ik met de melding. Verder mag de Belastingdienst nu onder bepaalde voorwaarden informatie delen met de gemeente, zodat de gemeente nu toch die mensen kan gaan bellen. Landelijk hebben zich 15.000 mensen gemeld, terwijl er circa 22.000 bekend zijn.”
Hoe vaak krijgt u als Ombudsman fraudezaken?
“Ik krijg zelden klachten over fraudezaken. Het gebeurt wel dat mensen geen toegang krijgen tot de schuldhulpverlening omdat ze als fraudeur geboekt staan. Mensen die van fraude worden verdacht kunnen beter naar de rechter stappen dan naar een ombudsman, een rechter kan echt dwingend beslissen.”
Sinds 2013 is er een strengere fraudewet, wat merkt u daarvan?
“Niets, behalve dus in mijn schuldenonderzoek. Mensen die het label fraudeur hebben, zitten ‘vast’ omdat ze niet worden toegelaten tot schuldhulp. Als er geen rechterlijk onderzoek is gedaan, vind ik
dat fout. Je krijgt in feite levenslang, want je moet vaak hoge bedragen terugbetalen. Omdat die niet kunnen worden gesaneerd, hangt het je hele leven boven je hoofd. Of de verdenkingen terecht zijn of niet, weten we niet, want de rechtsgang ontbreekt. Een formele rechter zou dit soort besluiten of iemand fraudeur is moeten vellen, niet de gemeente.”
Bijstandsfraude bijvoorbeeld kan beter onder de rechter vallen dan onder bestuursrecht?
“Ja. En mind you, ik ben op zich voor fraudebestrijding. Als je dat niet doet, claimen te veel mensen bijvoorbeeld bijstand of sociale huurwoningen die ze onderverhuren. Je moet aan fraudebestrijding doen, dat is iets anders dan fraudejacht. Fraudebestrijding is eigenlijk altijd een verdrietige activiteit, maar moet helaas. Als je het niet doet en het aantal mensen dat ongelegitimeerd gebruikmaakt van een regeling neemt toe, dan verliest de regeling zijn legitimiteit. Handhaving moet netjes geregeld worden, controleerbaar, niet etnisch, proportioneel, navolgbaar.
De gemeente moet ook de inlichtingenplicht opleggen aan bijstanders, maar voor hen zijn alle regels haast ondoenlijk.
“Dat kun je landelijk je afvragen: wat moeten we allemaal controleren voordat vaststaat dat iemand ergens recht op heeft. Hoe specifieker we uitkeringen maken, hoe meer we moeten controleren. Mijn voorkeur gaat uit naar een basisinkomen. Met een basisinkomen zijn al die controles onnodig. Dat zou een hoop ellende schelen en mensen veel meer vrijheid geven.”
Amsterdam lijkt minder streng dan andere gemeenten, zo mag je hier als bijstander 1.200 euro per jaar aan giften ontvangen naast de uitkering. Wat kan de gemeente nog beter doen?
“Ik zou het niet minder streng noemen, maar Amsterdam gaat ruimhartiger en begripvoller te werk. Fraudebestrijding moet anders worden georganiseerd. De aanpak is nu vooral gericht op het
betrappen van de onhandige stumper, en minder op de gewiekste fraudeur. Er wordt bijvoorbeeld veel onderverhuurd in Amsterdam. Daarover maak ik me zorgen. Er zou meer controle moeten komen op zwart werk, grootschalige handel, drugshandel in de bijstand, in meer dan een land ingeschreven staan. Op zulke zaken moet de overheid zich concentreren.”