Door Jaap de Groot
De Amsterdamse sportwereld heeft veel te danken aan de voormalige wethouders Carolien Gehrels en Eric van der Burg. Terwijl bij de overheid de meeste politici qua sport over twee linkerhanden beschikken, gaf dit duo impulsen aan alle aspecten van de branche. Van de bodem van de samenleving tot de topsport.
Van der Burg komt bovendien de eer toe, dat hij zo’n beetje als eerste politicus de koppeling tussen zorg en sport maakte. Hij verhoogde het sportbudget, omdat er in zijn visie dan minder geld nodig was voor zorg. Inmiddels gaat van het totale gemeentebudget jaarlijks twee procent (ruim 100 miljoen euro) naar de sport.
Gehrels en Van der Burg hebben als sportwethouders dus een mooie erfenis achter gelaten voor eerst Simone Kukenheim en vervolgens de sinds 1 juni 2022 actieve Sofyan Mbarki, die als geboren Amsterdammer de noden van zijn stad prima aanvoelt.
Dat blijkt ook uit de sportbegroting 2023, waarin hij van alle maatschappelijke mogelijkheden gebruik maakt om juist de sociaal zwakkeren via openbare ruimten, onderwijs en begeleiding de hand te reiken. Boven het basisbudget van 81 miljoen euro, heeft Mbarki nog een extra 22,3 miljoen ingezet voor onder meer 40 nieuwe speelplekken, renovatie van het Bijlmer Sportpark en uitbreiding van Sportpark Drieburg.
Skateboardbaan
In alle gevallen wordt rekening gehouden met faciliteiten die zowel door georganiseerde als ongeorganiseerde sporters gebruikt kunnen worden. Daarmee onderstreept Amsterdam de voortrekkersrol die het in Nederland heeft, zeker voor burgers die niet bij een vereniging zijn aangesloten.
Nadat in Zeeburg de voor iedereen gratis toegankelijke Urban Sport Zone werd geopend, met 3100 vierkante meter de grootste skateboardbaan van Nederland, beschikt Zuidoost nu ook over een skatepark en komt er zelfs op het Museumplein een urban sports voorziening. Daarnaast heeft de stad nog ruim honderd 3 x 3 basketbalcourts. Allemaal accommodaties waar jong en oud gratis kunnen sporten.
De uitvoering van alle sportstimuleringsprojecten staan omschreven in de Masterplannen voor Zuidoost en Nieuw-West, Noord en buurten met waar sport en bewegen op een laag pitje staan. De crux is wel dat de initiatieven ook de burgers bereiken voor wie ze bedoeld zijn. Vandaar dat in de plannen van wethouder Mbarki sleutelrollen zijn omschreven voor buurtcoaches, scholen en verenigingen, die het vangnet voor de doelgroep vormen.
Tafeltennis
Neem het project Topscore, dat een interactie tussen verenigingen en scholen voorstaat. Daarbij worden op de scholen sporten aangeboden, variërend van dans tot voetbal en van tafeltennis tot american football. Via een stappenplan kunnen scholieren lid worden van een vereniging, waarbij in gevallen van financiële kwetsbaarheid het Jeugdfonds Sport & Cultuur bijspringt. Vanwege deze cruciale participatie van de sportclubs wordt er ook extra geïnvesteerd in het behoud van een krachtig verenigingsleven. Vooral de voetbalclubs in Amsterdam hebben te maken met een tekort aan vrijwilligers, een matig bestuursniveau en de opkomst van commerciële voetbalscholen.
Het gemeenteplan richt zich op vier actielijnen: versterken van de voetbalverenigingen, reguleren van commerciële voetbalscholen, betere toegankelijkheid voor meisjes en zaalvoetballers en verbeteren van de sociale veiligheid.
Kortom, er wordt ook in 2023 weer ruim 100 miljoen euro ingezet om via sport te verbinden, te vitaliseren en de kwaliteit van het leven te verbeteren. Wat duidelijk maakt dat Amsterdam nog altijd een groot sporthart heeft.
Jaap de Groot, sportjournalist.