Het Nibud (budgetvoorlichting) heeft voor jongeren in corona-tijd een speciale editie van de GeldChecker gemaakt. De gids geeft antwoord op vragen als: waar moet je op letten? Waar kun je financiële hulp krijgen? En wat kun je beter wel en niet doen?
Veel jongeren hadden in maart al een terugval in inkomen, stelde het Nationale Instituut voor Budgetvoorlichting vast. Jongeren hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Ze hebben vaak geen vast contract en onvoldoende buffer om financiële tegenslagen op te vangen.
De nieuwe, digitale geldgids voor jongeren staat vol met tips en informatie waarmee ze grip op hun geld kunnen houden, want in deze tijd van corona ligt het gevaar op de loer dat je de hele dag online bent en uit verveling in webshops dingen koopt die je helemaal niet nodig hebt. Of lekkere dingen gaat bestellen, van pizza tot sushi, omdat het thuiszitten je soms aanvliegt . En je best wat comfort food kunt gebruiken. ‘Ik geef per jaar 500 euro uit aan kaasbroodjes’, laat Felix ( 17) weten.
Ook gaat de GeldChecker-special in op de gevolgen van lenen en achteraf betalen. ‘Op het moment dat de rekening binnenkomt, ben je alweer vergeten dat je die nog moest betalen. Vaak heb je het geld in de tussentijd alweer uitgegeven.’ Jongeren krijgen het advies om meteen in actie te komen als ze herinneringen en aanmaningen krijgen. ‘Hoe eerder je hulp vraagt, hoe beter. Geld lenen kan tot een hoop stress lijden. Erover praten kan dan de eerste stap zijn om de problemen aan te pakken, waarna je zult merken dat je beslist de enige niet bent.’
‘Jongeren kunnen makkelijk van de regen in de drup terecht komen’, constateert Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Als schulden al aan het begin van je leven als volwassene een grote rol spelen, sta je meteen met 2-0 achter. Aan de ene kant willen we dat voorkomen en aan de andere kant willen we dat jongeren zo snel mogelijk hun leven weer op de rit kunnen krijgen.’
Is er ook een manier om al die schuldhulp en budgethulp overbodig te maken? Ja, bijvoorbeeld een basisinkomen of een minimumloon met dezelfde koopkracht als in 1980.