Een kwart van de jongvolwassenen voelde zich in corona-tijd somber en onrustig, zo blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).
De corona-crisis heeft een behoorlijk negatieve invloed gehad op jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Vooral in de eerste zes maanden van 2021 voelden ze zich onrustig, somber en eenzaam.
Dat gold overigens niet alleen voor jongeren. In diezelfde periode voelde 15 procent van de Nederlandse bevolking vanaf 12 jaar zich ‘psychisch ongezond.’
Sinds het statistiekbureau met het meten van mentale gezondheid begon, in 2001, is dat percentage niet zo hoog geweest. Dat betekent niet dat iedereen psychiatrische hulp nodig heeft, maar de gevoelens van depressie en nervositeit worden wel zorgelijk genoemd.
Volgens hoofdsocioloog Tanja Traag is het niet zo gek dat vooral jongvolwassenen niet lekker in hun vel zitten. Het is vaak de groep die op zichzelf gaat wonen vanwege opleiding of studie, zo zegt ze tegen NRC Handelsblad. ‘Het is juist de periode dat je een netwerk buiten je ouderlijk huis moet opbouwen en niet makkelijk op thuis kunt terugvallen.’
Overigens heeft de corona-crisis ook positieve gevolgen gehad. In een onderzoek onder 3.200 respondenten gaven jongvolwassenen aan dat ze minder zijn gaan drinken en roken, en minder drugs zijn gaan gebruiken, met uitzondering van cannabis. Minder gunstig is dat jongeren aangaven dat ze ongezonder zijn gaan eten en minder zijn gaan bewegen.