Amsterdamse jongeren, die zelfstandig wonen en in de bijstand zitten, komen – ondanks aanvullende regelingen – maandelijks honderden euro’s te kort.
Dat geldt overigens niet alleen voor jongeren in de bijstand, maar ook voor mbo’ers en jongeren met een minimumloon, zo blijkt uit een onderzoek dat het Nibud (budgetvoorlichting) heeft gedaan. Het Nibud onderzocht verschillende soorten kwetsbare huishoudens in Amsterdam.
Het onderzoek, dat in opdracht van het Kenniscentrum Ongelijkheid is uitgevoerd, bevestigt opnieuw de zorgen die het Nibud heeft over jongeren die met een financiële achterstand aan hun volwassen leven beginnen. ‘We verwachten financiële zelfstandigheid zodra jongeren 18 jaar zijn’, zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart, ‘maar als je elke maand ruim 600 euro tekort komt, ben je nergens.’
Eén van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek is dat Amsterdamse jongeren van 18-21 jaar met een inkomen op of rond het minimum niet rondkomen. Ook wanneer ze alle beschikbare regelingen aanvragen, landelijke en gemeentelijke, hebben zij nog steeds te maken met grote tekorten. Dat varieert van 93 tot 655 euro per maand.
Het Kenniscentrum vroeg het Nibud ook te kijken naar het inkomen van alleenstaande ouders met kinderen onder de 18 jaar en naar het inkomen van 50-plussers met een arbeidsbeperking. In principe zouden deze twee groepen moeten kunnen rondkomen, maar dan moeten ze wel àlle aanvullingen aanvragen waar zij recht op hebben. Aangezien er zoveel verschillende regelingen zijn, vraagt dat van mensen wèl dat zij alert zijn, op tijd alles aanvragen en op tijd wijzigingen doorgeven. Daarnaast moeten zij zeer goed met geld om kunnen gaan en geen al te hoge ziektekosten hebben.
Hier valt meer te lezen over het onderzoeksrapport.