Oud-wethouder Arjan Vliegenthart (SP) is trots op een lagere werkloosheid onder 50-plussers, maar moet nu zelf aan de bak voor een nieuwe baan. Tekst: Arnoud van Soest, Beeld: Gabriel Kousbroek
De werkloosheid onder Amsterdamse 50-plussers daalde in 2017 flink, van 8.600 naar 6.200 mensen. Ex-wethouder Arjan Vliegenthart (SP), die eind mei zijn portefeuille werk en inkomen overdroeg aan Rutger Groot Wassink (GroenLinks), liet op oudere werklozen dezelfde aanpak los als die bij jongeren ook succesvol was: veel aandacht, een persoonlijke benadering. Een terugblikkende SP-wethouder: “De economie trekt aan, dus ik had wel verwacht dat de werkloosheid zou dalen. Maar we weten ook dat het voor ouderen veel moeilijker is een baan te vinden dan voor jongeren.”
Om die ouderen een steun in de rug te geven, creëerde de gemeente in 2017 het Team 50+, dat samen met het Werkgeversservicepunt Groot-Amsterdam (WSP) werkgevers benadert. Dat wierp vruchten af, zegt Vliegenthart: “Onbekend maakt onbemind. Veel werkgevers hebben vaak het beeld van oudere werknemers dat ze vaker ziek, minder flexibel en duurder zijn.” Een beeld dat bepaald niet klopt.
Dynamische ouderen
Het helpt als werkgevers de kandidaat kunnen zien. Daarom stapten mensen van het WSP met oudere werkzoekenden naar werkgevers. “Dan kunnen ze zelf vaststellen dat het vaak om dynamische en frisse mensen gaat, die goed mee kunnen. Dan smelten de vooroordelen meestal wel. Daarnaast vertellen we dat uit onderzoek blijkt dat ouderen niet vaker ziek zijn en dat zij niet duurder hoeven te zijn dan jongeren.”
Die persoonlijke aanpak wordt gecombineerd met voorlichtingsbijeenkomsten die het WSP regelmatig voor werkgevers organiseert. “Op die bijeenkomsten benadrukken we dat ervaren werknemers voordelen bieden. Veel 50-plussers hebben jaren gewerkt en ervaring opgedaan. Ook hebben ze in hun leven van alles meegemaakt, waardoor ze tegen een stootje kunnen.”
Dat neemt niet weg dat de ex-wethouder zich zorgen maakt over ouderen met een laag opleidingsniveau, 60-plussers en mensen met een migratieachtergrond, omdat die relatief vaak werkloos zijn. “Het gaat heel goed met Amsterdam. Mensen praten over een derde Gouden Eeuw. Maar dan kun je het je niet veroorloven te zeggen: als je ervan kunt profiteren is het mooi maar als het niet lukt, heb je pech. Juist in een tijd dat het goed gaat moet je groepen die het ’t moeilijkst hebben aandacht geven, want als het nu niet lukt, lukt het straks, als de economie tegenzit, zeker niet.”
Vliegenthart is sinds 30 mei wethouder af. Er was in het nieuwe college maar plaats voor één socialistische wethouder omdat de SP bij de verkiezingen van 6 naar 3 zetels duikelde. Laurens Ivens gaat alleen verder als SP-wethouder.
Arjan Vliegenthart vindt dat hij de afgelopen vier jaar veel heeft bereikt: hij maakte een einde aan het werken zonder loon (via tegenprestatie of verplichte re-integratie) en bouwde het stelsel van armoedevoorzieningen uit. Bovendien zorgde hij dat meer mensen die voorzieningen kunnen gebruiken en hij verbeterde de schuldhulp.
Geen WSP voor Vliegenthart
Zijn laatste maanden, als demissionair wethouder, waren best lastig. “Je kunt niet meer dan op de winkel passen, maar ik ben groots op wat ik met mijn mensen heb bereikt. En er valt nog veel te doen, dus daar wens ik het nieuwe college veel succes mee.” Of hij nu baalt? “Ik was dolgraag doorgegaan maar de kiezer heeft anders besloten.”
Wat hij nu gaat doen? “Daar denk ik nog over na, maar ik vond het een groot voorrecht de zorgen en verwachtingen, de hoop en het verdriet van Amsterdammers in beleid om te zetten.” Gaat hij nu bij het WSP aankloppen? Met een glimlach: “Ik hoop dat ik voor die tijd al een baan heb.”