Vrijdag 6 augustus maakte de ING-bank een superwinst bekend. Ze zagen hun winst vervijfvoudigen tot 1,46 miljard euro in het afgelopen kwartaal. Door een beter dan verwachte economische groei is de angst afgenomen dat personen en bedrijven hun leningen niet kunnen afbetalen. Het tegendeel is gebleken, in de afgelopen maanden zijn veel leningen zelfs versneld afgelost. Hierdoor hoeft er minder geld in de stroppenpot te blijven. Door die versnelde aflossingen en het vrijkomende geld uit de stroppenpot is die winst van bijna 1,5 miljard bereikt, zo beweert de ING.
De vraag is, wat gaat de ING met dat geld doen? Gaan ze het stoppen in een verbeterde dienstverlening. Nee, deze 1,5 miljard en daarbovenop nog eens 2,1 miljard, dus 3,6 miljard euro vloeien naar de aandeelhouders. Maar waarom, wat hebben die bijgedragen aan de winst, noppes. Ze hebben slechts aandelen gekocht met geld, dat mocht het met de aandelen slecht gaan, het ze financieel niet raakt. Aandelen koop je immers met overbodig geld dat je niet direct nodig hebt.
Maar, laten we nou eerlijk zijn. Die winsten en een uitkering van 3,6 miljard aan aandeelhouders is toch alleen mogelijk geworden door hun klanten financieel uit te knijpen. Ze laten de klanten voor steeds meer dingen betalen, die vroeger gratis waren. Alleen voor een rekening aanhouden moet je al dokken. Niet alleen de ING doet dat, ook andere banken. En ieder jaar stijgen de kosten voor een rekening met procenten. Zo kostte het Basispakket bij de ING tot 1 maart jongstleden € 2,40. Nu betaal je € 2,65 per maand. Een stijging van maar liefst 10 procent. Omdat we blijven werken aan het verbeteren van onze diensten, zoals de ING het zelfs noemt.
Het behalen van een superwinst vertelt echter een ander verhaal. De klant is domweg een melkkoe. De klant is verworden tot een verdienmodel. Triest, maar het past in een tijd, waar overbodig geld naarstig op zoek is naar rendement.
Jacques Peeters is spreekuurmedewerker van de Bijstandsbond