Gastcolumn
Door John Jansen van Galen
Waar is het Amsterdamse protest tegen de monarchie gebleven? Zelfs het koninklijk paleis (‘het stadhuis staat op de Dam’) wordt niet meer opgeëist. De laatste republikeinse verzetsdaad die ik mij herinner was in 2010 het gooien van een waxinelichtje door een eenzame wolf, en dan nog in Den Haag ook.
Het koningshuis riep in Amsterdam van oudsher felle emoties op, zowel loyaliteit (met name onder arbeiders in de Jordaan en op Kattenburg) als afwijzing. Wanneer Beatrix terugziet op haar leven moet ze constateren dat beide ceremoniële hoogtepunten omsloegen in toppunten van straatrumoer. Bij haar huwelijk in 1966 gingen beelden van een door een rookbom aan het zicht onttrokken trouwstoet de wereld over. Bij haar troonsbestijging in 1980 (‘geen woning: geen kroning’) stond de stad op stelten; beteuterd stond de vorstin op het balkon van het paleis, terwijl op het Rokin de stenen de lucht doorkliefden. Maar toen Willem-Alexander 33 jaar later het roer overnam, werd geen wanklank meer vernomen. De heftigste emotie was de traan van Máxima, die Carel Kraayenhof haar met zijn bandoneon haar ontlokte.
Hoe kan dat? Hebben wij Amsterdammers ons neergelegd bij de monarchie? Hebben de Oranjes hun leven gebeterd? Van de schuinsmarcheerderij en laaienlichterij van de prinsen Hendrik en Bernhard wordt niets meer vernomen, maar de belastingmoraal van de koninklijke familie is nog uiterst bedenkelijk, en ook dat wij de koning dubbel moeten betalen voor het onderhoud van zijn meubilair. Bernhards gelijknamige kleinzoon wordt aan de schandpaal genageld als superhuisjesmelker zonder dat iemand daaraan de conclusie verbindt dat het uit moet zijn met door erfopvolging aangewezen staatshoofden.
In de jaren zestig was het koningshuis een dankbaar aangrijpingspunt voor het generatieconflict: de ouders van de Provo’s hadden de prinsessenkalender van Pro Juventute aan de muur. Toen er ook nog een Duitser als prins-gemaal op de proppen kwam, konden de babyboomers laten zien hoe ‘goed’ ze waren na de oorlog.
En de kroning van 1980 kwam net toen de vrolijke rebellie van de jaren zestig en zeventig omsloeg in verbittering. Het leegstaande paleis op de Dam werd een symbool voor de woningnood. Toen Hanneke Groenteman op de stadsradio zei dat het beter weer was om te kraken dan te kronen, werd haar parool massaal opgevolgd. Maar nu? Er wordt volop betoogd en actie gevoerd: tegen racisme, voor creatieve vrijplaatsen, tegen falend klimaatbeleid. Geen van die thema’s is in verband te brengen met de monarchie. De avonturen van de koning met vastgoed in Griekenland en Mozambique, de visite van de koningin aan de Saoedische potentaten, veroorzaken alleen een rimpeling. Of zou er een andere oorzaak zijn voor het huidige gebrek aan republikeins getoonzet protest? Kan het zijn dat het koningshuis een nieuwe generatie Amsterdammers koud laat? Dat zou pas erg zijn voor de Oranjes: dat ze geen verzet meer oproepen omdat ze ons onverschillig laten.
John Jansen van Galen is medewerker van Het Parool,
NOS-radio, VPRO-radio en opinieblad Argus.