Wie wil en kan, fietst in Amsterdam en omgeving
makkelijk 55 kilometer door het groen. Minder mag ook.
Tekst: Arnoud van Soest Beeld: Fred van der Zee
De gemeente Amstelveen besteedt op zijn website aandacht aan de Groene As die de groengebieden van Amstelland, het Amsterdamse Bos en Spaarnwoude met elkaar verbindt. Het zijn verschillende fietsroutes, elk met een eigen kleur. MUG probeert er een paar uit, als voorproefje voor de zomer.
Zo staan we op een prachtige lentedag voor de ingang van station
Sloterdijk. Te midden van ratelende rolkoffertjes haal ik de fietsroutebeschrijving tevoorschijn, die ik van de website heb gehaald. Steek de trambaan over, staat er, maar er rijden al lang geen trams meer over het stationsplein. Die vertrekken nu aan de achterkant. Terwijl ik sta te puzzelen, schuiven de deuren van het station uitnodigend open en dicht, alsof ze willen zeggen: pak toch de trein, sukkel!
Maar deze sukkel gaat op zoek naar de Barajasweg, die op de Haarlemmerweg uit komt, vlak naast een paarsgrijs hotel. Ik zie het fietspad al liggen, dat mij door lommerrijk groen gaat voeren. Tussen mij en de auto’s van de Haarlemmerweg ligt de Haarlemmertrekvaart, die in 1631 is aangelegd voor de trekschuiten tussen Amsterdam en Haarlem. De huidige Haarlemmerweg was toen nog een jaagpad, van waar af de schuiten werden voortgetrokken. Om de reis te veraangenamen werden buitenplaatsen als Geuzenveld aangelegd. Edoch, in 1839 ging de trein rijden en in 1865 was het met de trekschuit gedaan. Sindsdien zwemmen er eenden en witte zwanen in de Haarlemmervaart.
Volkstuintjes
Na een stukje fietsen stuit ik al snel op de Seineweg, die het fietspad onderbreekt. Maar aan de andere kant wordt het pas écht leuk. Ik rij langs volkstuintjes met een mooie variatie aan bomen, molshopen, bloemen, waterpartijen en rietvelden.
Links schuift af en toe een trein voorbij, rechts snateren eenden. Maar het zijn vooral de vogels die duidelijk maken dat we ons in beschermd natuurgebied bevinden. Dit is pas genieten, vooral als de zon schijnt. Ik berg de routebeschrijving op, want ik hoef alleen maar de bordjes Spaarnwoude te volgen.
Ter hoogte van Tuinpark De Groote Braak doemt nog even een stukje industriegebied van Westpoort op, terwijl de wind de wieken van het windmolenpark in beweging zet. Ik fiets onder de snelweg door en sta plots voor een meer, waar diezelfde wind rimpels in het water trekt. Krijsende meeuwen worden overstemd door metalen vogels die om de paar minuten landen. Voor ik er erg in heb, sta ik voor de ingang van recreatiegebied Spaarnwoude. Maar voor vandaag heb ik genoeg natuur gehad en via station Halfweg fiets ik langs ‘buitenplaats’ Geuzenveld terug naar Amsterdam.
Halfweg
Twee dagen later fiets ik weer naar station Sloterdijk en steek bij de Seineweg de Haarlemmerweg over, om meteen rechtsaf te slaan. Ik ben weer op weg naar Halfweg, maar nu om de fietsroute richting Oeverlanden en Nieuwe Meer te vervolgen. Bij Halfweg is het even opletten geblazen. Ik rijd het dorp in bij de Oranje Nassau-straat en sla bij de Julianastraat linksaf, want die komt op de Osdorperweg uit, waar ik meteen een bruggetje oversteek.
Volgens een informatiebord bevind ik me nu op het Noord-Hollands Pad, een wandelroute van Texel naar het Gooi. Tja, wandelen naar het Gooi… je kunt ook overdrijven. En oh ja, of ik het vee niet wil opjagen, vraagt het bord.
Verderop stop ik weer bij een informatiebord, de laatste op de route. Ik lees dat hier ooit een schutsluis heeft gelegen, zodat de turfschepen van de polder de Ringvaart op konden varen, op weg naar Osdorp.
Ik zet de pedalen weer in beweging en passeer links kassen en rechts een plezierbotenhaventje. In de verte zie ik auto’s voorbijschuiven maar ik hoor vooral de wind die de rietpluimen doet bewegen, terwijl de zon in de ringvaart glinstert.
Kiezelsteentjes
Het is een doordeweekse dag, maar wel een van de mooiste dagen van de lente, dus ik word door de ene na de andere amateurfietscoureur met blitse hoofdbescherming voorbijgesjeesd.
Links passeer ik een pril bos en rietvelden, rechts zie ik de vliegtuigen steeds groter worden naarmate ze de glijvlucht naar Schiphol inzetten. Maar dan dient de bewoonde wereld van grijze woonblokken zich alweer aan en rijd ik het Zwarte Pad op, dat uit oncomfortabele kiezelsteentjes bestaat. Gelukkig is het maar een kort pad. In de verte zie ik de wieken van de Molen van Sloten al ronddraaien, met daarachter De Patatza(a)k, die echt zo heet en waar je je ongenoegen over die kiezelsteentjes weg kunt eten. Vrij snel bereik ik het Nieuwe Meer, waar je bij mooi weer verkoeling aan het water kunt vinden. Of naar de koolmees, pimpelmees of boomklever kunt luisteren, voor wie die beestjes tenminste uit elkaar kan houden. Ik strijk neer bij het Aquariuspaviljoen, vanwaar elke zondag tussen 15 april en 15 oktober een veerpontje naar het Amsterdamse Bos vertrekt.
Pannenkoeken
Weer twee dagen later vertrek ik vanaf Boerderij Meerzicht in het Amsterdamse Bos, waar generaties Amsterdamse kinderen met pannenkoeken zijn opgegroeid. Ik fiets naar de veerdienst Ome Piet, die fietsers en voetgangers in bovengenoemde periode, op zaterdag en zondag, de ringvaart over zet. Maar vandaag sla ik linksaf. Rechts varen de bootjes, links fluiten de vogels van het Amsterdamse Bos.
Ná het viaduct pak ik een gloednieuw bruggetje. Volg het bordje Schinkelbos, zegt de routebeschrijving, maar nergens is een bordje te zien. Het bruggetje was blijkbaar al duur genoeg.
Als ik de weg oversteek, houdt een mevrouw te paard naast me stil. “Rustig blijven staan, meneer”, zegt ze vriendelijk dreigend.
Even later rijd ik het Schinkelbos in. Of ik 25 meter afstand van de Schotse hooglanders wil houden, verzoekt het informatiebord. Dat wordt moeilijk, want de eerste hooglanders die ik tegenkom, klotsen sloom maar erg dicht langs het fietspad.
In de verte zie ik voor het eerst vliegtuigen opstijgen. Logisch, want bij eerdere fietstochten zag ik ze alleen dalen, en er zullen toch een paar plaats moeten maken.
Ik passeer molens, kwakende kikkers en een natuurzwembad. Bij de Oosteinderweg sla ik linksaf en volg een lang stuk weg langs slootjes en bruggetjes.
Uiteindelijk steek ik de Bosrandweg over, maar het fietspad blijkt afgesloten, dus fiets ik met schuldige blik over een hobbelig voetpaadje, tot aan het bruggetje dat naar de idyllisch gelegen Sint-Urbanuskerk voert. Ik rij om de kerk heen en beland op het ‘Zangfietspad’ langs de Amstelveense Poel. Je mag hier hardop zingen, maar het hoeft niet. Je kunt ook van het weidse uitzicht en de bomenrand in de verte genieten.
De fietsroute voert door de bebouwing van Amstelveen. Ter hoogte van de brandweerkazerne duik ik de Middelpolder in en laat de auto’s achter me. Wat een rust: jonge eendjes zwemmen achter hun moeder aan, lammetjes steken hun neus in ma’s vacht, eenden kwaken en vogels zitten elkaar achterna.
Waar de Bankrasweg overgaat in de Machineweg, volg ik het fietspad dat links van de weg ligt en uiteindelijk kom ik bij die goede oude Amstel uit. In de verte doemt de Arena op. Ik verheug me al op een drankje bij Klein Kalfje, maar dat blijkt zo waar failliet, dus rijd ik via de Kalfjeslaan naar Boerderij Meerzicht. Voor een welverdiende pannenkoek.
Voor dit artikel is gebruikgemaakt van Fietsroute Groene As, die is terug te vinden in het archief van www.amstelveen.nl. Google Maps biedt ook uitkomst.