Tekst Jos Verdonk | Beeld Sodis Vita
Op de laatste pagina van Vergeet de meisjes van Alma Mathijsen staat een internetadres dat leidt naar een fictieve Wikipedia-pagina over haar personage Iris Kouwenaar. “Toen ik aan dit boek begon, bedacht ik dat mijn personage Iris een schrijver moest zijn en Jezus, dat is nogal wat! Op de schrijfopleiding van de Rietveld Academie had ik geleerd dat je nooit een roman over een schrijver mag schrijven. Martin Bril vond dat ook. Om in het verhaal te komen ben ik toen die Wiki-pagina gaan schrijven. Ik verzon een auteur en een oeuvre van acht boeken. Dat heeft me uiteindelijk enorm geholpen.”
Vergeet de meisjes is het verhaal van de verstikkende vriendschap tussen succesauteur Iris en haar obsessieve steun en toeverlaat Kay Idle. Iris is ziek en Kay verzorgt haar. Fields, een Amerikaanse journalist, reist naar Nederland af om de teruggetrokken schrijfster te verleiden tot een interview. Kay is daar niet zo van gediend. “Zoveel mensen doen zulke verschrikkelijk nare dingen uit liefde. Ik wilde dat laten zien.”
Vergeet de meisjes is een merkwaardig verhaal, dat soms abrupte wendingen neemt. Fields krijgt bij toeval de gelegenheid de woning van Iris binnen te sluipen. Hij verstopt zich in een kledingkast en luistert de beklemmende gesprekken tussen Iris en Kay af. “Bij het schrijven van dit boek wilde ik alles loslaten. Het mocht allemaal raar en bizar zijn. Ik schaamde me best een beetje voor de stijl van Kays dagboekfragmenten maar bedacht dat iedereen wel eens zulke gevoelens heeft gehad en opgeschreven. Ik heb al die rarigheid omarmd.”
Alma groeide op in een intellectueel en artistiek milieu. Haar moeder is Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde. Haar vader is de jong gestorven, flamboyante violist Hub Mathijsen. Alma’s tweede roman De grote goede dingen is losjes gebaseerd op zijn leven en werk. “Toen ik een jaar of acht was schreef ik al. Ik bedacht verhaaltjes en die dicteerde ik aan mijn moeder. Er was een heel lang verhaal bij over een lappenpop die ’s nachts tot leven kwam, het raam uit liep en avonturen beleefde. Helaas zijn die verhalen verloren gegaan bij een computercrash, maar volgens mijn moeder waren ze heel mooi.”
Op het Montessori Lyceum schreef Alma veel voor de schoolkrant. Haar redactie werd verkozen tot de beste van Nederland en ze mocht een zomerpagina in Het Parool maken. Dat resulteerde in een wekelijkse jeugdpagina in de zaterdagse PS-bijlage die ze samen met klasgenoot Fanny van de Reijt schreef. “Met school wilde ik nooit iets te maken hebben maar schrijven heb ik altijd leuk gevonden. Omdat Fanny en ik zo jong waren en niets ons iets kon schelen, deden we dingen die ik nu niet meer zou durven. We wilden onze helden interviewen en ontmoeten. Dan belden we net zo lang bij Katja Schuurman aan tot ze open deed. Dat vond ze nog leuk ook, omdat wij twee schattige meisjes waren.” Inmiddels is Mathijsen de auteur van een verhalenbundel, drie romans en wat toneelstukken. Ze vergelijkt schrijven met beeldhouwen. “Als je de eerste versie van een roman schrijft, komt de steen binnen. Dan ga je bikken.”
“In de breedste zin van het woord kan ik van het schrijven leven. Maar alleen van mijn boeken lukt dat niet. Ik treed op, schrijf voor NRC Handelsblad en een geef elk jaar een cursus tekst en stijl aan de eerstejaars van Kunstacademie Arnhem. Dat is leuk, ik ben 33 en mijn leerlingen zijn rond de twintig. Het is heel interessant hoe hun blik op de wereld is en de literatuur is.”
Ze heeft nooit overwogen het fictieve oeuvre van de Iris Kouwenaar dan maar zelf te gaan schrijven. Ze lacht. “Nee, daar moet ik niet aan denken. Maar ik zou het heel leuk vinden als iemand anders die boeken van Iris zou gaan schrijven.”
UIT: Vergeet de meisjes