Door Pieter Hilhorst
‘De rechter heeft gesproken.’ Het lijkt soms wel alsof ambtenaren na deze vier woorden niet meer nadenken. De rechter heeft het laatste woord en dus kan er niks meer worden gezegd of gedacht. In het toeslagenschandaal zagen we dit pijnlijk geïllustreerd. De Hoge Raad keurde het goed dat de belastingdienst van mensen die geen of een te lage eigen bijdrage voor de kinderopvang hadden betaald, de volledige toeslag opeiste. Dat kon om tienduizenden euro’s gaan. Ouders werden zo totaal de financiële vernieling in gedraaid. De Commissie van Dam heeft terecht geconstateerd dat in het schandaal de beginselen van de rechtsstaat zijn geschonden.
Als de rechter heeft gesproken, ontslaat dat mensen niet van zelf nadenken. De rechter baseert zich immer op wetten en uitvoeringsregels. En die wetten of regels kunnen we aanpassen als ze onrechtvaardig uitpakken. Een tweede reden om te blijven nadenken is dat ambtenaren vaak op de loop gaan met wat de rechter zegt. Ze zien de rechterlijke uitspraak niet als een toestemming om iets te mogen doen, maar als een gebod om iets te moeten doen. Enige tijd terug was ik betrokken bij een casus van een vrouw met zes kinderen die moest rondkomen van de toeslagen. Haar man betaalde geen alimentatie, ze had geen werk en de gemeente had haar uitkering gestopt.
De rechter had geoordeeld dat de gemeente in zijn recht stond. De uitkering mocht worden geweigerd. Dat komt omdat de vrouw nog steeds getrouwd was met haar echtgenoot, ook al woonde ze apart. Als je getrouwd bent en gescheiden van tafel en bed kan je worden aangemerkt als alleenstaande.
Deze mevrouw was wel van tafel gescheiden, maar niet van bed. De rechter had het haar op de vrouw af gevraagd: heeft u nog omgang met uw man? Nadat ze ‘ja’ had gezegd, stelde hij de gemeente in het gelijk.
Iedereen begreep dat het onmogelijk is om van de wind en wat toeslagen te leven. Maar “de rechter had gesproken”. Pas toen de medewerker van het wijkteam aan de bel trok, kwam de dienst Werk en Inkomen tot een nieuwe beoordeling: de conclusie was dat ze de uitkering mochten weigeren, maar dat ze ook een uitzondering mochten maken. En zo geschiedde, ze kreeg een uitkering. Bij andere uitspraken van de rechter weten we heel goed dat een uitspraak geen gebod is. Als een rechter een ontruimingsvonnis velt, dan wil dat zeggen dat de huiseigenaar een ontruiming in gang mag zetten, niet dat hij dat moet doen. Als dit verschil tussen toestemming of gebod, tussen iets mogen doen of iets moeten doen, breder was onderkend, had dat veel ellende in het toeslagenschandaal kunnen voorkomen.
Het is raar maar waar. Als de rechter heeft gesproken dan houdt het denkwerk om een rechtvaardige oplossing te vinden niet op, dan moet het vaak nog beginnen.
Pieter Hilhorst is kwartiermaker voor sociale innovatie (zoals Buddy App voor mensen met geldzorgen)