Kamperen, je haat het of je bent er dol op. Als je tot die laatste groep hoort én weinig vakantiegeld te besteden hebt, dan is kamperen op fietsafstand van de stad helemaal het einde. MUG test er één, onder de rook van de stad en toch echt helemaal buiten.
Via de website van de gemeente Amsterdam kies ik twee campings om te verkennen, de verste op een halfuur fietsen van de MUG-redactie op de Oostelijke Eilanden. Kunstenares en fotograaf Sodis Vita gaat mee, we spreken af bij station Muiderpoort: zij op haar sportfiets, ik op mijn roze omafiets.
Als we bovenop de Amsterdamsebrug staan zien we camping Zeeburg al liggen. We volgen de Zuiderzeeweg en slaan onderaan rechtsaf, om met een draaibeweging bij de ingang uit te komen. Voor de receptie is een plein met picknicktafels en afgeschermde zithoeken. In het midden staan een paar kledingrekken.
Thomas en Pieter van de receptie vertellen ons dat spontane initiatieven zoals het kledingmarktje voor de deur vaker voorkomen. Er zijn ook vaste salsa-avonden, waar mensen uit de buurt aan meedoen, optredens van bands in het restaurant en af en toe een groter evenement zoals een festival. Veel bezoekers zijn studenten die naar Amsterdam komen maar een hostel niet kunnen betalen. Maar, zegt Pieter: “Er komen ook opa’s en oma’s, waarvan de kleinkinderen in Amsterdam wonen.”
Omdat ik heb opgevangen dat inwoners van Amsterdam niet welkom zijn op deze camping, bel ik later nog even met bedrijfsleider Lobke: “Dat is oude informatie, het had te maken met overlast van daklozen maar dat is al jaren voorbij. We hebben voor inwoners van de stad zelfs een paar jaar het open-tentfestival gehad, maar ook dat kon het hardnekkige verhaal niet stoppen.”
Als ik vraag hoe het komt dat er nu geen overlast meer is, zegt ze dat de camping een duidelijker deurbeleid heeft: “Het is geen plek voor daklozenopvang, want daar zijn andere oplossingen voor, maar Amsterdammers zijn gewoon welkom.”
Het is nog stil op de badhoeve
Camping Zeeburg ziet er sfeervol uit, maar vandaag willen we voorbij de stadsgrens. We fietsen terug naar de Zuiderzeeweg, de stad uit, langs Schellingwoude en de waslijnen van Durgerdam. Al snel ligt de skyline van IJburg achter ons. Als we even ten noorden van Durgerdam aankomen bij camping De Badhoeve is het stil op de twee tentenvelden. “Bij het water is nu een kinderpartijtje,” vertelt Neeltje Giele, eigenares van de camping, “dat is ongeveer de eerste groep die op dat veld kampeert dit jaar.”
Als ik een rustige plek wil, kan ik achterop het terrein terecht tussen de bungalows. Niet zomaar bungalows, trouwens: “De camping is nog van voor de Tweede Wereldoorlog, vroeger was er een badjuf en hadden Amsterdamse kinderen hier zwemles. De huisjes zijn gebouwd na de oorlog, toen veel mensen hun woning in de stad waren kwijtgeraakt. Dit was een noodoplossing.”
Ik vraag aan Neeltje waar ik terecht kan om te eten als straks mijn tent is opgezet. “In Uitdam is geen eetgelegenheid meer,” zegt ze, “maar Marken is goed te fietsen.”
Op advies van Sodis kies ik voor Monnickendam. Aan mijn rechterhand klotst het IJmeer, aan mijn linker schittert het Kinselmeer, en langs de dijk kleuren de grashalmen goud in het felle zonlicht. Het centrum van Monnickendam biedt genoeg eetgelegenheden.
Als ik over de Zeedijk terugfiets, gaat de zon onder. Een buizerd vliegt minutenlang voor me uit, een blauwe reiger staat tot zijn borst in een sloot, hazen schieten weg in de berm en vliegende beestjes botsen met een rotgang op mijn voorhoofd. Er is weinig anders te horen dan gezoem, gekwetter, water en wind.
Verhalen aan de campingbar
Terug op de camping plof ik neer aan de campingbar. Het stel naast me blijken de beheerders te zijn, verantwoordelijk voor het onderhoud en het sanitair. Daarnaast bewaken ze de camping in de winter, en zij voorziet in de zomermaanden in een pendeldienst omdat er geen bus meer rijdt. “Verder zijn we allebei Reiki master.” zegt Jade. “Dus sommige gasten komen speciaal naar de camping als we massages geven.”
Willem vertelt dat er 89 vaste plaatsen zijn: “Koophuisjes, van meest oude Amsterdammers. Sommigen komen hier al van kinds af aan.” Jade: “We kennen ook alle kinderen, dus we letten op voor elkaar.”
Willem wijst naar het plafond: “De eigenaar vond het leuk om iets bijzonders te doen met deze plek.” Dus nu hangen er allemaal gekke oude spullen, zoals ski’s en harmonica’s.
Als barman Ollie in de keuken verdwijnt, vertellen Jade en Willem dat hij kok is geweest in een hotel aan de Poolse grens, in Duitsland. “Het eten is hier echt goed, het is meer dan een campingkantine waar je alleen patat kunt krijgen.”
“Als er voetbal is, komt iedereen hier kijken.” Er valt een grauwe opmerking over de Champions League, maar Willem veert op: “Ajax heeft het echt goed gedaan, het was een prachtig seizoen.” Voordat iemand tijd heeft om sip te worden, zegt hij dat hij nog een mooi verhaal heeft over de camping. “Op een dag stonden er opeens twee bussen met Koreaanse leraren en schoolkinderen,” begint hij, en ik bestel toch nog maar een biertje bij Ollie. De groep was zo groot dat ze op het voetbalveld mochten kamperen. Ze waren heel enthousiast over de camping en sindsdien komt er elk jaar zo’n honderd man uit Korea. “De kinderen moeten allemaal hun eigen bord afwassen,” zegt Willem, “dus elke dag staat er dan een hele lange rij mensen voor de wastafels. Dat zijn de andere gasten niet gewend. Dat levert soms wel grappige situaties op.”
Na een goed gesprek over deze bijzondere camping kruip ik mijn tentje in voor een bijzonder stille nachtrust. ‘s Ochtends word ik weer gewekt door vogelgeluiden. Bij de receptie haal ik een douchemuntje: het sanitair is eenvoudig maar schoon.
Voordat ik terugga naar Amsterdam bestel ik een koffie verkeerd en een stuk appeltaart bij Ollie op het terras.
Willems woorden van gisteravond schieten te binnen: “We noemen de Badhoeve weleens de mooiste camping boven de rook van Amsterdam.” Ik leun achterover en haal diep adem. Je hoort geen auto’s of treinen, en van die rook is hier inderdaad niks te merken. Ben ik echt op een halfuur fietsen van Amsterdam-Oost?
Geen kampeerspullen? Ze zijn ook te huur of te leen, bijvoorbeeld op www.peerby.com. En op Marktplaats vinden we een matje voor €5,- en een slaapzak voor €10,-.
Camping Zeeburg
Prijs per persoon per nacht (kleine tent): €11,- in het middenseizoen.
www.campingzeeburg.nl
Camping De Badhoeve
Prijs per persoon per nacht met een kleine tent is €10,- in het laagseizoen, een douchemuntje is €1,-.
www.campingdebadhoeve.nl
Voor meer ideeën voor vakantie op fiets- en loopafstand is een lidmaatschap van Vrienden op de Fiets (www.vriendenopdefiets.nl) een aanrader. Je vindt daar gratis of goedkope overnachtingen bij andere fietsvrienden.
Andere handige sites: www.natuurkampeerterreinen.nl en www.acsi.eu. Daarnaast zijn er in de zomer buurtcampings, waar Stadspashouders fikse korting krijgen op een weekend kamperen in een stadspark in de eigen buurt: www.debuurtcamping.nl.
Wel altijd reserveren.