Het weer hebben van werk is niet alleen van belang voor de langdurige werkloze zelf, maar ook voor de samenleving. Mensen krijgen het gevoel dat ze weer meedoen, weer meetellen in de maatschappij. Dat is ook goed voor de maatschappij zelf. Dat staat in het rapport Het betere werk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Dit adviesorgaan stelt daarom aan de regering voor basisbanen te creëren. Die zouden in plaats van uitkeringen het vangnet van de verzorgingsstaat worden.
Basisbaan geeft al aan dat het geen volwaardig werk betreft. Bij een normale baan heb je rechten en verplichtingen. Maar hier wordt niet gesproken over rechten, zoals een volwaardig cao-salaris en goede secundaire arbeidsvoorwaarden.
Nee, de onderzoekers hebben het in de toelichting weer over afstand tot de arbeidsmarkt, persoonlijke begeleiding en scholing. En de opmerking van WRR-lid Godfried Engbersen dat een basisbaan niet automatisch hoeft te leiden naar een reguliere baan, maakt het nog schimmiger. Het doet me denken aan werkervaringsplaatsen en eindeloze opeenvolgende re-integratietrajecten.
Vrolijker werd ik ook niet van wat hoogleraar Actief Burgerschap Monique Kremer opmerkte. Zij wil weliswaar mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben niet verplichten, dat werkt maar contraproductief. Zij omschrijft het liever als wat drang toepassen, en geen dwang. Een echte woordkunstenares!
Dat beetje drang doet me denken aan al die projecten aan de Laarderhoogtweg, Amsterdamse Bos en Herstelling, waarvan de deelnemers, die drang zelf ondervonden en woedend en huilend bij ons op het spreekuur verschenen. Het blijft me verbazen dat ervan uitgaande dat mensen sociale wezens zijn, die iets willen betekenen voor anderen, juist deze karaktertrek wordt misbruikt om mensen daar met drang aan het werk te zetten, waar de werkgever te beroerd is om een normaal salaris te betalen.
Jacques Peeters is spreekuurmedewerker
van de Bijstandsbond