De Voedselbank in de Amsterdamse Pijp is gestart met een nieuwe opzet. Voortaan mogen de klanten zelf bepalen wat ze meenemen, net als in een echte supermarkt: de VoedselMarkt Zuid.
Wethouder Moorman (PvdA) heeft woensdag de opening verricht van het nieuwe supermarktconcept van de VoedselMarkt Zuid. In de aanpak staat de klant centraal, vertelt projectleider Hans Teunissen van de Voedselbank Amsterdam. “In plaats van een voedselpakket, krijgen de voedselbank-klanten van Amsterdam Zuid nu een puntensaldo van 7, 15 of 20 punten waarmee ze wekelijks bij de Voedselmarkt kunnen winkelen.” Zonder puntenaftrek mogen klanten brood, groenten en fruit gratis meenemen. Aan de opzet in de Pijp is meer dan twee jaar gewerkt. Ook is er een ingrijpende verbouwing gedaan. “Met dank aan de gemeente, die erg behulpzaam was”, aldus Teunissen. “Als de opzet succesvol is, zal het supermarktconcept worden uitgerold naar de andere uitgiftepunten van de Voedselbank in Amsterdam.”
Luiers
De locatie aan de Amsterdamse Lutmastraat omvat veel meer dan alleen een voedselmarkt, blijkt bij een rondgang. Om te beginnen is er een ‘Sociale Kruidenier’. Daar kunnen klanten van de Voedselbank Zuid tegen een korting van 70 procent non food-artikelen kopen, zoals luiers, schoonmaakmiddelen en zelfs condooms. In de schappen liggen artikelen die overblijven bij acties van supermarkten. Met de opbrengst van 30 procent koopt de ‘Sociale Kruidenier’ de rest van de artikelen. Op de locatie aan de Lutmastraat is ook een kledingwinkel, met vooral tweedehands kleding, maar soms ook nieuwe producten. Ook is er een naaiatelier. De 35 vrijwilligers voorzien wekelijks 140 huishoudens met 300 personen van voedsel. Onder hen zijn 144 kinderen.
Leefgeld
Amsterdam telt twaalf uitgiftepunten. Het punt in de Lutmastraat is de eerste met het supermarktconcept. “In Amsterdam verstrekken we via deze twaalf locaties voedsel aan 1.300 huishoudens (3.100 personen), waarvan 1.575 kinderen”, zegt Teunissen. Om in aanmerking te komen voor de Voedselbank moeten deelnemers via een intake-procedure aantonen dat ze weinig te besteden hebben. “Er zijn landelijke normen waaraan ze moeten voldoen.” Teunissen noemt het begrip ‘leefgeld’: wie minder dan een bepaald bedrag per maand overhoudt om van te leven na aftrek van alle vaste kosten, kan een klantenkaart krijgen. Ook speelt mee hoeveel personen een huishouden telt. “Hoewel het vaak gaat om mensen met een laag inkomen zijn er soms ook klanten met een hoog inkomen en met heel hoge lasten.” De landelijke norm per huishouden is een bedrag van 135 euro per maand, plus 95 euro per persoon. “Pas dan kom je in aanmerking”, zegt Teunissen. Voorbeeld: een echtpaar met twee kinderen mag een vrij besteedbaar inkomen hebben (‘leefgeld’) van maximaal 515 euro per maand om klant van de voedselbank te kunnen worden. Dat bedrag komt ongeveer overeen met 45 procent van de Nibud-norm voor bijstand, aldus de Voedselbank.
Armoede
Na een aantal jaren van daling stijgt het aantal klanten van de Voedselbank in Amsterdam weer een beetje. Op dit moment zijn er 3.100 klanten. Die stijging van het aantal klanten is niet in lijn met de cijfers over armoede in Amsterdam. Immers, het aantal mensen dat in armoede leeft, daalt al jaren. Maar het gaat nog steeds om grote aantallen. Anno 2019 moesten in Amsterdam 136.000 personen (86.500 gezinnen) zien rond te komen van een inkomen lager dan 120 procent van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM). Maar de langdurige armoede daalt niet. Het aandeel van mensen dat vier jaar of langer in armoede leeft, is gestegen van 58 procent in 2011 naar 65 procent in 2017. In totaal telt Amsterdam in 2017 ruim 45.000 huishoudens die al langer tot de minima behoren.