Op haar deurmat viel begin november een brief van de Belastingdienst. ‘U bent geen fraudeur,’ stond erin, ondertekend door premier Mark Rutte. Op Twitter, waar ze eerder had verteld gedupeerde te zijn, deelde ze haar verontwaardiging. Ze wilde de brief het liefst verscheuren.
“Maar ik realiseerde mij dat ik de brief nog nodig kon hebben. Want bij alle overheidsinstanties en bedrijven die met de overheid werken, bijvoorbeeld banken, stond ik geregistreerd als fraudeur. Als ik dus met een medewerker van mijn bank belde, dan was de kans groot dat diegene dacht te spreken met een fraudeur. De overheid heeft alle gedupeerden er nu van verzekerd dat dat niet meer gebeurt, maar honderd procent garantie kunnen ze ook niet bieden. Die brief kan dus nog wel eens van pas komen. Daarom heb ik hem keurig opgeborgen.”
“Ik zit er nog steeds middenin. Mijn verbazing en boosheid worden met de dag groter. Ik ben vooral dankbaar dat we als gezin, ondanks alles, het nog steeds goed en fijn hebben met elkaar. De ellende die andere gezinnen hebben moeten meemaken, is ons gelukkig bespaard gebleven. Maar je begrijpt natuurlijk dat ik me zeer onveilig voel en de overheid ook ben gaan wantrouwen.”
“Het wantrouwen dat de Belastingdienst in mij had, is nergens op gebaseerd, behalve dan op mijn achternaam en afkomst. Ik ben illegaal op een zwarte lijst geslingerd. Het is bizar en niet te geloven, maar ook verdrietig. De ene na de andere brief van de Belastingdienst kwam binnen. Mijn grootste angst werd bevestigd: hoe je als onschuldige burger vogelvrij kan worden verklaard in de handen van jouw eigen overheid.”
Hoe gaat u om met de emoties die dit oproept?
“Ik besteed mijn energie liever aan het helpen van anderen. Mijn eign ervaringen vormen nu een belangrijke drijfveer in mijn werk. Gelukkig is daar alle ruimte voor bij Movisie, waar ik onder meer onderzoek doe naar institutioneel racisme. Wat mij en vele anderen in de kinderopvangtoeslagenaffaire is overkomen, is overduidelijk geïnstitutionaliseerd racisme.”
“Institutioneel racisme betekent dat racisme is ingebed in instituten. Dat kunnen concrete organisaties zijn (een bedrijf, school of uitkeringsinstantie), maar het kan ook een institutioneel veld zijn zoals de arbeidsmarkt, de gezondheidszorg of het onderwijs. Institutioneel racisme is structureel en collectief: het gaat niet over een enkele gebeurtenis of het handelen van één specifieke medewerker bij de overheid.”
“We onderzoeken nu hoe institutioneel racisme zich laat zien in de praktijk. We hopen zo nieuwe handvatten te bieden aan overheidsprofessionals over hoe ze het kunnen voorkomen en aanpakken.”
Welke verhalen komt u in uw werk bij de LCR tegen van mensen die hun vertrouwen in de overheid zijn verloren?
“De verhalen die ik te horen krijg, gaan over mensen die in hun leven werden getroffen door pech. Daardoor werden ze afhankelijk van de overheid voor een inkomen. Maar die overheid zag, hoorde of hielp hen niet. Ik ken situaties waarin mensen van de regen in de drup belandden vanwege overheidsoptreden.
“Ik denk aan een jonge vrouw die ondanks haar ziekte probeert te werken. Vervolgens krijgt ze te maken met verrekeningen waardoor ze minder geld overhoudt dan als ze niet zou werken. Als ze de telefoon oppakt om uitleg te vragen, krijgt ze een medewerker van de gemeente aan de telefoon die haar vragen niet kan beantwoorden, omdat ze de verrekensystematiek zelf niet snapt. Of neem het verhaal van een uitkeringsgerechtigde die vrijwilligerswerk deed. Hij ontving met kennis van de gemeente een reiskostenvergoeding. Daarop kreeg hij een aanslag van de Belastingdienst, of hij 120.000 euro wilde terugbetalen. Hoe verzint iemand zoiets?”
Uit onderzoek van journalistiek platform Investico blijkt dat gemeenten de Participatiewet nog streng toepassen. Wat vindt u daarvan?
“Het onderzoek van Investico liet zien dat ruim tachtig gemeenten in 2021 hun regels voor het ontvangen van giften in de bijstand hadden versoepeld. Inwoners van deze gemeenten mogen sindsdien giften ontvangen, zonder direct te worden gekort op hun uitkering. Ook bleek dat ze nog steeds te maken krijgen met hoge terugvorderingen. Als ze één keer een fout maken, kan het hen jaren later nog steeds worden nagedragen. De Participatiewet gaat uit van een wantrouwend mensbeeld en biedt te weinig bestaanszekerheid. De overheid verleent mensen een gunst, in plaats van hen rechten te geven.
Ik vind het goed dat gemeenten de scherpe randen proberen weg te werken, maar het blijft knip- en plakwerk. De basis van de wet moet wezenlijk anders. Dat is ook de reden waarom we met een groot aantal wetenschappers, sociaal advocaten, klantmanagers én mensen zelf een manifest hebben opgesteld: de Participatiewet moet socialer.
Nu ligt er een initiatiefwetsvoorstel waarin staat dat de overheid niet langer de plicht heeft iemands uitkering terug te eisen. Rechters krijgen meer ruimte om te beoordelen of een terugvordering wel goed is.
“Dat is mooi, maar niet genoeg. Er is een fundamenteler wijziging nodig om de wet humaner te maken. Daarmee bedoel ik meer bestaanszekerheid, begeleiding en rechten voor uitkeringsgerechtigden, met meer waardering voor wat mensen kunnen en willen. Ook als dat betekent dat ze mantelzorger of vrijwilliger worden. Betaald werk is niet de enige manier om mee te doen in de maatschappij. Iedereen wil werken en de eigen broek ophouden, maar het lukt niet altijd, door omstandigheden. Ook dan is het belangrijk dat mensen zich gewaardeerd voelen. En dat ze kunnen rondkomen van hun uitkering. ”
Hoe komt de overheid van haar eigen wantrouwen tegenover burgers af? Hoe moeten instanties het vertrouwen herwinnen?
“Politici, ministers, beleidsmakers en uitvoerders zouden zich moeten realiseren dat zij werken voor alle burgers, met het doel om gelijke kansen te bieden, bestaanszekerheid en rechtszekerheid. Om burgers zonodig een zetje in de rug te bieden, zodat ze er zelf weer bovenop komen en iets moois van hun leven kunnen maken. De overheid heeft een relatie met de burger gebaseerd op macht. Daarvan moet iedereen die daar werkt zich bewust zijn, zonder misbruik ervan te maken.”
Wat is uw boodschap aan mensen met weinig vertrouwen in de overheid?
“Ik hoop dat zij beseffen dat er veel organisaties zijn, niet alleen de Landelijke Cliëntenraad, die begaan zijn met hun lot. Bij ons kun je altijd je verhaal kwijt. Wij doen niet aan individuele belangenbehartiging, maar nemen ieder signaal serieus. We nemen die mee in onze voorstellen voor verbetering aan de overheid. Ik hoop dat dat iets meer vertrouwen biedt.”
Kijk ook op: https://www.landelijkeclientenraad.nl/