Een mevrouw uit Wijdemeren moet ruim €7.000,- terugbetalen aan de sociale dienst. Sinds zij vanaf 2015 bijstand kreeg, krijgt ze boodschappen à €50,- per week van haar moeder. Dit wordt gezien als een op geld waardeerbare activiteit en dus als inkomen.
Formeel staat Wijdemeren in haar recht met de terugvordering. En geeft ze gehoor aan wat de wetgever heeft bedoeld toen de Participatiewet in 2015 werd ingevoerd. Een uitkering ontdaan van het vermeende luilekkerlandkarakter. Minder rechten, meer plichten. Een wet als sluitstuk van een pervers denken van politici die uitkeringsgerechtigden steeds meer zien als profiteurs.
Dat een simpele volle boodschappentas politici stof tot nadenken geeft en hen doet inzien dat de overheid menselijkheid ontbeert, zou me deugd moeten doen. Maar niet heus. Reeds op 28 november 2013 bij het Rondetafelgesprek over de Wet maatregelen WWB in de Tweede Kamer hebben de Bijstandsbond en andere organisaties en advocaten gewezen op grove onrechtvaardigheden in de Participatiewet. Ik merkte op dat de ‘frontale aanval op uitkeringsgerechtigden nu ingezet is’. Toen was de kritiek aan dovemansoren gericht.
Nu duikelen politici over elkaar heen dat het toch allemaal iets te streng is. Men roept nu dat na een jaar een wet geëvalueerd moet worden om onrechtvaardigheden eruit te filteren. Maar is dat niet juist een taak van de Eerste Kamer? Kijken of een wet goed in elkaar zit en om de waan van de dag bij politici te temperen.
Ook gehoord van politici; ambtenaren moeten over het hart strijken en barmhartigheid tonen. Wat een onzin. Er is sprake van door politici gecreëerd onrecht, dat politici moeten rechtzetten. Ontloop die verantwoordelijkheid niet. Weg met de Participatiewet.
En neem het verweer van die mevrouw uit Wijdemeren serieus. Ze zei: “Ik nam de boodschappen aan omdat ik anders de huur en andere vaste lasten niet kan betalen.” Ja, politici, zeg het maar hardop, schreeuw het maar uit. Uitkeringen omhoog.
Jacques Peeters is spreekuurmedewerker van de Bijstandsbond