Ze voelde zich zo afhankelijk toen ze net in Nederland was. Dat wil ze anderen besparen. Buurtmoeder Darifa Benhadhoum vertaalt de ene leefwereld naar de andere. En leert vrouwen nu zich uit te spreken. “Als ik het inhoud, word ik ziek.”
Darifa Benhadhoum is net twee dagen terug uit Tanger. Ze loopt in de nog lege buurtkamer in de Staatsliedenbuurt te zoeken naar de flyers van Samen Sterk Vrouwen West, de organisatie die ze met Nora Aamour oprichtte. “Iemand heeft ze ergens anders gelegd.” Is ze veel in deze buurtkamer? “Onbeperkt. Ja, ook in het weekend.” Pas sinds kort neemt ze ’s avonds de telefoon niet meer op. “Ik zat soms om 22:00 uur nog met mensen aan de lijn. Maar dat houd ik niet meer vol.” En dat alles onbetaald, al tien jaar lang. “Dit is niet een paar uurtjes ergens koffie zetten.”
Darifa oogt verlegen, maar dat is ze niet meer. Dat merk je als ze vertelt. “Ik kwam hier op mijn 23e en ineens was ik afhankelijk. Het is alsof je opnieuw wordt geboren. In Marokko kon ik alles zelf maar hier had ik iemand nodig als ik met de dokter wilde praten of met de juf. Dat wilde ik zelf kunnen, dus ik ben hard Nederlands gaan leren. Overdag op het ROC en ’s avonds met boekjes thuis.” Dat Nederlands bleek niet alleen handig voor haar zelf. “Op het schoolplein kwamen moeders naar me toe met de vraag om brieven te vertalen of even te bellen naar een instantie.”
“Toen mijn eerste kind naar school ging, besloot ik mezelf tijd te geven. Ik ging mijn rijbewijs halen en naar het MBO.” Ze kreeg werk in de kinderopvang en na een paar jaar een tweede kind. Eindelijk had ze weer een eigen leven. Toen overleed haar moeder. “Ze was 57. Het was helemaal onverwacht. Ik raakte in een depressie en kreeg angstaanvallen. Want als mijn moeder zomaar dood kon gaan, dan kon ik dat ook. Ik vertrouwde mijn lichaam niet meer. Soms belde ik dagelijks met 112.” Tien jaar duurde het. “Er waren dagen dat ik liever niet meer wakker werd.”
Waar zeven psychologen en drie huisartsen faalden, wist Nora Aamour, die ze kende van het schoolplein, haar wel te bereiken. “Nora was bezig met buurttuintjes en zij zei: ‘Kom hier helpen.’ Ik wilde niet, maar ze bleef het vragen.” Dat buiten werken in de aarde hielp. “Nora organiseerde ook loopactiviteiten in het Westerpark. Ik ging meedoen en langzaam ging het beter.” Wel bleef ze lichamelijke klachten houden. Het kostte de nodige conflicten met artsen voor ze er een vond die haar klachten niet afdeed als psychisch en de echte oorzaak ontdekte. Haar darmen bleken geen vitamine b12 op te nemen. “Nu krijg ik elke maand injecties.”
Ze kwam uit de strijd als een andere vrouw. “Ik laat niet meer over me lopen en spreek alles uit. Als ik het inhoud, word ik ziek.” Dat leert ze ook de vrouwen die ze begeleiden.“We krijgen vrouwen doorverwezen met wie de officiële instanties niets kunnen. Een vrouw met straatvrees bijvoorbeeld. Dan gaan wij met haar praten, en dan een klein stukje naar buiten en dan een beetje verder. Pas na zes, zeven maanden kunnen we haar loslaten. Daar hebben officiële instanties geen tijd meer voor.”
‘Dit is niet een paar uurtjes ergens koffie zetten’
Samen Sterk Vrouwen West begon tien jaar geleden als een buurtinitiatief in deze zelfde buurtkamer. “Nora en ik gingen hier voorlichting geven. Over verzekeringen of over hoe het middelbaar onderwijs werkt.” Er kwam een spreekuur, fietsles. En langzaam groeide hun werk uit tot een echte stichting. Nieuwkomers zijn hun belangrijkste doelgroep. “Ik wil niet dat vrouwen zich zo geïsoleerd voelen als ik vroeger. Ik zeg tegen jonge vrouwen die bij ons komen: ‘Zie ons als je moeder’.”
Veel van haar werk draait om luisteren en vertalen. Niet alleen door woorden in de andere taal zetten. Ze vertaalt ook de ene leefwereld naar de andere. Zelfs binnen gezinnen is dat soms nodig. “Jongeren voelen zich vaak onbegrepen, thuis en in de maatschappij,“ vertelt Darifa. “Armoede speelt daarin een grote rol. Kinderen merken dat als eerste. Die vieren geen verjaardagen en worden dus nooit uitgenodigd voor een feestje.” Ze probeert ouders uit te leggen waar dwars gedrag van hun kinderen vandaan komt. “Ik zeg: jij bent blij met jouw zelf gebakken brood, maar je kind had misschien gehoopt op een keer naar de McDonalds. Daarom reageert het zo.”
Bij instanties is dat vertalen van levensbelang soms. “Ik heb veel nare dingen gezien bij Jeugdzorg. Kinderen die zijn afgepakt omdat ouders en hulpverlening elkaar niet begrepen. Als ik dat ook maar één familie kan besparen, ben ik gelukkig.” Zelf heeft ze vijf kinderen. Hoe combineert ze dat? “Ze zijn al groot. Dus ik ben niet meer de moeder die er altijd hoeft te zijn.” En haar werk is ook deel van de opvoeding. “Je hoeft kinderen niet zoveel te vertellen. Je moet het voordoen. Je bent hun spiegel. Mijn dochter werd hier op haar twaalfde al vrijwilliger. Ze helpt de ouderen die hierboven wonen.”
Buiten klinkt reggaemuziek, een magere man beweegt onrustig voor het raam. Darifa bekijkt hem wat beter. “Nee, hij komt niet voor eten. We zaten hier ooit te eten met een groep vrouwen, toen er daklozen voor het raam stonden te gebaren. Ze hadden honger. Toen zijn we eten gaan uitdelen.” Eerst kleinschalig maar tijdens het hoogtepunt van de corona-epidemie waren dat wel tweehonderd maaltijden per dag. “We konden de keuken gebruiken van restaurant Pacific. Dat was dicht door corona.” Dagelijks stonden tien vrijwilligsters te koken. Inmiddels is dat nog maar een keer per week. Al zit er altijd wel wat in de vriezer. “Gister kwam iemand een hele plaat lasagne brengen. Die hebben we direct uitgedeeld.”
Een vrouw klopt aan met een tas broodjes, die overgebleven is bij een cateringbedrijf. Darifa kijkt even of er al belangstellenden zijn. De man buiten beweegt met zijn ogen dicht op de muziek. Verder is het nog rustig. “Dat komt komt wel op, bedankt.”
Meer weten: www.samensterkvrouwenwest.nl/wie-zijn-wij/ Eten afhalen kan in: Van Limburg Stirumstraat 119
CV
Darifa Benhadhoum werd in 1972 geboren in Tanger. In 1995 kwam ze naar de Staatsliedenbuurt. Ze werkte onder meer in de kinderopvang. In 2010 richtte ze met Nora Aamour Samen Sterk Vrouwen West op. In 2014 werden beide vrouwen genomineerd als Amsterdammer van het jaar.