Onder het motto ‘duurzaam en sociaal’ gaan de coalitiepartijen in Amsterdam de corona-crisis te lijf. Met meer banen bij de Werkbrigade en stimuleringspremies voor bijverdienen in de bijstand. De armoedegrens blijft 120 procent van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM).
De gemeente Amsterdam moet 200 miljoen euro per jaar bezuinigen als gevolg van de economische crisis. De vier coalitiepartijen die samen het bestuur vormen van de stad (GroenLinks, D66, SP en PvdA) hebben een hele reeks maatregelen opgesteld om dat te realiseren. Het gaat om een aanpassing van het coalitieakkoord dat na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 is gesloten. Opvallend is dat de gemeente nauwelijks bezuinigt op de posten voor Werk, Inkomen en Armoede. Wel zet het bestuur een streep door het voornemen de armoedegrens te verhogen van 120 naar 130 procent van het WSM.
Bijverdienen bijstand
Een van de maatregelen is het instellen van stimuleringspremies voor bijverdienen in de bijstand. Die komen er om duurzame uitstroom uit de bijstand te stimuleren. Dat gebeurt nu al in het kader van het ‘Experiment met de bijstand’. Daarbij kan een bijstander een premie tot 200 euro per maand verdienen. Uit een tussenevaluatie van dit experiment bleek eerder dat deze manier van werken zichzelf terugverdient. Een andere maatregel is het verder uitbreiden van de Werkbrigade tot 500 arbeidsplaatsen. Ook komt er extra aandacht voor schuldhulpverlening.