Met een grijper en een oude doos vist Abi rommel van de straat voor zijn zaak aan de Jan Tooropstraat. Een zakdoekje onder een omgevallen fiets, een blikje naast een lantaarnpaal. “Dat doe ik elke dag, vind ik leuk. Ik wil geen vieze straat.”
Kreeg hij hiervoor in 2018 de Amsterdamspeld? “Geen idee. Ze zeggen dat ik een sociale functie heb, maar ik heb geen functie. Ik doe alles spontaan.” Abi Patat interviewen is zoeken naar de juiste woorden. Hij is “gewoon een patatboer”, maar ook “een patatfilosoof. Omdat we hier zoveel praten dat de patat koud wordt.”
Hij bestiert een gewone patatzaak in Amsterdam Nieuw-West, maar wel één met een muur vol krantenartikelen waarin hij wordt geïnterviewd én een boekenhoek vol tijdschriften, Turkse kinderboeken en ander leeswerk. Abi leest graag, maar deze boeken zijn voor zijn klanten. “Kinderen kunnen hier zitten zodat de ouders rustig boven kunnen eten.” Er staat ook een rijtje boeken over Amsterdam. “Ik hou van Amsterdam. Deze stad heeft me alles gegeven.” Hij wandelt er veel. “ ’s Avonds is de stad nog mooier.”
De oorkonde van de Amsterdamspeld aan de muur roemt zijn bijdrage aan de sfeer in de buurt. Hoe doet hij dat? “Ik bemoei me met alles en ik heb een goede stem. Hé!” buldert hij. De giechelende scholieren voor zijn winkel kijken geschrokken op. “Kom vertellen wat jullie vinden van Abi.” Drie tieners stappen naar binnen. “Abi is geweldig!” roepen ze.
“Die komen van de internationale school,” vertelt hij. De jongeren uit Peru, Japan, de VS laten zien hoe de buurt veranderde in de 25 jaar dat hij hier zit. Abi vertelt er graag over. Hoe de buurt vergrijst: “Eerst reden hier voortdurend politieauto’s nu ambulances.” En veryupt: “Eerst vroeg iedereen om halal, nu om wijn.”
Een jongen in trainingspak stapt zijn zaak binnen. “Vertel jij eens iets slechts over me.” De twintiger kijkt ongemakkelijk. “Ik ken Abi al mijn hele leven. Het voelt gewoon fijn om met hem te praten. Hij is mijn tweede vader. Ik kan niets slechts bedenken, sorry Abi. Nou… misschien zijn haar.” Abi haalt grijnzend een hand door zijn woeste bos grijze krullen.
Abi heet eigenlijk Selahattin Vural. “Maar iedereen kent me als Abi. Zelfs mijn vrouw noemt me Abi.” Abi betekent grote broer in het Turks. “Grote stérke broer.” Hij grinnikt. “Als er wordt gevochten in de straat, heb ik ze meestal al uit elkaar voor de politie komt.”