“Aanpak bijstand moet net als bij statushouders”
Dat vindt Tirza de Fockert. Ze is sinds 2018 lid van de gemeenteraad van Amsterdam voor GroenLinks, met als portefeuille onder meer armoede en schulden. Maar ook de aanpak van statushouders is haar aandachtsgebied. “Amsterdam heeft zelf een aanpak ontwikkeld voor het begeleiden van statushouders. Met als belangrijkste kenmerk dat een casemanager een beperkt aantal klanten/statushouders heeft om te begeleiden. Dat heet een ‘lage caseload’.”
Een tweede kenmerk is dat de casemanagers voor statushouders ‘dicht op de doelgroep’ zitten, ook op het vlak van man/vrouw, geloof en seksuele geaardheid. “Deze zeer gerichte aanpak is erg succesvol, zo blijkt uit de cijfers”, aldus De Fockert. “Sinds de start van de intensieve aanpak zijn in totaal 1.397 statushouders begeleid naar (parttime) werk. De doelstelling voor 2018 was dat we 400 statushouders op weg naar werk zouden helpen, zodat ze hun eigen leven verder op kunnen bouwen. Het werden er 691.”
Een laatste kenmerk van de aanpak van statushouders is dat deze drie jaar worden begeleid door een en dezelfde casemanager. ‘Van huisvesting tot en met het aanvragen van de uitkering en het aan het werk helpen, allemaal door dezelfde casemanager.” Ook als een statushouder binnen die drie jaar een baan heeft, blijft de casemanager in beeld. “Het doel is een duurzame oplossing te realiseren voor de statushouder.”
Maatwerk
De aanpak die wordt toegepast bij statushouders zou eigenlijk ook moeten worden toegepast op andere terreinen waarbij mensen begeleid worden door de gemeente, zoals het begeleiden van mensen in de bijstand naar werk, aldus De Fockert. “Het is wat duurder door die lage caseload, maar de aanpak bij statushouders toont aan dat het rendeert: méér maatwerk dus.”
Ze mag dan tevreden zijn over de (Amsterdamse) aanpak van statushouders, over de aanpak rond inburgeren is De Fockert veel minder te spreken. “Vooral voor huwelijksmigranten zouden andere inburgeringsregels moeten gelden dan voor statushouders.” Probleem daarbij is dat, anders dan bij de aanpak van statushouders, voor inburgering nationale regels gelden. “Regels, die bewezen hebben de integratie van nieuwkomers niet te helpen, maar juist tegen te werken”, zegt De Fockert. Voor haar staat vast dat Amsterdam vooruitlopend op het nieuwe beleid alvast een zo goed mogelijk werkende aanpak moet ontwikkelen. “We kunnen geen ander beleid ontwikkelen dan het Rijk, hoe graag ik dat zou willen. We kunnen wel voor de troepen uitlopen, wat we hopelijk snel kunnen doen als we de pilot voor inburgeren kunnen beginnen.“
Armoede bij ZZP-ers
Een tweede aandachtpunt voor De Fockert is armoede bij ZZP-ers. “Dat is een zeer gevarieerde groep. Lang niet iedereen heeft bewust gekozen voor het ondernemerschap.” Vooral ZZP-ers die deels in de bijstand zitten hebben vaak te maken met een woud aan regelgeving. Voor de hulp aan ZZP-ers in armoede pleit De Fockert dan ook voor een gedifferentieerde aanpak. “Maar makkelijk is dat niet.” Tenslotte wil zij af van de 29 verschillende regelingen voor mensen met een laag inkomen. “Dat moet echt anders, bijvoorbeeld door casemanagers deze regelingen integraal naar klanten toe te laten afwikkelen, vergelijkbaar met de aanpak van statushouders.”
Antropoloog
Tirza de Fockert (1981) is antropoloog en was in het verleden onder meer werkzaam als freelance journalist. Tot voor kort was ze actief als medewerker van Vluchtelingenwerk. In dat werk zag ze dat de Haagse politiek steeds strenger was tegen onder meer statushouders. Vooral het mislukken van de inburgeringsaanpak motiveerde haar om de politiek in te gaan. “Ik wilde ook een steentje bijdragen in dat domein.”
Ze ‘solliciteerde’ als raadslid bij GroenLinks , stond op plek 12 op de lijst en kwam vorig jaar tot haar eigen verrassing in de gemeenteraad. Ze vindt het werk leuk, maar ook spannend. “Laatst had ik mijn eerste interruptie in de voltallige raad, en dat is best eng.” Raadslid zijn kost veel tijd, zegt De Fockert. “Minstens 30 uur per week en dat naast je andere werkzaamheden. Best pittig.” Haar ambitie is om wethouder te worden of bestuurder van een stadsdeel. Niet de landelijke politiek. “Dat staat te ver af van actief kunnen handelen.”
Eerder in deze serie: Claire Martens (VVD), Carolien de Heer (PvdA) en Erik Flentge (SP).