Het aantal daklozen in Nederland mag dan zijn gedaald, de opvang in Amsterdam is overvol.
Sinds 2009 houd het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het aantal daklozen bij. Sindsdien is hun aantal bijna verdubbeld. Het gaat vooral om mannen (80 procent). Eenderde van hen woont in één van de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht).
Nederland telde op 1 januari van dit jaar 32.000 daklozen. Dat zijn er 4.000 minder dan het jaar daarvoor. Vooral het aandeel 18-27 jarigen is gedaald.
Overigens plaatst het CBS zelf wat kanttekeningen bij de cijfers. Zo rekent het bureau thuislozen niet mee omdat zij bij het bevolkingsregister op het adres van een vriend of familielid staan ingeschreven. Vaak trekken ze van bank naar bank.
Aan het begin van de zomer nog luidde het stadsbestuur de noodklok over de opvang van dak- en thuislozen. In Amsterdam staan inmiddels ruim 2.000 mensen op een wachtlijst voor opvang. Ze leven nu in de noodopvang of trekken van het ene logeeradres naar het ander. Daarnaast zijn er naar schatting nog eens tussen de 2.000 en 3.000 economisch daklozen, die geen huis hebben, maar geen beroep hoeven te doen op de hulpverlening.
Het Amsterdamse stadsbestuur, de Amsterdamse woningbouwcorporaties en het Platform Opvanginstellingen Amsterdam hebben het Rijk om hulp gevraagd, meldt Het Parool. Volgens wethouder Kukenheim (zorg) concurreren kwetsbare groepen met elkaar op een overspannen woningmarkt. Namens de gemeente heeft ze Den Haag om structureel meer geld gevraagd voor de hulp aan dak- en thuislozen, spreiding van daklozen over het land en méér woningen.