De gemeente Den Bosch stopt met het experiment bijverdienen in de bijstand, maar Amsterdam gaat juist dóór met de bijverdienpremie van 200 euro per maand.
De gemeente Amsterdam is positief over de uitkomsten van het ‘Experiment met de bijstand’ en wil aan alle 41.000 bijstandsgerechtigden in de stad de kans geven om naast de bijstand te gaan werken met een premie van maximaal 200 euro per maand. De gemeente Den Bosch stopt er juist mee. Wat zijn de verschillen? Eerst Amsterdam. Volgens wethouder Groot Wassink (GroenLinks) ‘helpt de verdienpremie mensen om de stap naar werk te maken’ met als resultaat een hogere uitstroom naar werk en lagere bijstandslasten. Kortom: de bijverdienpremie helpt voor de uitstroom naar werk en door de hogere uitstroom dalen de kosten van de bijstand. Tot nu toe deden 5.250 bijstandsgerechtigden mee aan het ‘experiment’, maar de wethouder wil dat alle 41.000 mensen in de bijstand deze kans krijgen. Binnenkort krijgt de raad een voorstel om de ‘bijverdienpremie als instrument voor alle bijstandsgerechtigden uit te rollen’.
Geen uitstroom in Den Bosch
In de gemeente Den Bosch werd een vergelijkbaar experiment uitgevoerd. Aanvankelijk deden 350 bijstandsgerechtigden mee, en dat aantal daalde in 2020 naar 290. Maar de resultaten vielen tegen en geen enkele van de vooraf gestelde doelen is gehaald. Het uiteindelijke doel was dat minder mensen in de gemeente een bijstandsuitkering zouden krijgen. Dat is niet gelukt. De hoop was ook dat in vergelijking met 2018 rond deze tijd tien procent meer mensen in de bijstand geld zouden verdienen met deeltijdwerk. Ook dat is niet gehaald. Niet alleen in Den Bosch is het experiment mislukt. Ook in vijf van zeven andere gemeenten die experimenteerden, was er geen uitstroom naar werk.
